Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 12(1902)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 182] [p. 182] Verzen Door Richard de Cneudt. I. De teere groene bladerkens... De teere groene bladerkens ritselen zonder gerucht; met duizenden lichtende aderkens, doorglansd van de blauwe lucht... Zij wiegen op wuivende windekens en zonnekens droomend gevlei, als zielen van leutige kindekens, die opengaan in den Mei... Zij ruischen als blijde gedachtekens tot schuchtere woordjes verwijd, en zachtekens, zachtekens, zachtekens, tot hooglied van Lente gewijd... De teere groene bladerkens ritselen zonder gerucht, met duizenden lichtende aderkens, doorglansd van de blauwe lucht... II. Avond in het Bosch... De zonne verbloedde in het droomvol woud, dropen de toppen van stervend goud. De windekens sliepen in 't wuivend groen, zooals het alleen maar de windekens doen... De bloemekens waren van 't geuren moe, en deden vol zalig haar oogjes toe... Het klingelend kloksken luidde zijn klacht; een eenzaam vogelken klaagde zacht. Een enkele ster lichtte hoog en stil, en keek, als een kind dat begrijpen wil, nieuwsgierig, maar bang nog en zonderling, naar de gouden Zon, die nu sterven ging. Vorige Volgende