| |
| |
| |
Intérieur
door Jeanne C. van Leyden.
- We are only very quiet, old fogies, had Mrs. Copper gezegd, toen zij haar hollandsch nichtje verwelkomde. Beiden hadden zij geglimlacht om het woord ‘old’.
- Ik vind het heerlijk, bij u te zijn, tante, had Ellen geantwoord.
Rose Cottage was een geriefelijke, vriendelijke woning en het leven leek er rustig en aangenaam.
Zij hield ook veel van haar oom.
- Je hebt een handje om te kussen, Ellen, zei Mr. Copper, zoo blank en zacht.
- Hè oom, zei ze verlegen, haar hand terugtrekkend.
Hij lachte en greep haar hand opnieuw vast, nu steviger, dat zij niet zoo gemakkelijk los kwam.
- Ik zal je niet meer plagen, beloofde hij schertsend.
Hij keek tersluiks naar Mrs. Dickson, die verdiept scheen in een Strand-Magazine, dat zij doorbladerde. Haar krullende wimpers wierpen een donkere schaduw op het rose-blanketsel van haar wang. In haar ooren trilden à jour gezette briljanten en wierpen kleurbundeltjes naar alle zijden. Zij steunde in gewild achtelooze houding op de armleuning van den turkschen divan. Haar rosblond geverfd haar krulde met een lok op haar voorhoofd en de zwart geteekende wenkbrauwen waren lichtelijk gebogen.
Toch hief zij als onder een dwang even het hoofd op en haar blik ontmoette dien van Mr. Copper, waarin spot flikkerde.
- Scheelt er wat aan, Mrs. Dickson?
- In 't geheel niet, Mr. Copper, wat zou er zijn?
- 't Kwam mij zoo voor.
Er was een donkere flikkering in haar oogen, maar zij trok alleen de schouders even op, haar lectuur vervolgend.
* * *
- From your sweetheart, Ellen! riep Letty Copper, een brief ophoudend.
- Ik heb geen sweetheart, lachte Ellen. Hoe prettig, een brief uit Holland.
Letty bleef nieuwsgierig staan. Zij bemoeide zich graag met wat de volwassen menschen aanging. Ellen vond haar een brutaal, aanmatigend kind en zij treuzelde met het openen van haar brief. Dan was Maud Dickson heel wat liever en kinderlijker.
- Letty! riep Maud om den hoek van de deur, ga je gauw aankleeden, wij gaan uit met mama.
Gekleed in een wandelcostuum van marineblauw cheviot stond Mrs. Dickson gereed om uit te gaan. Zij droeg een grooten hoed met blauwzijden klaprozen. Een geur van Parma viooltjes dreef om haar heen. Maud zag er allerliefst uit in een crème babyjurk, haar smalle voetjes geregen in lichtgele rijglaarjes en een grooten hoed van slap Italiaansch stroo met langen witten veer op haar bruin dik krullend haar. Langs den binnenrand lag een krans van rose roosjes.
Zij zag er uit als een Sèvres poppetje naast Letty, die groot en robuust was.
- Come along, zei Mrs. Dickson. Zij stapte met een koelen groet langs Mr. Copper den tuin in.
Ellen keek hen even na, ging toen genieten van haar brief.
- Goeie tijding, Ellie? vroeg haar oom.
- Van Frits Zuidema, zei zij blozend. U kent hem, niet waar oom? Hij vroeg mij, het bezienswaardige van Londen eens te schrijven.
- Stelt hij daar zooveel belang in?
- Ach oom, u moet altijd plagen, zei zij kleurend. Wij zijn vrienden.
Toen zij opstond, dwong hij haar even neer op zijn schoot.
- En als je nu eens anders van hem gaat houden?
Hij vond het verrukkelijk haar te zien blozen.
- Neen oom, wij zijn vrienden, weerde zij af.
- Maar eens zul je heel, heel veel van een man houden, drong hij aan. En je zult het heerlijk vinden, kindje.
Er was een droomerige ernst in haar oogen, waarvan de uitdrukking rein bleef en onbevangen.
| |
| |
- Ik weet het niet oom, misschien....
Vertrouwelijk duldde zij de omstrengeling van zijn arm.
Een plotseling verlangen niet bedwingend, kuste hij haar in den hals.
Zijn liefkozing schokte haar even, maar zijn glimlachend gelaat deed een plotselinge verlegenheid weer wijken.
- Ik ga tante op zoeken in den tuin, zei zij opstaande.
Hij had haar dadelijk losgelaten, zijn zelfbeheersching nu volkomen terug. Een frons van boosheid trok over zijn gelaat. Hij voelde zich plotseling oud, belachelijk oud.
De zon brandde gloeiend heet. Zelfs op de schaduwplek achter op het grasperk onder den perenboom was het te warm, om er met genot te kunnen zitten.
- 't Is nog te warm buiten, zei Ellen, de kamer weer binnenkomend.
Maar zij vond er niemand meer en zich het kleine salon herinnerend, waar het altijd koel was, wilde zij daar gaan piano spelen.
Onder een massa slordig dooreenliggende muziek zocht zij een eenvoudig liedje, dat aan Mrs Dickson behoorde. Het had een droomerig wiegenden rythmus.
O promise me, that some day you and I,
Shall take our loves together to some sky.
Where we can be alone and faith renew,
And find the hollows, where those flowers grew...
Those first sweet violets of early spring,
Which come in whispers thrill us both and sing
Of love, unspeakable that is to be,
O promise me, that you will take my hand.
The most unworthy is this lonely land.
And let me sit beside you, in our eyes
Seeing the vision of our paradise.
Hearing love's message, while the organ rolls
Its migthy music to our very souls.
No love less perfect, than a life with thee,
Mrs. Copper stoorde haar alleen zijn.
- Je zult onder deze muziek niet veel moois vinden, zei ze. Allemaal ouderwetsche stukken en dan de stukjes die Letty speelt. Zij speelt al heel aardig, vin je niet?
Ellen stemde flauw toe, wetend, dat haar tante instemming verlangde. Letty was haar afgod.
- Weet je ook, hoe laat Mrs. Dickson thuis komt Elly?
- Ik geloof niet, dat Mrs. Dickson gezegd heeft, hoe laat zij thuis zou komen.
- Natuurlijk, zei Mrs. Copper knorrig. Die komt en gaat, zonder zich aan iemand te storen.
* * *
- Ga eerst een uur studeeren, Maud, zei Mrs. Dickson kortaf.
- Ja mama, antwoordde Maud gedwee.
- Denk erom, dat ik op de klok zal zien, vervolgde Mrs. Dickson streng.
- Toe Ellie ga mee, vleide Maud. Een heel uur piano spelen, zuchtte zij.
- Een uur duurt zoo lang niet Maudy, troostte Ellen bemoedigend.
Letty was ook meegegaan.
Mag ik zoolang je ringen en armbanden aan, Ellen? vroeg zij.
- Jawel, als je er maar aan denkt, ze straks terug te geven.
- Kijk eens Maud, blufte Letty ijdel.
