Mr. W.F. van Leeuwen,
Door Mr. J.G. Schölvinck.
‘De ziel komt uit de tronie zwieren.’ Zóó zong de dichter en denkt het volk.
Het gelaat van Mr. Willem Frederik van Leeuwen teekent jeugd en kracht.
Even veertig jaren is hij oud, onze nieuwe burgemeester. Toch is hij niet de jongste uit de breede rij van Amsterdamsche burgervaderen. De eerste burgemeester, benoemd na de invoering der Gemeentewet van 1851, Jonkheer Mr. van Reenen, die hoog in jaren en hooger nog in aanzien wegens zijne voortreffelijke eigenschappen, overleed als vice-president van den Raad van State, aanvaardde het burgemeestersambt op ruim dertigjarigen leeftijd.
Geboren in Indië, ontving Mr. van Leeuwen zijne opvoeding in Amsterdam. Oudste zoon van een chef der firma J.F. van Leeuwen & Co. en van zijn vader reeds in jonge jaren de vertrouwde medewerker, is hij opgegroeid in een atmospheer van koopmanszaken. Zelf het handelsbedrijf uitoefenen heeft hij echter nooit gewild. Trouwens, toen hij leerde werken onder zijn hoog door hem vereerden Vader, was voor dezen de periode van zelf handelen voorbij en mocht hij zich beperken tot het opperbestuur en de contrôle der zaken, die de vertegenwoordigers zijner firma in Indië dreven.
In die richting lag de kracht van Mr. van Leeuwen als wethouder voor de gemeentebedrijven.
Voorstander van naasting is hij nooit geweest. Er zijn bijna geen voorstanders van dit stelsel in kringen van groote kooplieden; zij vinden het onbehoorlijk om, al moge in de concessie-voorwaarden het recht tot naasting zijn bedongen, de winsten, die concessionarissen in hunne zaak ten hunne bate verdienden, te doen vloeien in de algemeene kas.
Maar nadat eens tot naasting was besloten, heeft Mr. van Leeuwen het beheer der bedrijven met graagte aanvaard.
Hij heeft gezorgd voor eene voortreffelijke boekhouding; - even nauwkeurig als zijn vader op de hoogte werd gehouden van de Indische zaken, liet hij geregeld zich overzichten geven van den gang en den stand van alle bedrijven. En tevens heeft hij zich toegelegd om van elk bedrijf technische kennis te verwerven.
De directeuren der Amsterdamsche gemeente-bedrijven zijn eenstemmig in hun lof over den wethouder. Zij roemen de aangename wijze, waarop zij onder en met hem hebben gewerkt; - hij eischte duidelijke en nauwkeurige voordracht van iedere belangrijke zaak; - hij werkte onvermoeid om zich rekenschap te geven van alle kanten van een vraagstuk; was zijn oordeel gevormd, dan volgde een spoedig besluit.
De wethouder wist, wat hij wilde, en gesteund door zijne directeuren wilde hij met kracht.
Aan den Oosterling herinnert in Mr. van Leeuwen soms de overdrijving, waarvan hij zich niet wist vrij te houden, en altoos de warmte, waarmede hij zorgt voor hetgeen hem aan 't harte gaat: zijn gezin, zijn werk, zijn stad.
Amsterdam mag tevreden wezen over de keuze der Hooge Regeering.
Burgemeester van Leeuwen zal zijn een goed bestuurder en met inzetting van zijne geheele persoonlijkheid zal hij streven naar het doel, Amsterdam te doen blijven de eerste koopstad van Nederland.