Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 13(1903)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 390] [p. 390] De bruid. Door Joha. W. Bakker. Het maanlicht stil in de kamer gleed, waar zij zat in haar witsatijnen kleed. Drie rozen lagen in haren schoot. De eene was wit, en de andere rood, en de derde was bleek als de bleeke wang van eene die wachtte, en weende lang. ‘Waarmêe zal ik tooien mijn bruidsgewaad, mijn donkere haren, mijn bleek gelaat?’ En de witte roos in de hand zij nam; die was als een blanke altaarvlam. ‘O reine roze, wat zijt gij schoon.... Wel wilde ik u winden tot krans en kroon.... Maar een bruid is heilig, een bruid is rein, en zondig zijn de gedachten mijn. [pagina 391] [p. 391] Hoe zal ik dan dragen de rozen blank als ik kniel in de heilige bruidenbank?’ Zij legde de roze⁀al zuchtend neêr, en wrong de handen en weende zeer. * * * ‘Als 't wreed herdenken in mijn gemoed brandt der roode roze vlammende gloed. Ik zie den loovrigen rozentuin, der lange hagen wuivende kruin.... ik hoor in de diepe, diepe laan de klaat'rende springbron al zachtjes gaan.... en de rozen zijn rood als vuur, als bloed, en blank is de hand, die ze breken doet, en donker zijn de⁀oogen, die zien mij zoo aan, en hebben toch zóóveel leed mij gedaan....’ Zij bracht aan haar lippen de roze rood: ‘O bloem van mijn smarten, o bloem van mijn dood! Ik kus u, ik kus u met kussen zoo heet.... maar nimmer toch tooit gij mijn bruidenkleed! [pagina 392] [p. 392] Zoo diep is daarbuiten de donkere vloed, als een donker graf, zoo stil en zoo goed.... Daar zullen de zonde-gedachten mijn en àl mijn herdenken begraven zijn!’ Toen wierp ze⁀uit het venster den rooden knop; de golven vingen hem zachtkens op, en droegen hem stillekens, stillekens meê.... Maar diep in haar hart bleef het brandend wee. * * * Zij trad in de helverlichte zaal, die was omhangen met feest'lijke praal. Zwaar sleepte 't glanzend bruidsgewaad waar zij ging met opgericht gelaat, dat wel de roze⁀aan haar hart geleek, zoo wonderschoon, zoo stervensbleek. Vorige Volgende