Maud begon zuchtend haar toonladders.
Ellen keek naar het fijne, sierlijke kinderfiguurtje. Het was moeilijk te gelooven, dat Maud een kind van Mrs. Dickson was.
- Hoeveel tijd is er om, Ellen, vroeg Maud.
- Een kwartier, antwoordde Ellen, op haar horloge kijkend.
- Een kwartier pas, zuchtte Maud teleurgesteld. Ik zal maar eens een lang stuk spelen, dan gaan er ineens een heeleboel minuten om. Zij zocht de Tarantelle van Sydny Smith. Zij speelde met voor haar leeftijd bewonderenswaardige vingervlugheid.
- Hoeveel minuten, Ellen? vroeg zij, toen het stuk ten einde was.
- Vijf, antwoordde Ellen glimlachend. Je moet niet zoo aan den tijd denken, dan gaat het uur gauwer om, dat zul je zien.
- Laten wij een quatre-mains spelen, zei Letty. Maar zij tokkelde de noten ruw en wild.
- Hè Letty, goed doen, zei Maud.
- Ik heb geen zin meer, zei Letty onaardig.
- Toe Ellie, doe jij 't?
Ellen naderde bereidwillig.
- Wat zijn jullie vervelend, viel Letty boos uit, toen niemand verder notitie van haar nam.
| |
| |
Mrs. Copper kwam de kamer in.
- Breng deze brief even naar de post Letty, Lottie is om een boodschap.
- Hoe vervelend, zeurde Letty onwillig.
- Je bent altijd onaardig, Letty, knorde Mrs. Copper.
Je blijft er geen vijf minuten mee weg.
- Waar is mama, tante Kate, vroeg Maud.
- In de tuin met oom James, darling.
- Ik ben klaar, niet waar Ellie, juichte Maud.
In den tuin zagen zij Mrs. Dickson in een wipstoel, die zij zachtjes op en neer liet schommelen.
Nu en dan dreef het geluid van haar zwaar getimbreerde lach tot hen over.
Letty ging ten laatste met den brief heen.
- 't Is voor Mrs. Dickson, zei Mrs. Copper kattig
Mrs. Dickson droeg een lichtblauwe huisjapon. Blauw was haar geliefkoosde kleur. Bijna alle mannen houden van blauw, zei zij. Mr. Copper zat er in een luie houding met een krant opengevouwen op zijn knieën.
Toen de anderen in den tuin kwamen stond hij op, rekte zijn beenen en vroeg:
- Wie gaat er mee een wandeling maken?
Hij vond alleen weerklank bij de kinderen.
- Gaat Ellen niet mee, daddy, vroeg Letty onverschillig. Zij was nog uit haar humeur.
- Natuurlijk gaat zij mee, niet waar, Ellen.
- Ja oom, als tante het tenminste goed vindt.
Maar Mrs. Copper had zich zonder iets te zeggen omgekeerd en verdween in huis.
- Natuurlijk vindt tante het goed. Waarom zou zij het niet goed vinden, zei Mr. Copper.
* * *
- Laten wij nu vandaag naar Crystal Palace gaan, besliste Mrs. Copper.
Mrs Dickson verontschuldigde zich.
- Ik heb vandaag een afspraak, zei ze, maar ik zou het erg prettig vinden als jullie zonder mij gingen.
Door de hooge glasbogen glansde warm middaglicht. Het was er nog niet druk van bezoekers.
Ellen voelde zich verruimd door de afwezigheid van Mrs. Dickson. Daar bestond weinig aantrekkingskracht van beide kanten. Ellen voelde zich een schoolmeisje in Mrs. Dicksons tegenwoordigheid.
Letty hing zich aan den arm van Ellen en zeurde om suikertjes en vruchten.
- Heerlijk! we hebben vanavond vuurwerk, zei zij.
Dat was het glanspunt.
Ellen was verrukt over een mooie beeldgroep tusschen fraaie palmversiering. Bewonderend keek zij naar een slanke Psyche.
Mrs. Copper trok haar giechelend bij den arm.
- Dat zou Mrs. Dickson niet mooi vinden, die houdt alleen van zwaargebouwde vrouwen.
Een frons trok over Ellen's gezicht. Zij zag de Psyche nu anders.
Letty drong de uren voort tot het avond was.
- Het vuurwerk is hier werkelijk mooi, zei Mr. Copper.
We zullen bijtijds een plaatsje zoeken.
Zij moesten een houten stellage beklimmen, maar bereikten zoo een uitstekende zitplaats. Tegen een achtergrond van zwaar geboomte en donkerblauwe avondlucht was het effect schilderachtig.
Het slottafreel was een zeeslag.
- Je zult in Holland nooit zooveel vuurpijlen tegelijk hebben zien afstekken, schertste Mrs. Copper tegen Ellen.
- Denk er om, dat uzelf ook maar een Hollander is, plaagde zij terug.
Zij zaten een eindje van de beide anderen af. Een dik, log kind schoof hinderlijk heen en weer en Ellen stond op, om rustiger te kunnen zien.
- Dat is hier een beetje gevaarlijk, waarschuwde Mr. Copper.
Ik zal mijn arm om je heen slaan, dat steunt.
Met oorverdoovend sissend geknetter schoten de laatste pijlbundels omhoog.
Bij den terugweg leunde Ellen vermoeid in de treinkussens. Mrs. Copper praatte nauwlijks een woord.
In de coupee hing een muffe, benauwde warmte en het geschok van den trein werkte slaapverwekkend.
| |
| |
- Heeft u zich geamuseerd tante, vroeg Ellen.
- Och zoo, antwoordde Mrs. Copper stroef.
* * *
De zon scheen tusschen de schuine latjes der neergelaten jaloezieën en trok donzige lichtstrepen in de kamerschemering.
Ellen richtte zich op, om te zien hoe laat het was, liet zich toen weer terugglijden in de kussens. Het was heerlijk nog zoo'n beetje te soezen. Zij hoorden de meiden stommelend de trap afgaan.
Buiten tjilpten vroolijk de musschen.
Na een poos van weer half ingeslapen zijn, wekte haar het kloppen van Letty op de kamerdeur.
- You are lazy, zei Letty binnenkomend.
Ellen hield niet van Letty's manieren.
Zij had een wijze van rondkijken, die iemand kribbig maakte.
Zij vonden de anderen reeds in de ontbijtkamer en Ellen verontschuldigde zich, zoo laat te zijn.
- Mama, ik wil een boterham met jam, ik heb geen honger, zei Letty. Zij was gewoon te commandeeren.
Met de ellebogen op tafel en een ongemanierde houding, keek zij naar Ellen en zei:
- Je moest je schamen over gisteravond.
- Letty, zwijg... zei Mrs. Copper streng, en neem je ellebogen van tafel, je zit altijd even ongemanierd.
Ellen keek haar tante vragend aan. Er kwam een verlegen trek op het gezicht van Mrs. Copper. Toen zei zij tegen Letty:
- Ik wil niet, dat je 't zegt, Letty.
