Dit vaartuig werd op stapel gezet, en de uitvinder kreeg een gouden medaille.
De ‘Narval’ werd te Cherbourg in 1897 begonnen, en liep van stapel in October 1899, maar eerst na het aanbrengen van een aantal veranderingen oordeelde men dat de boot in staat was om de voorgeschreven beproeving te ondergaan. De romp van de ‘Narval’ is dubbel, dat wil zeggen, dat het uit dikke staalplaten vervaardigde sigaarvormig lichaam omhuld is door een scheepsvormigen buitenromp vervaardigd van dunnere platen. De bedoeling hiervan is het verkrijgen van meerdere stabiliteit, grooter bewoonbaarheid, en beter zeewaardigheid. De bovenbouw is plat en vormt een dek, en de boot wordt lager op het water en met het dek gelijk met de oppervlakte gebracht, door water toe te laten in daartoe bestemde ballasttanken. Het òndergaan wordt verkregen met vier zijborden, twee vóór en twee achter aan het schip, welke door middel van een handwiel binnen boord kunnen worden versteld. De ‘Narval’ is bijna 35 meter lang, en verplaatst aan de oppervlakte 106 en onder de oppervlakte 200 ton water. Er is een machine om de boot aan de oppervlakte voort te stuwen, en een electromotor voor onder water. De bewapening bestaat uit vier torpedo's en aan elke zijde zijn twee Drzewecki lanceerinrichtingen, waarmede torpedo's gelanceerd kunnen worden onder elken hoek tusschen 30 en 120 graden van voren af. De inrichting is ongeveer als volgt: Ter zijde van de boot ligt een horizontale spar, welke aan de huid scharnierend verbonden is, en door een stang van voren af naar buiten kan worden geduwd. Aan de spar is met twee klampen een torpedo bevestigd. Door middel van een hefboom binnen in de boot duwt men de spar den vereischten afstand naar buiten, waarbij het water, dat daar vóór tegen aan slaat, medewerkt. Zoodra de stang, waarmede de spar wordt uitgevoerd, stuit, ontsluit de waterdrukde beide klampen, waarmede de torpedo aan de spar is bevestigd, en zet de luchtmachine van de torpedo
aan. Dit is de oorspronkelijke Drzewecki inrichting, waaraan later nog tal van verbeteringen zijn aangebracht.
In Mei 1901 volbracht de ‘Narval’ een mooien tocht, daar de boot toen 40 uur lang gevaren had zonder stoppen, en met 6½ mijls-vaart 260 mijl aflegde in ruw weder en met een moeilijke zee. Gedurende dien tocht bleef de boot herhaaldelijk een paar uren achtereen onder water, en herlaadde haar accumulatoren tweemaal. Intusschen had de bemanning nog al geleden, en waren sommige der opvarenden na dezen tocht vrij wel uitgeput. In Juni 1901 bleef de ‘Narval’ met de volle bemanning 12 uur aan één stuk onder water, maar toen waren verscheidene leden der bemanning na afloop van de proef vrij onwel. Tot de Narval-klasse behooren de ‘Sirenè’, ‘Triton’, ‘Espadon’ en ‘Silure’, waarvan de buitenhuid van gewoon staal en de binnenhuid van nikkelstaal is.
Een ander type van submersibles, en wel van 172 ton waterverplaatsing, zijn de ‘Aigrette’ en de ‘Cigogne’, welke een bemanning hebben van 20 man en 10.5 mijl loopen.
Verder de ‘Emeraude’, ‘Opale’, ‘Rubis,’ ‘Saphire’, ‘Topaze’ en ‘Turquoise van 415 ton en 12 mijls vaart.
Eindelijk nog de proefbooten ‘X’, ‘IJ’, ‘Z’ en de ‘Omega’, terwijl voor nog een vrij belangrijk aantal booten, welke op verschillende werven in aanbouw zijn, de gelden zijn toegestaan.
Van deze booten zijn er enkele van een gemengd systeem, tusschen ‘sous-marin’ en ‘submersible’ in.
Zooals men ziet heeft de Fransche marine reeds een groot aantal onderzeesche booten, maar tot nog toe is men er niet in geslaagd een bepaald type te vinden, dat werkelijk aan de verwachtingen voldoet, en men is nog steeds aan het zoeken naar het meest geschikte systeem. Om dit te bevorderen is een permanente commissie benoemd, die zich geheel wijden zal aan de bestudeering van het vraagstuk in al zijne onderdeelen.
Zeer kortelings zijn vergelijkende beproevingen gehouden tusschen de ‘Aigrette’ en de ‘Z’, de eerste een echte submersible, de tweede van een gemengd systeem, waarbij de ‘Aigrette’ volgens de berichten de gunstigste uitkomsten heeft gegeven, zoodat op het oogenblik in Frankrijk de submersibles het best staan aangeschreven.