kruiwagen voortstoot met groenten geladen, spelende kinderen en een beenhouwerij waar een geheel kalf aan den haak hangt, dat de groote rol in het volkstooneel speelt. Het stuk is gedagteekend van 1666. Wij kunnen niet zeggen dat het ons erg doet betreuren dat Van der Helst zijn talent aan niet meer soortgelijke werken heeft besteed.
Verder verscheiden portretstukken. Het eerste (Nr. 777) gedagteekend van 1647, is het belangrijkste en gaat hier in afbeelding bij. Het heet de Voorstelling der verloofde, ik durf echter niet verzekeren dat het goed gedoopt zij. De achtergrond wordt gevormd door een scherm van donkergroen loof aan de rechterzijde, door den zwaar bewolkten hemel links. Tegen het geboomte zitten vader en moeder en komen goed uit in hunne zwarte kleedij en wit linnen. De vrouw draagt een grooten gepijpten kraag, de man een platten halsband en witte lobben. Aan hunne zijde staat een knaapje in bonte kleedij, grijs en geel, met een bepluimd hoedje op het hoofd, een valk op de hand en twee honden nevens zich, de eene staande de andere liggende; boven hem hangt een doode reiger aan den boom. De grijsaard houdt nog van de jacht en het jongetje zal hem al spoedig vergezellen.
Vóór het oudere paar staat het jonge, de verloofden. Zij zijn niet bijzonder jong meer en men kan evengoed aannemen dat zij man en vrouw zijn en de kleine jongen nevens zijn grootouders staat. De jonge vrouw draagt een witten kanten kraag en manchetten met kant geboord, een goudkleurig voorlijf, een blauwen rok met gulden passement en een zwart kleed daarover. Haar verloofde draagt een zwarten mantel en een witten kraag. Het jonge koppel staat in volle helder licht; zij is bleek van gelaat, blank van huid, met zwart loshangend haar en met koele grijze schaduwe rond de kin; de zwarte en blauwe zijde van het kleed weerkaatst een sterk geglim. Hij is iets roziger van wangen, maar koel zijn ook de grijze schaduwen, die op zijn gelaat vallen, en zijn kleedij heeft hetzelfde geglans. Het kleine hondje, dat voor hem zit, ziet er uit als van porselein, de ouders zijn stiller van kleur, maar op het hoofd en de hand der moeder en ook over het jongetje, ligt er iets krijtachtigs.
De groepen zijn uitstekend gevormd, vader en moeder zijn in volle deftigheid zonder eenige stijfheid weergegeven; even los en natuurlijk is de beweging van het jonge paar; het is alles natuur en zeer fraaie natuur. Dezelfde goede hoedanigheden als in zijn Schuttersstukken vinden wij dus weer, maar hier zijn de kleuren en lichten minder. Ook in zijne beste portretten heeft Van der Helst iets hards en glads, iets steenachtigs. Hij had reeds in 1647 een neiging om in het grijze en koele te vervallen, dat zich hier al verraadt, maar elders en later zich sterker uitspreekt.
Het tweede stuk (Nr. 778) zonder dagteekening is een groot familieportret. Vijf personen, een man van middelbaren leeftijd, neergezeten met een wandelstok in de hand, een jongere, rechtstaande nevens hem en leunende op zijn geweer met een jachthond aan zijne voeten. Verder drie dames: eene in een blauw zijden kleed met een oranje-appel en oranjebloesem in de handen; eene jongere in wit satijn, spelende met een schoothondje; eene andere in donkerder gewaad op de guitaar spelende. De achtergrond wordt gevormd door geboomte en struikgewas. Het zijn zeer voorname personages, en gezien de oranjebloem en -vrucht, die een hunner in de hand houdt, heeft men de vraag gesteld of het geene leden der vorstelijke familie zijn, iets wat best mogelijk is, daar Van der Helst meer dan één persoon uit het prinselijk gezin geschilderd heeft. Dezelfde wijze en fraaie schikking als in het vorige stuk, vinden wij hier; maar waarschijnlijk om beter den hoogen rang der afgebeelden te laten uitkomen is de fraaiheid meer gezocht, de toon van kleed en huid is zalvig en fluweelig met grijze schaduwen op de vleezen; de schildering is fijner, maar minder waar.
Een derde familieportret (Nr. 779) draagt het jaartal 1652; het geeft een huwelijkspaar met een kind te zien. Moeder is in galagewaad: een wit satijnen kleed, witte pluimen en parelen in het blonde in krullen neervallende haar: zij houdt rozen in de hand. Vader, geheel in het zwart, zit in een arm-