- Poeh!... antwoordde Letty brutaal. 't Was toch méér dan erg.
- Wat was meer dan erg, Letty?
Ellen voelde zich verlegen en beleedigd tegelijkertijd.
- Niets... viel haar tante in. We hoorden gisteravond iets, waarom Letty kwaad werd. Met het vuurwerk zaten wij achter je, zooals je weet en oom hield je toen vast. Nu toen hoorden wij vlak naast ons zeggen: Daar heb je waarachtig Old Copper. Een aardig meisje heeft-ie daar bij zich. Het waren twee heeren en de een zei lachend: Zou-d-ie z'n moeder ook zoo vast houden?
Ellen keek op haar bord, zij voelde hoe het bloed steeg in haar wangen. Zij hoorde Mr. Copper lachen; een kort, onverschillig spotlachje. Toen zij een oogenblik later opkeek, zag zij, dat hij naar haar keek en haar een geruststellend knikje gaf. Zij begreep, dat zwijgen het beste was.
Mrs. Dickson zat tegenover haar en deed, alsof zij niets gehoord had; zij bediende zich kalm van gelei.
- Ik kan niet meer eten, zei Maud, haar lepel neerleggend.
- Maud! - zei Mrs. Dickson streng.
- Ik kàn niet meer eten, mama.
- Goed, heel goed, zei Mrs. Dickson koel. Dan ga je straks niet mee rijden. Je weet, dat iederen morgen de havermout opgegeten moet worden.
Maud sloeg haar oogen neer en, haar lepel weer opnemend, begon zij met kleine hapjes de overgeschoten pap naar binnen te werken.
- Poor thing, zei Mr. Copper medelijdend, waarom ben je zoo streng voor haar, Emily? Zij is zoo'n goed kind.
Mrs. Dickson keek zwijgend toe, terwijl Maud haar pap oplepelde. Er was een wreede koelheid in de wijze, waarop zij het kind behandelde. Zij keek, tot het bord leeg was. Toen keerde zij zich naar Mr. Copper.
- Heb je mijn cigarettes ook ergens gezien, James?
- Zij staan op den schoorsteenmantel. Mr. Copper stond op om ze te krijgen. Please Mrs. Dickson.
- Thank you, Mr. Copper, antwoordde zij koel, een cigarette nemend uit de doos, die hij haar voorhield. Zij schoof haar stoel achteruit en keek scherp naar Ellen.
- Wat draag je je haar mooi, Ellie, vleide Maud lief. Zij stond achter de stoel van Ellen en streelde met haar handje de dikke haarwrong.
- Leelijk, zei Letty, je draagt het heel anders dan ma of tante Emily.
- I think it awful nice, protesteerde Maud ijverig.
Zoodra zij gevoegelijk kon, stond Ellen
| |
| |
van tafel op. Nog kleurde een blos van verlegenheid haar wangen.
- Je moet niet boos zijn op Letty, zei Mr. Copper zoetsappig. Zij meent het zoo kwaad niet.
* * *
Mrs. Dickson poeierde zich zorgvuldig, legde toen een weinig rouge op haar wangen en verfde de wenkbrauwen donkerder.
Zij had slecht geslapen. Het deed haar pogen branden, en er was een koortsige warmte in haar hoofd, dat klopte in de slapen, door een opkomende migraine.
Het heldere morgenlicht viel op een gelaat, dat zij een kunstmatige frischheid trachtte te geven, door het bleeke der wangen zorgvuldig te verbergen. Nadat zij haar lippen wat meer rood had gegeven, bekeek zij het spiegelbeeld voor zich,
Het morgenlicht toonde scherp en onmeedogend de rimpeltjes, die zij niet geheel had kunnen wegwerken. Het toonde haar, dat zij oud begon te worden. Met alle kunstmiddeltjes was het onmogelijk daaraan te ontkomen. Zij klemde de lippen opeen. Zij wilde niet oud zijn, nu ten minste nog niet.
Oud worden was afstand doen van het leven. Het spiegelbeeld zag er overigens niet kwaad uit voor een bijna veertigjarige vrouw.
Zij gaf zich een pose en keek toen met meer welgevallen naar het beeld voor zich. Het blanketsel gaf haar wangen een donzig matte tint. Heur haar iets losser trekkend, schikte zij den neervallenden lok op haar voorhoofd. De forsch gebouwde armen waren goed gevormd en sneeuwblank. Het laag uitgesneden, met kanten versierde ondergoed liet een weelderige buste doorschemeren. Zij behoefde niet bang te zijn om zelfs met een jong meisje te wedijveren.
Een smadelijk lachje kneep haar lippen samen en bracht een staalglans in haar oogen. Zij wierp het hoofd in den nek. - Bah! zij was nog in 't geheel niet oud!
Zich van den spiegel afkeerend, kleedde zij zich verder. 't Was niet vroeg meer en zij moest zich haasten, wilde zij den trein van elf uur naar Londen halen. Een lateren kon zij trouwens even goed nemen, James wachtte haar toch niet. Zij wilde hem onverwacht opzoeken in zijn kantoor. Het was op zichzelf een waagstuk; zij wist dat hij op onverwachte bezoeken niet gesteld was. Mrs. Copper was vroeg met Ellen en de kinderen naar de Kew gardens vertrokken en zij had een geheelen middag voor zich. Zij schoof de plooien van haar roodzijden overhemdblouse gelijk om de taile. De vuurroode zijde wierp een matten weerschijn op haar gelaat. Zij drukte de briljanten knoopjes in de knoopsgaatjes en gespte voor den spiegel haar ceintuur dicht.
't Viel haar opnieuw op, dat zij er slecht uitzag.
- Die ellendige hoofdpijn ook, dacht zij wrevelig. Buiten zou zij misschien wel wat wat opfrisschen. Zij besproeide een kanten zakdoekje met violette de Parme en stak dit tusschen haar ceintuur. Toen had zij nog juist den tijd naar het station te wandelen.
Een telegram, dien morgen ontvangen, las ze vluchtig opnieuw door, stak het daarna in haar zak. Met een spottend onverschillig lachje bedacht zij, zich aan dien afspraak waarschijnlijk niet te kunnen houden. Het zou er veel van afhangen, of zij James trof. Een minachtend lachje krulde haar lippen. Zijn schijnbare tegenstand den laatsten tijd, prikkelde haar bovenmate. Zou hij inderdaad vergeten, dat hij zwak en willoos was tegenover haar?
Bah! - voor vrouwen als zij, waren de mannen week als was.
Haar migraine verergerde in een benauwd warme coupee, waar een muffe stoflucht hing, vermengd met rookwalmen, die de locomotief uitstootte en die door de open raampjes naar binnen wolkten.
Een idioot kind zat haar voortdurend aan te staren, aangetrokken door de juweelschittering van haar rijkberingde vingers, terwijl zij haar kaartje wegborg en langzaam begon haar handschoenen aan te trekken.
