Verdyen, Em. Wauters, Agneessens en de gebroeders Oyens. Een nieuwe beweging gaat zich baan breken in Société libre des Beaux-Arts, waartoe o.a. Dubois, Eugène Smits, Constantin Meunier, Félicien Rops, Alfred Stevens behoorden, en ook tal van buitenlanders, Franschen en Hollanders hunne medewerking verleenden.
Meer en meer treden nu de mannen van La Société Libre op den voorgrond; zoo vertegenwoordigt een kunstenaar als Constantin Meunier een bepaalde richting, hij is in zijn soort een propagandist die het moeizame leven der mijnwerkers, zoowel in zijn teekeningen als in zijn latere beelden u wil doen kennen.
Na 1880 krijgen we de scheiding der meer modernen, die zich tot de cercle l'Essor en de club der Vingtisten vereenigen. Verschillende namen komen ons dra voor den geest, en we herinneren aan James Ensor, Xavier Mellery, Fernand Knopf, Van Rysselberge en hunne tijdgenooten Gustave van Aise, Leon Frédéric, Frans Charlet, Mertens en meer anderen, waarbij we zeker Henri de Groux, de fantast George Lemmen, Albert Baertsoen en Emile Claus niet vergeten mogen.
In groote vlucht gaat Lemonnier nu de rij der jongere affiche-teekenaars langs; Hancart, Crespin, Combaz, Henri Meunier, Privat Livemont; trouwens getuigende: ‘Je me suis étendu plus longuement sur les maîtres du passé, c'est qu'ils me furent mieux connus et que ce livre, écrit avec mes souvenirs, doit être pour eux un témoignage.’
Het is dan ook geen geringe taak om in een enkel boek een overzicht te geven van de verschillende stroomingen in de Belgische schilderkunst der laatste vijf- en zeventig jaren, en de wijze waarop Lemonnier zich hiervan gekweten heeft maakt het in alle opzichten interessant; zoowel wat hij over de richtingen als over het werk der kunstenaars weet te zeggen getuigt van zijn bijzonder vermogen om het typeerende op te merken en het duidelijk te zeggen, twee eigenschappen die het boek een degelijk cachet geven, zoo niet de naam van Lemonnier hiervoor reeds waarborg was.
De talrijke illustraties kunnen we vooral waar zij een bepaalde periode vertegenwoordigen als uitstekende toelichtingen tot den tekst beschouwen, terwijl zij tevens een aantrekkelijkheid te meer aan dit werk geven dat er in alle opzichten goed verzorgd uitziet.
R.W.P. Jr.