Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 11
(1901)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNo. 2.Hij ging haastig naar zijnen ouden vriend Professor Peter om dezen geleerden man zijnen arbeid te laten lezen. De Professor, die juist | |
[pagina 427]
| |
bezig was zijne dienstbode te berispen, ontving Casimier hartelijk. | |
No. 3.Onverwijld begon de verstrooide maar geleerde heer Professor te lezen en las maar door tot het nacht werd. Toen zijne echtgenoote hem kwam halen voor het avondeten en zooals gewoonlijk de hand drukte, bemerkte zij dat de duim koud was en vervolgens dat haar man zich had dood gelezen. | |
No. 4.De weduwe ontstelde hevig, keek naar de schrijftafel en greep het noodlottige boek. Even als haar rampzalige echtgenoot begon zij te lezen en las den geheelen nacht doortot den volgenden morgen, en toen zij haar hondje wilde uitlaten en reeds buiten op het bleekveld stond, werd zij plotseling met een ijselijken gil krankzinnig, hetgeen hare dochter bemerkte. | |
No. 5.Het lieve meisje zag hare moeder wegsnellen zonder nog dadelijk den omvang van het onheil te kunnen berekenen. Zij nam het boek op en begaf zich naar den boomgaard, waar zij zich reeds na de tweede bladzijde met een koude vleeschvork doodde, uitroepende: | |
[pagina 428]
| |
‘'t Is schande.’ Dit hoorde de oude dienstbode in de verte. | |
No. 6.Toen deze trouwe ziel de jongejuffer doorboord zag neerstorten nam ook zij het onzalige boek op en begaf zich naar de weide. Nauwelijks had zij een dozijn bladzijden gelezen of zij hing zich op met drie stroppen aan een wilgentak en juist toen zij den laatsten adem had uitgeblazen kwam een eerlijk man te laat om haar te redden. | |
No. 7.Gevolgd door zijnen zoon ging de eerlijke man den burgemeester en den diender halen, die weldra op de plaats des onheils stonden,omgeven door vele nieuwsgierige burgers, die van alle kanten kwamen aansnellen. Na gemeen overleg besloot de politie metterdaad op te treden. Zij sprong over den tuinmuur. | |
No. 8.In den tuin vond zij de dochter, de meid en het boek. De burgemeester nam de dochter op en gevolgd door den diender, die de meid en het boek droeg, begaf hij zich naar de woning van Professor Peter, waar een nog treuriger schouwspel hem trof. Toen de waan- | |
[pagina 429]
| |
zinnige moeder het boek zag, geraakte zij nog verder buiten zich zelve. | |
No. 9.Middelerwijl kwam dichter Casimier eens bij zijnen ouden vriend Professor Peter oploopen, om over zijn eerste deel te spreken. Maar nauwelijks was hij binnengetreden of een hevige schrik beving zijn hart, want de gade des Professors klaagde hem bij den burgemeester aan, die zich op staande voet van Casimier meester maakte. Hij werd weggevoerd na met de lijken te zijn geconfronteerd. | |
No. 10.In de gevangenis betreurde Casimier zijn onbezonnen roman. Hij had nimmer bevroeddat de invloed van zijne werken zoo groot zou zijn. Na langen tijd getreurd te hebben nam hij zich voor om kalm zijn straf te ondergaan, te meer toen hij hoorde dat zijn boek druk verkocht werd, dat zijn naam gevestigd was en dat de kritiek de doodelijke passages had verklaard.
J.H. Speenhoff. Rotterdam. |
|