Een mager jongmensch zat tegenover haar, zijn fletse oogen beschut door in zwart montuur gevatte brilleglazen. Eénmaal keek hij verschrikt op, toen een onverwachte treinschok hem tegen haar parasol deed stooten. die reeds, half uitgegleden, daardoor op den
| |
| |
grond viel. Met een onhandig verschrikt: I be-beg your pardon, had hij naar haar parasol gekeken en zich met het oprapen daarvan zoo lang bedacht, dat zij het zelf deed. Haar minachtend spotlachje riep een verlegen blozen op zijn mager bleek gezicht.
Onhandige mannen kon zij niet uitstaan.
Bij Liverpool-station verliet zij haastig de coupee. Zij zag hoe twee heeren haar opmerkten. De een moest met den trein mee. Het platform afloopend, ging zij dicht langs den ander heen en beantwoordde zijn brutaal kijken met een flauwen glimlach.
Een oude heer klampte hem aan met een jovialen groet en de uitdrukking van ongeduld op zijn knap gelaat streelde haar behaagzucht.
Toen riep zij een omibus aan en liet zich naar Queen Victoriastraat rijden.
Op haar vraag of Mr. Copper op zijn kantoor was, kreeg zij een bevestigend antwoord en de jongste bediende ging haar voor.
James Copper zat in zijn werk verdiept. Het kloppen op de deur met een kort ‘binnen’ beantwoordend, keek hij eerst van zijn boeken op, toen hij achter zich een geruisch van vrouwekleeren hoorde en een fijne violet geur om hem heen waaide.
Toen, Mrs. Dickson bemerkend, schoof hij zijn stoel achteruit en stond op, om haar te verwelkomen.
- Je verwachtte niet, mij te zien, is 't wel James?! lachte zij.
- Neen - antwoordde Mr. Copper droog. Het minst van alles verwachtte ik u hier te zien, Mrs. Dickson.
Het kantoor was een ruim vertrek, maar het was er kaal en ongezellig gemeubeld. Een tafel met zes ouderwetsche lederen stoelen, een groot bureau en een klein zijtafeltje, waarop een karaf water met twee glazen, waren juist voldoende, om de ruimte te vullen. Het behangsel had een egaal verschoten kleur en werd aan een der wanden voor het grootste deel bedekt door een groote kaart van Engeland en Ierland, een paar reclameplaten en een kantoorkalender.
Mrs. Dickson legde haar parasol op tafel en begon langzaam haar handschoenen uit te trekken.
Mr. Copper schoof een der stoelen bij de tafel en bood Mrs. Dickson aan te gaan zitten. Zijn kantoorstoel omdraaiend, nam hij zelf daarop plaats.
- Ik kan niet zeggen, dat je mij bizonder hartelijk verwelkomt, Jemmy, zeide zij, haar handschoenen samenvouwend en ze naast haar parasol op tafel leggend.
- 't Is mij zeer aangenaam u hier bij mij te zien, Mrs. Dickson. Een sluwe spot lichtte uit zijn dicht geknepen oogen.
- 't komt me voor, dat je me een korten tijd geleden anders begroet zou hebben. Waarom geef je me geen zoen?
Mr. Copper liet een kort spotlachje hooren.
- Waarin kan ik u van dienst zijn, Mrs. Dickson?
- Zeg me eerst, dat je werkelijk blij bent, me hier te zien.
- Dat heb ik toch gezegd, niet waar? En ik zou niets liever wenschen, dan te weten te komen, waarin ik van dienst kan zijn.
- Je begrijpt heel goed, waarom ik kom.
- U spreekt in raadselen, Mrs. Dickson.
Haar drift om zijn spotzucht beheerschend, schoof zij haar stoel wat nader tot den zijnen en legde haar hand op zijn arm.
- Schei uit met dat afschuwelijke ‘Mrs. Dickson’ en geef me eerst een zoen.
Hij zoende haar vluchtig op de wang.
Een oogenblik haar zelfbeheersching verliezend, schoof zij driftig van hem af.
- Zóó hoeft het ook niet, zei zij boos. Ik zou tenminste oprechtheid van je kunnen verwachten.
- Wat een dwaasheid, antwoordde hij schouderophalend.
- Dwaasheid... herhaalde zij met minachting. Je weet evengoed als ik, dat het géén dwaasheid is. Je hebt genoeg van me, is 't niet? En je verbeeldt je verliefd te zijn op Ellen.
Zij beefde van opwinding.
- Geen scène's Mrs. Dickson, zei hij koel.
Zij lachte met een schampere woede.
- Je bent nog te laf om het te bekennen.
- Wat een onnutte opwinding, weerde hij kalm af.
Hij hield spelend een vouwbeen tusschen zijn vingers.
Zijn kalmte maakt haar dol.
| |
| |
- Ellen's kussen smaken je beter dan de mijne, zei zij heesch van kwaadheid.
- Mag ik u verzoeken, Ellen er buiten te laten, zei hij stroef.
Zij uitte een scherp spotlachje en opstaande, ging zij voor het raam staan en bleef zwijgend naar buiten zien.
Het roezig lawaai van veel wagengeratel in een druk deel van de city, drong maar weinig gedempt naar boven. Omnibussen en cabs wrongen dooreen, met op de trottoirs een breede stroom van voetgangers. De zon bescheen het alles met fellen terugslag op de geel geverfde omnibussen. De dik met stof aangewaaide ruiten wierpen een mistgrijzen tint over alles, door een aangroeiing van vuil, dat bij zware regens in een vettig modderstroompje afdroop op de kozijnen.
Zij begreep, op deze wijze niets te bereiken.
Een gloed van opwinding brandde onder het rouge op haar wangen en afgetrokken volgde zij het voortstuwende menschenbeweeg door de breede straat.
Het staren in de zonnige straat werkte slecht op de, weer sterker opkomende migraine, waarvan zij hevige pijnscheuten kreeg in heur slapen.
Zich plotseling van het raam afwendend, zei ze:
- Dacht je werkelijk, Jemmy, dat je mij om den tuin kon leiden?
Haar stem had vleiend overredend geklonken en haar oogen lachten.
Zijn dichtgenepen spotoogen hadden elk van haar bewegingen gevolgd. Hij wist, dat zijn kalmte haar bedwingen zou. Van scène's had hij een afkeer. Zijn vingers speelden nog steeds met het vouwbeen, dat hij machinaal deed op en neerwippen.
- Leg in godsnaam dat ding uit je handen, of laat mij het je afnemen, schertste zij.
Zich diep naar hem overbuigend, legde zij haar vingers op zijn hand en haar blik diep in den zijnen dringend vervolgde zij:
- Je hebt spijt van je ontrouw, Jemmy. Zeg, dat je er spijt van hebt.
Een zweem van ongeduld gleed over zijn gelaat. Haar opdringende passie wilde hij niet beantwoorden.
En afweerend zei hij koel:
- Jaloersche scène's zijn mij nu eenmaal een gruwel, Mrs. Dickson.
Opstaande, liep hij een paar malen het vertrek op en neer. Hij begreep, niet te ver te moeten gaan. Zij zou het hem nog lastiger maken en bovendien zou zij over een week weer naar Amerika vertrokken zijn.
