Zij blijkt een onuitstaanbare schoonmama, van 't allergevaarlijkste soort. Er komt ruzie tusschen Karel en de belle mère. Ook de arme Käthe moet het nog al eens ontgelden; want haar man is niet altijd lief of zelfs maar beleefd tegen haar. Ze moet zich wel bekennen dat ze niet van hem houdt. Nadat zij op het punt is geweest weg te gaan, terug naar moeder, die in Wiesbaden in een pension is uitbesteed, gaan de echtgenooten een verzoeningsreis ondernemen. Te Nizza blijkt het dat Käthe er op mag hopen moeder te worden. Maar de lieve schoonmama laat weten dat zij ziek is. Käthe wil naar haar toe en komt zelf ziek aan. Mama is weêr hersteld. De verhouding tusschen de echtgenooten was juist veel beter. Te Wiesbaden gaat het allerakeligst, maar de jonggehuwden keeren toch eendrachtiglijk naar de Lindenhorst terug, waar een meisje wordt geboren - Louise.
Niet lang daarna, sterft de arme Käthe. Een bloedverwante van Karel, die gedurende het leven zijner vrouw niets van zich had laten hooren, biedt aan voor de kleine Louise te zorgen. Zoo gaat de schoonmama dan toch eindelijk, tegen haar zin, naar heur Heimath terug. Dit alles wordt ons in 't eerste boek verteld. Nu volgt een studie van het kind en van den eenzamen weduwnaar. 't Meisje, gedrild door een Fransche gouvernante, maar prettig omgaand met twee robbedoesen van neven, maakt kennis met een eígenaardige freule, oude vrijster met gouden hart, die een zeer gelukkigen invloed op het kind heeft en er de heerlijke frischheid helpt inhouden. Haar opvoeders zijn tamelijk bekrompen luidjes, die 't altijd maar druk hebben over menschen van nette famielje en menschen zònder, die dan natuurlijk niet netjes worden gevonden. Louise is een dweepstertje, maar met heel wat gezond verstand en van haar vader heeft zij wat aanleg en vooral veel smaak voor schilderkunst geërfd. Zij schrijft al heel jong een dagboek en al heel jong teekent zij wàt aardig. De auteur noemt haar een persoonlijkheid. Krachtig is dieniet.
Natuurlijk loert het leed op haar. Men brengt haar wel aan 't verstand dat papa een mésaillance heeft gedaan; op de Lindenhorst gaat àlles verkeerd. De huishoudster heerscht er vrijwel oppermachtig, de jonker raakt aan den drank, erger dan ooit; hij wordt een gewoonte-drinker en troost zich over 't verlies van zijn vrouw met een der dienstmeisjes.
Louise komt dit alles natuurlijk 't laatst van iedereen te weten; maar zij verneemt het dan toch. De neven met wie zij is opgevoed, vragen haar de een na den ander ten huwelijk. Van een hunner houdt zij veel - als van een broer en het doet haar pijn hem te moeten afwijzen. Haar Kunst is haar alles. Zij leert schilderen, boetseeren. En dan komt er in haar leven de man.
De Meester doet uitkomen dat dit jonge meisje, klein kind van een echten artistieken Bohemer, zich, zoo 't niet zeer veel van den vader heeft - en dat is niet het geval - mèèr dus kind ook nog van een artistiek aangelegde moeder - zich moet voelen aangetrokken tot menschen, levend op den zelfkant der samenleving. De meester gebruikt het woord en noemt er Van Hulzen's Gidsnovelle bij. Heelemaal zoo op den zelfkant der samenleving staat haar leermeester in 't schilderen, Kruit. Hij heeft al veel naam gemaakt, wordt hoogelijk door de Kritiek geprezen; maar met 't verkoopen gaat het niet al te best. Daarom òòk al, geeft hij les. Louise is zijn liefste leerlinge. Veel wordt gepraat. Zoo'n heel groot talent ziet Kruit niet in Louise; maar hij vindt haar, niet het minst om haar gesprekken, belangwekkend.
De zoon van den politieagent en de kleindochter van den armen schilder begrijpen elkander.
Wij zien hen al afstevenen op de huwelijkshaven; wij vernemen zelfs al dat zij verloofd zijn en de familie nog weer eens woedend is. Jonker Karel is gestorven aan een beroerte. Louise is baas over zichzelf en schatrijk.
Maar dan wordt het verhaal heel romantisch.
Een vriend van Kruit komt Louise waarschuwen dat Kruit zoo goed als getrouwd geweest is met een arm meisje uit zijn eigen stand en Louise alleen maar neemt omdat hij als kunstenaar onafhankelijk en daarom rijk wezen wil. 't Meisje heeft lange jaren met hem samengewoond, hem haar spaarpenningen gegeven... is nu verlaten en heeft (wonder boven wonder!) nog een dienst gekregen als kinderjuf.