Van Dishoeck zeer net uitgegeven prozabundel Allerlei Menschen, beginnend met een humoristisch aardigheidje, dat voortreffelijk werd verteld. We krijgen dan verder nog schetsen uit Parijs.... van alles wat, niet steeds in den vorm voldoende keurig gehouden, noch altijd even vermakelijk of boeiend, een verzameling van zeer ongelijke stukjes.
Voor menschen, die nog verzot zijn op ouderwetsch humoristische boeken - hun aantal is hier te lande niet gering - moet een welkome gave zijn, het over de vier honderd bladzijden dikke werk Reisontmoetingen van Joachim Polsbroekerwoud door Vlerk (Cohen-Arnhem-Nijmegen), geïllustreerd met de oude prentjes, ingeleid bij 't hedendaagsch publiek door W.F.C. van Laak, die er aan herinnert dat het werk anno 1840 te Amsterdam werd uitgegeven bij Hendrik Frijlink. Gewin had het geschreven als student of proponent, als zoodanig studiegenoot te Leiden van Beets, Hasebroek en Kneppelhout - Hildebrand, Jonathan, Klikspaan.... Vlerk werd vergeten; maar niet ds. Gewin. Zijn humoristisch boek werd onvindbaar. De inleider zegt ervan:
‘Hoe men Vlerk ook beoordeele, - en een man als Potgieter, eens de criticus van De Gids, beoordeelde hem niet zacht. - Vlerk heeft nog meer dan zijne vrienden getoond in welke letterkundige atmosfeer hij leefde.
Hij schijnt zich te hebben voorgesteld in dit boek over Polsbroekerwoud en zijne vrienden bij elkander te geven ongeveer al wat de Romantiek in dien tijd eigenaardigs had.
Eigen, persoonlijke opmerkingen overal, humoristische uitweidingen, afgewisseld door de stelselmatige opsomming van de vier of vijf oordeelvellingen der vier of vijf reizigers omtrent al wat ze zien of beleven. Daarbij de zoete dweperij van een der vrienden, die een echt ontvlambaar jong hart bezit. Tot tegenstelling laat zich bij iedere gelegenheid de zwaartillende Holstaff hooren, die de donkerste schakeeringen der melancholie alom weet aan te brengen met een stillen wellust, een betere zaak overwaardig. Dat alles gelijkt nu en dan op een van te voren opgemaakt stelsel, dat in alle onderdeelen uitgevoerd is naar een onwrikbaar besluit.
Zoo moeten er dan ook onverwachte avonturen plaats hebben, schaking, moeite met de policie en minstens één erg hartstochtelijk, hoogst tragisch tooneel. De persoon van Polsbroekerwoud wandelt tusschen dat alles door als een type van het oude Hollandsche burgermannetje. Dat hij een der gepromoveerde vrienden is, gewezen student en Rotterdammer van geboorte, is misschien een kleine vergissing, want hij is veeleer een jongere broeder van Stastok, dan een vriend uit den kring van Hildebrand.
Doch, zooals hij daar treilt en zeilt, is hij een van de personen, die leven brengen en afwisseling in deze Romantische brouwerij.
Het zal menigeen niet berouwen deze reisontmoetingen te hebben ter hand genomen, ja enkelen zullen met dankbaarheid in den schrijver den opgeruimden zin herkennen van Veervlug zelven, die onder den naam van Vlerk al zijnen humor heeft willen laten uitrazen...’
Zelf voel ik voor een humor, die zoo verbazend is aangelengd, niet veel; toch gaarne zij erkend dat het boek in zijn soort niet minder is dan menig buitenlandsch succesboek. De prentjes zijn alleraardigst en heel typisch.
Door den Nederlandschen Boekhandel (Gent-Antwerpen) is uitgegeven De Vlaamsche primitieven, hoe ze waren te Brugge, door Karel van de Woestijne. 't Is een herdruk van de zeer beteekenisvolle artikelen van den knappen kunstkenner, die indertijd verschenen in de XXe Eeuw, herzien, aangevuld en met aanteekeningen aan den voet der pagina's nog verrijkt, nadat de schrijver kennis had genomen van de velerlei studies over hetzelfde onderwerp door Henri Hijmans, G. Hulin de Loo en anderen uitgegeven. Het is een der zeer goede werkjes over deze hoogst belangrijke tentoonstelling, een boekje om zorgvuldig te bewaren, om de plastische beschrijvingen der voornaamste werken, zoowel als om de kunsthistorische bijzonderheden, door Woestijne op aangename wijs in herinnering gebracht.
F.L.