Bij haar stoel stilhoudend zei hij, nu zelf schertsend:
- Die opwinding was wel degelijk een dwaasheid, Mrs. Dickson.
Zij begreep niet zijn plotseling veranderen, maar het was niet mogelijk van zijn gelaat iets af te lezen, van hetgeen innerlijk in hem omging.
- Je bent een verhard zondaar, Jemmy, zei ze, op zijn scherts ingaand, maar zoo gemakkelijk vergeef ik je niet, als je me nu eindelijk eens een zoen geeft....
Hij draalde een oogenblik. Toen boog hij zich naar haar over en zijn voornemen dadelijk tegemoet komend, trok zij hem naar zich toe en drukte haar lippen vast op de zijne....
- En nu Mrs. Dickson... er zijn zaken, die mij wachten.... Hoezeer 't mij ook spijt....
- Wil je mij vragen, liever heen te gaan. Bizonder beleefd ben je vandaag niet.
Hij keek op zijn horloge.
- 't Spijt me werkelijk.
- Zaken gaan voor liefde, niet waar? zei zij hatelijk.
- 't Is dus nog niet uit, vroeg hij koel ongeduldig.
Hij had zijn overwicht nu terug.
- Ik kan je nu wel gelooven. Waarschijnlijk ben ik om zes uur aan den trein.
- Het is mogelijk, dat ik genoodzaakt zal zijn een lateren te nemen. In ieder geval, tot vanavond, Mrs. Dickson.
* * *
- Vindt u goed, dat ik naar boven ga, tante? vroeg Ellen.
- Natuurlijk, kindlief, als je naar bed verlangt. Good night, dear, antwoordde Mrs. Copper.
Op haar kamer gekomen, kleedde Ellen zich snel uit. 't Was er erg warm. Benauwend werd het, nu zij het raam dicht had moeten
| |
| |
doen voor den regen, die erop stond. Zware regendroppels tikten tegen het glas.
Zij knipte de gesp van haar ceintuur open en trok haar lijfje uit. Dat gaf dadelijk koelte en streelend wreef zij haar bloote armen. Vlug liet zij haar japonrok afzakken en stapte eruit. Zij had een onleschbaren dorst, maar de waterkaraf was leeg, zij herinnerde zich het water te hebben gebruikt. Half uitgekleed kon zij niet naar beneden gaan, maar de badkamer was vlak bij. Mrs. Copper wilde anders niet, dat zij daar drinkwater haalde, maar de dorst was te erg. Zij maakte eerst nog vlug heur haar los en een witte sjaal omslaande, liep zij de corridor over naar de badkamer.
Toen hoorde zij Maud flauwtjes roepen.
De deur van de kinderkamer was niet gesloten en Maud's stemmetje riep klagelijk.
- Wat is er, lieveling? vroeg Ellen, zich over het bedje buigend.
- Ik heb zoo'n erge kiespijn, klaagde Maud zachtjes.
- Arm kindje, zei Ellen medelijdend, de gloeiende wangetjes streelend.
Letty sliep een gezond vasten kinderslaap, dien niets stoorde.
Ellen ging bij het bedje zitten en liet Maud wat eau-de-cologne opsnuiven. Het suste de pijn en maakte het kind slaperig Maud rustte tevreden tegen haar aan. Traantjes hingen nog aan haar wimpers. Dommelig vielen ten laatste haar oogjes dicht en sliep zij zachtjes weer in.
Voorzichtig legde zij het slapende kind terecht en verliet geruischloos de kamer.
Juist zag zij Mr. Copper naar boven komen.
- Nog niet naar bed, Ellen?
- Maud had zoo'n kìespijn en zij riep mij. Nu slaapt zij gelukkig weer.
Hij keek naar haar mooi, tenger figuurtje. Het losse haar golfde langs haar rug en hij zag de lijn van haar hals zich verliezen in de vouwen van de doek.
- Nacht oom, zei ze, de doek wat vaster om de schouders trekkend, verlegen, omdat zij half gekleed was. Zij bood hem haar wang voor een kus en hij voelde zijn hoofd gloeiend worden. Maar hij wilde haar niet verschrikken en bedwong zijn begeerte. Vluchtig raakte hij haar wang.
Iemand kwam de trap op en Ellen stak vlug over naar haar kamer. Een slip van een roze onderrok was nog even zichtbaar, toen Mrs. Dickson het portaal bereikte.
- Aaah!... zei zij gerekt... Niet onaardig... ik wist niet, dat ik stoorde, Jemmy...
Zij lachte even, een scherp, onmeedogend spotlachje.
Hij keek haar kalm aan.
- Goeden nacht, Mrs. Dickson, zei hij stroef.
Zij lachte weer.
- 't Spijt me werkelijk, Jemmy.
Hij antwoordde volstrekt niets en bedaard liep hij haar voorbij naar zijn kamer.
* * *
Ellen had de spotwoorden van Mrs. Dickson gehoord. Tranen van drift drongen haar in de oogen. Zij kon een samenzijn met die vrouw niet ontvluchten, en de weerzin, dien zij, instinctmatig, vanaf het eerste oogenblik gevoeld had, steeg tot een uiterste.
- Ik haat haar, zei ze hartstochtelijk.
Zij voelde haar ongedwongen vertrouwelijkheid tegenover Mr. Copper in een onklaar daglicht gesteld en het maakte haar stijf en terughoudend.
Wanneer hij haar schertsend naar zich toetrok en gevangen hield in zijn armen, trachtte zij zich los te wringen.
Dit anders uitleggend, speelde een smadelijk lachje om de lippen van Mrs. Dickson.
- Je behoeft je volstrekt niet aan mij te storen, Ellen, zei ze eens, hatelijk scherp, een lage nijdflikkering in haar, van woede fonkelende oogen.
Ellen voelde zich volkomen machteloos en begreep niet, waarom Mr. Copper dit duldde en er zelfs behagen in schepte. Integendeel vond hij er een genoegen in den toestand nog te verergeren, door haar te willen dwingen, hem een kus te geven.
- Geef me een zoen, Ellie.
Hij had haar neergedwongen op zijn schoot, haar tegenstand gemakkelijk overwinnend.
Maar zij had hem nerveus heftig afgeweerd.
- Neen... oom... neen...
Toen lachte hij, en haar even, liefkozend tegen zich aandrukkend, liet hij haar vrij.
| |
| |
Later had zij er zenuwachtig om geschreid.
Er heerschte in Rose-Cottage een atmosfeer die de rustige en nog onbezoedelde klaarheid van haar jonge levensbegrippen verontrustte en verbijsterde.
* * *
Ellen kraste ijverig penteekeningen voor Maud. Zij zat alleen in de kleine zijkamer, die voor ontbijtkamer diende, wanneer er geen logés waren.
