Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 11(1901)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 641] [p. 641] Ballade. Door Hélène Lapidoth-Swarth. Op het woelige marktplein, van menschen bont, Zong de zanger den lof van zijn lieveken blond. De Koning, die reed op zijn ros voorbij. - ‘Haal mij die jonkvrouw en geef haar mij! Naar mijn marmeren troonzaal geleid ik haar, Met mijn goudenen kroon op haar goudenen haar.’ De zanger die zonk op zijn knieën en bad: - ‘Laat mij, o Koning! mijn eenige schat. Al fladdere in flarden mijn mantel zoo oud, Al rinkle in mijn beurzeken zilver noch goud, Mijn lievekens liefde maakt mij rijk, Die ruilde ik voor geen koninkrijk.’ Toen liet hem de Koning in boeien slaan, Omdat hij een koning had wederstaan. Doch hij zong in den kerker een tooverlied, Dat zijn boeien deed breken als halmen van riet, Dat deed wijken de wanden van stuggen steen, Als de neevlen waar 't vogelken vliegt doorheen. En hij vluchtte in het heilige veilige woud En hij zong van zijn jonkvrouw; de boomen zoo oud, Die peinzende wijzen, die reuzen van brons, Die ruischten: - ‘O geef haar, o geef haar ons! [pagina 642] [p. 642] Wij hoeden haar treden voor stedegewoel, Wij geven een leger van schaduw haar koel.’ En hij vluchtte van land naar het strand van de zee En hij sprong en hij zong op een scheepje aan de ree. En de golven die klotsten: - ‘O geef ons haar! Wij winden koralen en wier om heur haar.’ - ‘Eer stortte in de golven 'k mijn lijf en mijn luit, Aleer ik u jonde mijn zonnige bruid!’ De Zee, vol ontzag voor zijn wederstand, Die dreef er het scheepje gedwee naar land. Toen daalde een fluisteren wonderbaar, Een adem huiverend door zijn haar. ‘O geef haar mij!’ zei zacht de Dood, ‘Ik geef haar het eeuwige morgenrood.’ - ‘Koen trotste ik het Woud en den Oceaan, En zelfs den Koning heb ik weerstaan.’ - ‘En toch, ga zien - klop aan haar poort - Wie van ons beiden uw lief behoort.’ Toen hij klopte aan haar poort, in het morgenrood, Lag, op haar sponde, de jonkvrouw dood. Vorige Volgende