Een rijkdom van rozen, waaraan Rose-Cottage haar naam ontleende, omrankte ook het open venster, waarvoor zij zat te teekenen. Het raam gaf uitzicht op een gedeelte van den tuin, waar het op dat uur van den dag beschaduwd en koel was. Een zomerkoeltje tochtte naar binnen en verfrischte de benauwde atmosfeer in het kleine vertrek. Zij bekeek vergenoegd haar werk. 't Werd zoo wel een aardig teekeningetje, en Maud zou er verrukt over zijn. Zij was zulk een bizonder lief kind.
Een schaduw viel op het blad papier, en opziende, zag zij Mr. Copper voor het raam staan.
Zij knikte hem glimlachend toe. Gewoonlijk kwam hij niet zoo vroeg uit de city.
- Wat doe je hier? vroeg hij, door het raam naar binnen kijkend.
- Teekenen...
- Wat teeken je?
- Een pennekras voor Maud, niet veel bizonders.
Hij opende met zijn sleutel de voordeur en kwam bij haar in de kamer.
- 't Is heel aardig, maar nu is 't af hè?
Zij knikte van neen en werkte ijverig door.
- Maar ik wil nu dat 't af is, plaagde hij.
Maar zij liet zich niet storen.
- Je bent een koppig nest, zie ik. Er moet dus geweld gebruikt worden.
Toen zij haar pen even neerlegde, omdat er inkt aan haar vingers was gekomen, pakte hij die weg.
- Toe oom, geef nou terug, ik ben dadelijk klaar, vleide zij.
- Gekheid, je kunt 't straks evengoed afmaken.
Hij hield de pen hoog boven haar bereik en zij deed een poging hem die afhandig te maken. Hij lachte.
- Dat gaat zoo eenvoudig niet.
Hij legde de penhouder op een kast en greep haar vast, toen zij er naar reiken wilde.
- Mis, zei hij plagend, haar bij de polsen vast houdend.
- Wat bent u slauw, oom, pruilde zij, tegen wil en dank gevangen.
Met een onverhoedsche beweging wrong zij zich bijna los, maar nu greep hij haar om de taille en hield haar stevig tegen zich aan.
- Nu kun je in 't geheel niet weg, zij hij zacht.
De weerstand van haar jonge lichaam prikkelde hem bovenmate.
- Geef me een zoen, dan laat ik je dadelijk vrij, fluisterde hij aan haar oor.
- Oom!... zei ze, verschrikt door de hartstocht in zijn stem.
Het bruut verlangen in zijn blik, dreef een donkere bloedstroom in haar gelaat.
- Laat mij los oom, zei ze bevend.
Hij zag dat zij met tranen kampte, maar hij wilde niet dadelijk toegeven.
- Schrik je daar zoo van? zei hij.
Zij wrong zich nu met geweld vrij en hij liet haar los.
De deur had zich even geopend en Mrs. Copper boog naar binnen, maar onmiddelijk trok zij zich snel terug.
Een spottende trek gleed over het gelaat van James Copper, toen hij zijn vrouw zag verdwijnen.
Ellen had nauwelijks het binnenkomen van haar tante bemerkt.
Met bevende vingers voltooide zij haar teekeningetje,
- Vin je dat zóó erg, vroeg hij vleiend, toeziende op haar werk.
Zij antwoordde niets en hij zag een traan vallen op het papier.
- Daar is Maud al, zei hij naar buiten wijzend.
Maud groette levendig en de teekening bemerkend vroeg zij:
- Is dat voor mij, Ellie?
- Ja, antwoordde Ellen, kom 't maar halen.
- Toe, oom James, help me, dan klim ik erin. Maud wierp haar parasol alvast naar binnen.
| |
| |
- 't Is nogal een nette manier voor een jonge dame, scherste Mr. Copper.
- Dank u, oom James.
Maud richte zich op de teenen op, om hem een kus te geven.
- Mag ik dit heusch houden, Ellie?
- Ja zeker, antwoordde Ellen glimlachend. Als je het tenminste mooi vindt.
- I think it awful nice, zij Maud bewonderend. Ik wil het mama laten zien.
- Kom dan, zei Ellen, haar arm om Maud heenleggend.
* * *
- Toe Ellie, doe mee verstoppertje spelen, vroeg Maud, Letty is ze.
- Neen protesteerde Letty, als Ellen meedoet, tellen we opnieuw af.
- Goed, ik doe mee.
Letty begon te tellen.
- Je doet valsch, zei Maud, die stevig toekeek.
Letty moest ze opnieuw zijn.
- Ik weet een prachtig plaatsje, voor jou ook Ellie, fluisterde Maud.
Je moet tot duizend tellen en hard roepen, als je duizend hebt, Letty.
Zij trok Ellen mee en Letty begon met een bromstem te tellen, het gezicht naar den muur en haar ooren luisterend gespitst, om te weten, welke kant zij uitgingen.
- Niet kijken Letty, riep Maud, voorzichtigheidshalve nog eens omkijkend.
Toen slopen zij zacht de huiskamer voorbij. Maud was zenuwachtig opgewonden.
- Zij vindt ons nooit, zei ze.
Zij hield Ellen stevig vast en trok haar mee in de keuken, waar de meiden bezig waren, het vaatwerk af te wasschen. Zij wenkte Lottie om te helpen.
Uit den gang klonk luider, naarmate zij opschoot, Letty's tellen, met een uithaal telkens bij de honderttallen.
- Letty telt altijd zoo gauw, zei Maud afkeurend, dat doet ze met opzet.
In de achterkeuken opende zij een kast.
- Letty zal 't nooit vinden, nietwaar Lottie? Will you, Ellen?
Maud sloop door den achtertuin weg.
- Ik zal de deur op een kier laten, Miss Ellie, anders loopt u gevaar te stikken, zei Lottie. Als u dit touwtje vast pakt, kunt u de deur naar u toehalen.
Ellen glimlachte om het kinderspel. Door de reet keek zij naar het doen van de meiden. Margaret, met haar mouwen opgestroopt, plassend in zeepzop, reikte de afgespoelde schalen aan Lottie. Toen Letty kwam, trok Ellen, nu zelf geanimeerd de deur toe.
- Jullie weet natuurlijk, waar ze zitten, zei Letty, kwaad dat de meiden geen wenk wilden geven. Flauwe spooksels zijn jullie.
Zij slenterde het achterkeukentje door en liep toen weer de gang door naar boven.
Lottie waarschuwde, dat de deur weer open kon.
Ellen zat er vrij gemakkelijk op een omgekeerde emmer.
Boven sloeg Letty nijdig met de deuren, vergeefs zoekend. Na een vruchteloos zoeken op de tweede verdieping, keerde zij in de keuken terug, doorzocht met de oogen de achterkeuken en bleef hangen tegen een der deurposten.
- Zoek dan ook Letty, zei Lottie plagend.
- Ik kan ze niet vinden, antwoordde Letty knorrig. Jullie weet, waar ze zijn.
- Heusch niet, verzekerde Margaret. Je hebt niet goed gezocht. Hier is niemand.
- Ik heb wèl goed gezocht.
- Geef 't dan op.
- Neen, snauwde Letty boos.
- Je moet ergens anders zoeken, hier zijn ze niet.
- Waar dan? vroeg Letty begeerig.
- Dat weet ik niet, misschien in de tuin.
Letty volgde de aanwijzing. Na een poos kwam ze nog boozer terug.
- Zijn ze er niet? vroeg Lottie onnoozel.
- Ik zou 't maar opgeven. Wil ik roepen, dat je 't opgeeft?
Letty gaf met een nijdig knikje toe.
Na een poos verscheen Maud voor de deur van de achterkeuken.
Met een wanhopig gezicht kwam zij de keuken in.
- O Margaret help me, kijk eens, ik heb allemaal inkt over mijn schort.
Zij wees twee groote zwarte vlekken.
| |
| |
- Wil je 't uitkooken, Margaret? Ik weet geen raad als mama het ziet. 't Is een nieuw schort.
- Uitkooken gaat niet, zei Margaret, de vlekken bekijkend, maar misschien heb ik wel een ander middel.
- O goody, goody, zuchtte Maud. Je bent een engel, als je 't schoon maakt. Maar gauw, voordat mama komt. Met een angstig gezicht keek Maud naar de keukendeur.
- Waar heb je gezeten? vroeg Letty.
- Dat zeg ik niet. Je hebt me niet kunnen vinden hè?
- Hou je schort op, Maud, zei Margaret, aankomend met citroen en zout.
- Zou 't helpen? vroeg Maud ijverig. Zij volgde gespannen de bewerking. Naarmate de vlekken een beetje verdwenen verminderde haar angst. Maar zij keek toch telkens naar de deur, waar Mrs. Dickson zou kunnen verschijnen.
- I feel just like Moses in the dark, zei ze met een ondeugend lachje. Mama zal 't niet zien, denk je? vroeg zij, toen Margaret ophield met wrijven.
- Misschien niet. Laat 't zoo maar drogen.
- Letty moet ze weer zijn, juichte Maud triomfantelijk.
- Ik heb geen zin meer in verstoppertje spelen, zij Letty. Laten we wat anders doen.
* * *
Letty had geen zin meer in spelletjes doen. Zij was uit haar humeur. Zij wilde zich niet meer met de andere bemoeien en slenterde de huiskamer in. Mrs. Copper was er alleen. Zij was bezig haar huishoudelijke uitgaven op te schrijven, telkens suffend over iets, dat zij zich niet meer herinneren kon en waarvoor zij Margaret binnen moest laten komen. Zij zag er bleek en vermoeid uit en een knorrige trek groefde de rimpel op haar voorhoofd dieper. Een hoopje papieren op tafel doorwoelde zij vruchteloos, zoekend naar een weggeraakte kwitantie. Margaret hielp op haar omslachtige meidenmanier en eindelijk kwamen zij tot een resultaat.
Letty snuffelde onderwijl in de papieren.
- Blijf eraf, snauwde Mrs. Copper.
- Waarom speel je niet met Maud?
- Ik heb er geen zin in, knorde Letty, Maud opzij duwend, die naast haar was komen staan.
- She's cross, zei Maud lachend. Dat gebeurde dikwijls genoeg.
Mrs. Copper ruimde de tafel leeg, toen nam zij een schilpadden haarspeld van den schoorsteen en naar Ellen toegaande, zei ze scherp:
- Dit vond ik in de kleine ontbijtkamer.
- Dank u tante, antwoordde Ellen onbevangen. Ik wist niet, dat ik dit kwijt was.
De scherpe trek op het gelaat van Mrs. Copper teekende zich nog scherper. Toen, als bezon zij zich plotseling op iets, zei zij:
- Letty, ga eens kijken, wat je vader doet.
Er kwam een sluw tevreden uitdrukking op Letty's gezicht. Zij wist, dat haar vader in het kleine salon was met Mrs. Dickson.
Met een plotselinge ruk duwde zij de deur daarvan open. Mr. Copper zat er lui gestrekt op de kleine sofa bij het raam. Niet ver van hem af zat Mrs. Dickson. Haar hand rustte vertrouwelijk op zijn schouder. Zij lieten het binnenkomen van Letty onopgemerkt.
Letty bleef in de geopende deur staan en wachtte, tot haar vader haar aan zou kijken. Toevallig zijn blik ontmoetend, zei zij:
- Mother wants you.
* * *
Toen de kinderen naar bed gebracht waren, stond Ellen een oogenblik besluiteloos, toen ging zij met langzame schreden de trap af, naar de huiskamer.
Zij vond er Mr. Copper en Mrs. Dickson alleen.
- Waar is tante, oom? vroeg zij.
- Boven geloof ik, antwoordde Mr. Copper onverschillig.
Mrs. Dickson lag in haar geliefkoosde houding op de divan. Ellen liep de kamer door en bleef voor de open tuindeuren staan.
Buiten lag een zware dauw. Boven een groep populieren stond de maan. Er was een volkomen stilte, waarin geen blad bewoog.
Het liefst was zij naar boven, naar haar eigen kamer gegaan, om daar, voor het open raam, ongehinderd te kunnen genieten van
| |
| |
het rustige van den avond buiten. Zij voelde plotseling een nerveus verlangen Rose-cottage vaarwel te zeggen en naar huis terug te keeren. Zij telde de dagen van haar verblijf. De kilheid van de sterk met dauw doortrokken atmosfeer buiten, deed haar huiveren. Toen hoorde zij de stem van Mr. Copper haar bestraffen.
- Moet je daar buiten ziek worden, Ellie?
Zij keerde zich onwillig om.
In de warme kamer huiverde zij nog sterker van de kilte buiten. Mrs. Dickson had haar pose nog vergemakkelijkt. De oogen half gesloten, keek zij naar Mr. Copper.
- 't Wordt wat koel met die open deuren, Jemmy, zei zij.
Ellen vond het in de kamer om te stikken met de deuren gesloten. Zij nam een Graphic en bladerde daarin.
- Je ziet bleek, Ellen, zei Mrs. Dickson.
- Wat heb je al dien tijd uitgevoerd, na het eten, Ellie? vroeg Mr. Copper.
- Gespeeld met de kinderen.
- Wat zegt zij? vroeg Mrs. Dickson.
- Je moet engelsch praten, zei Mr. Copper ironisch.
Toen kwam Mrs. Copper de kamer in, maar zij was stil en weinig spraakzaam.
Ellen stond vroeg op, om naar boven te gaan. Zij verontschuldigde zich met hoofdpijn.
- Je hebt daar straks kou gevat, plaagde Mr. Copper, je bent een onverstandig, stout kind.
Ellen lachte flauwtjes. Zij haastte zich met goeden-nacht zeggen. Toen zij langs de kamer van de kinderen kwam, hoorde zij Maud roepen. Het was een afspraak van Maud.
- Als ik nog niet slaap, kom je me nog een nachtzoen brengen, Ellen, had zij gevraagd. Dit ging iederen avond zoo.
- Foei, bestrafte Ellen, als zij werkelijk wakker was. Je moest al lang slapen.
Maud kneep haar armen om Ellen's hals, zij was klaar wakker.
- En nu als de wind gaan slapen, gebood Ellen.
- Het is zóó vreeselijk warm, ik kan niet slapen.
- Het raam staat ook niet open, zei Ellen, dit naziend.
Toen zij de kinderkamer weer uitkwam hoorde zij duidelijk van beneden de stem van haar tante, die snel en opgewonden sprak. Toen zij haar eigen naam hoorde noemen, bleef zij staan, om te luisteren. Duidelijk hoorde zij het gesprokene door de gesloten deur.... Je hadt 't moeten zien, Emily, hoe ik ze samen vond. Een schel lachje volgde.... Hij hield haar in zijn armen, juist toen ik binnen kwam.... Je hadt 't moeten zien, Emily!!... De spreekstem sloeg nog scheller over in een tweeden lach. Mrs. Dickson antwoordde iets, dat voor Ellen onverstaanbaar was. Maar zij had genoeg gehoord en een blos van ergernis en verontwaardiging steeg vlammend heet in haar gelaat. Zij klemde de trapleuning tusschen haar tengere vingers, met een oogenblikkelijken lust naar beneden te gaan. Haar tante te zeggen, dat wat zij daar zeide, laag en verachtelijk was en een schandelijke leugen, zooals zij de zaak voorstelde. Zij hoorde Mrs. Dickson verder spreken, maar onverstaanbaar. Ellen begreep, dat zij haar eigen drift bedwingen moest. Zij zou zich moeten schamen, te hebben geluisterd. Maar vastgenageld bleef zij verder luisteren. Na een oogenblik stilte, waarin blijkbaar gewacht werd op een antwoord van haar oom, hoorde zij zijn kort spotlachje.
Waarom verdedigde hij haar niet?...
Het bloed week weg uit haar wangen en zij beefde van drift en verontwaardiging. Toen richtte zij zich op uit haar gebogen luisterhouding en met een trotsche minachting voor hetgeen verder nog gesproken werd, liep zij door naar haar kamer. Om zich voelde zij een leegte, waarvoor zij duizelde. Zij haatte dit huis, dat zij zoo spoedig mogelijk wilde verlaten. Zij streek met de hand over haar oogen en bekampte moedig de opkomende tranen.
Het was te verachtelijk.
* * *
Mrs. Copper draaide heur haar in tallooze papillotten voor den nacht.
Zij voelde zich maar matig voldaan. Zooals altijd, was zij in den woordenstrijd met James Copper de zwakste gebleven, hoewel hij nauwlijks drie volzinnen gezegd had.
| |
| |
Alleen had zij genoten van een triomf tegenover Mrs. Dickson. Genoten had zij om de wijze, waarop Emily haar eigen drift had moeten bedwingen tegenover haar. Zij had dit gezien aan de donkere flikkering van haar oogen, waarvan het staalblauw bijna zwart had geleken. En meer nog, dan tegen James, had zij zich gericht tot haar.
Maar ook hierin voelde zij, de zwakste te zijn gebleven.
Emily had haar ten slotte overwonnen. Met een koele strengheid had zij de zaak getrokken in het belachelijke licht van Kate's ver gedreven jaloezie.
- Ellen is een onnoozel kind en daarenboven zijn zij oom en nicht. Je hebt ze honderdmaal zien stoeien zonder daarin aanstoot te vinden.
Haar fonkelende oogen hadden een oogenblik James gezocht, maar hij had zich kalm laten verdedigen, rustig toeluisterend, terwijl hij met de grootst mogelijke kalmte in de kamer op en neer liep.
Kate had geen antwoord terug gehad. Zij had inderdaad niets meer gezien, dan dat James Ellen in zijn armen gevangen hield.
Emily zocht dus een bondgenootschap tegen haar! - Zooals gewoonlijk, had zij zich gebogen voor het sterke overwicht van Mrs. Dickson, waartegen zij weinig vermocht. Kate haatte haar om die macht, waarvoor zij altijd opnieuw weer buigen zou, zonder zich daaraan te kunnen onttrekken. Wanneer Emily huisvesting vroeg, durfde zij niet weigeren. Zij onderging de kwelling van haar jaloezie op Mrs. Dickson, waarvoor zij wist, gegronde redenen te hebben. Maar zij en James waren haar te slim af, terwijl zij haar bijzijn minachtten in hun nietszeggende vertrouwelijkheid, die zij moest dulden, zonder hen ooit nog betrapt te kunnen hebben, op een grootere, ongeoorloofde intimiteit. Maar zij zou nooit rusten, James te achtervolgen.
Voor haar kaptafel gezeten, bleef zij een oogenblik scherp luisterend. Toen hoorde zij Mr. Copper de trap op komen en de kamer binnentreden. Hij sloot zachtjes tusschen zijn tanden en zij volgde een poos lang zijn bewegingen in het spiegelglas. James Copper verwachtte de uitbarsting na het vijandige zwijgen van zijn vrouw, als iets onafwendbaars, maar het stoorde zijn kalmte volstrekt niet.
- Dat was weer een schitterende manier van handelen, zei Mrs. Copper smalend.
Mr. Copper ontdeed zich van zijn halsboord en manchetten en ging rustig voort, zich verder te ontkleeden. Driftwoorden van zijn vrouw liet hij eenvoudig langs zich heenglijden.
- Als er nog maar iets was, waarvoor je je schaamde, vervolgde Mrs. Copper, zich weer feller opwindend. Maar zelfs Letty....
- Je moest nu met dat nutteloos gekijf ophouden, Catherine, zei Mr. Copper rustig, en 't wordt ook meer dan tijd, dat je het kind er voortaan buiten laat.
In zijn fletsblauwe oogen glom een koele drift, die hij echter volkomen beheerschte.
- Nutteloos gekijf, kreet Mrs. Copper, buiten zichzelf van drift. Je zult mij nog dood kwellen, maar je moet niet denken, dat ik je huichelachtige valschheid niet door en door ken. En wat het kind betreft, ik kan het evenmin doof als blind doen zijn.
- Misschien heb je gelijk, zei Mr. Copper koeltjes, en is het reeds voorgoed bedorven.
- En het zal ook weten, wie en wat haar vader is, vervolgde Mrs. Copper schel. Poor darling!
Haar nu weer fel opgelaaide drift tartte elken tegenstand en ontlastte zich verder in een stroom van scheldwoorden. De onverstoorbare kalmte waartegen zij stuitte, zweepte haar woede tot een uiterste, tot deze, als een fel uitlaaiende, zichzelf verterende vlam, ten laatste vanzelf doofde.
Nog nooit had James Copper een hand tot tuchtiging uitgestoken en haar geslagen.
- Maar eens zal ik je toch betrappen, zei zij heesch, haar hand dreigend geheven.
- En wat dan?...
James Copper had koel en verachtelijk gesproken.
- Ik zal je nooit in je wensch om vrij te zijn weerstreven, denk daaraan.
De koele ernst van zijn toon deed haar ontnuchterd zwijgen. Voor haar oogen opende zich een uitzicht, waarvoor zij plotseling schuw terugweek....
|
|