Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 9
(1899)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 366]
| |
De kathedralen van Noord-Frankrijk.
| |
[pagina 367]
| |
't schoonst wordt uitgesproken door den bouw van majestueuze Kathedralen. En wanneer 't Christendom is doorgedrongen dan is ook de christelijke kunst tot haar hoogtepunt geklommen; zij zetelt in alle ambachten en er blijft niets meer voor haar te verlangen over. Maar daarna komt een tijd, dat de christenen zich verdeelen en de eenheid verbroken wordt, wanneer de liefde, die tot dusverre alles verbond, niet meer is de liefde van allen, en die gemoederen niet langer bewogen worden door de groote emoties, welke in de beeldende kunsten doorstraalden. Dan zal de bouwkunst niet langer voortgaan, met het doen verrijzen van groote Kathedralen, en beeldhouwkunst, schilderkunst en bouwkunst hebben hun groote kracht verloren die uit samenwerking en harmonie ontstond.- St. Vincent te Rouen.
* * *
De politieke gebeurtenissen, welke sinds de XI eeuw zooveel tot de herleving der kunsten hadden bijgedragen, oefenden daarop in de XII en XIII eeuw een steeds wassenden invloed uit. De kruistochten maakten de Oostersche kunst ruimer bekend. De vestiging van het koninklijk gezag in Frankrijk verzekerde aan het land vrede en welvaart. Lodewijk VI, Lodewijk VII en later Philippe Auguste en Saint-Louis moedigden de ontwikkeling der kunsten ten zeerste aan. Een van de voornaamste oorzaken, welke daartoe ten gunste medewerkten, was de vestiging der steden. Allerwegen kwam het gemeenschapsgevoel tot voller ontwikkeling; op deze plaatsen verrijzen de kathedralen | |
[pagina 368]
| |
als de hartaders van een nieuw gemeenschapsleven, die niet alleen dienen voor den cultus, doch waar de burgers en het volk ook bijeenkomen om hunne belangen te bespreken. Velen bleven echter onvoltooid. De geestdrift, welke bij den aanvang aan den dag was gelegd, verminderde gaandeweg en later toen er hoogere eischen werden gesteld aan het burgerlijk leven, bekommerden de burgers zich minder om hun kathedralen-bouw, ja dachten soms niet aan de voltooiing dier bouwwerken. Intusschen werkten de beoefenaars der beeldende kunsten onder gunstige omstandigheden, waartoe de gilden met hunne reglementen in ruime mate 't hunne bijdroegen. Wanneer een groot bouwwerk werd ondernomen, kregen de leden dezer gilden er allen deel aan, maar hij die aan 't hoofd stond van 't geheel, was de bouwmeester. Zoo begon Robert de Luzarches in den aanvang der 13e eeuw den kathedraalbouw te Amiens. Thomas de Cormont en zijn zoon Regnaut volgden hem op; aan Pierre de Montreuil dankt men een van de schoonste bouwwerken van dien tijd, la Saint Chapelle te Parijs (1245-1248); terzelfder tijd werkte Jean de Chelles aan de zijportalen van de Notre-Dame te Parijs. Al deze omstandigheden begunstigden den steeds naar nieuwer banen zoekenden geest der middeleeuwers. Het oude gewaad der Romaansche kunst voldeed niet langer aan de eischen der constructie; een nieuw kleed zou worden gevonden, waarin de zuiverst-constructieve begrippen hunnen grootsten triomf zouden vieren. Het laat zich begrijpen, dat die uitingen niet zonder strijd werden doorgevoerd en menigeen wel wat opzag tegen de stoute overspanningen, welke nu overboogd werden. Zonder twijfel zullen deze constructiën menig slachtoffer hebben gekost voor men zeker was van de stabiliteit van het bouwwerk. Het meest kenmerkend punt van overgang van het Romaansch tot de Gothiek was het vervangen van den rondboog door den spitsboog. Hoewel de spitsboog reeds van de Arabische bouwwerken bekend was, ging men eerst in de Gothiek van zijne constructieve waarde partij trekken en die als grondslag aannemen voor gewelven, vensters en nissen; de constructies van grooten omvang voerden langzamerhand tot andere meer gecompliceerde samenstellingen. Langzamerhand werd 't den bouwmeester mogelijk langwerpige vakken met stergewelven en dergelijken te dekken; de zijdelingsche druk verminderde en er kon worden voldaan aan de behoefte om aan de gewelven grooter spanning te geven. Ten gevolge van de ontwikkeling van het gewelfstelsel worden de contreforten of beeren hoofdconstructiedeelen. Van onder het zwaarst, hooger op teerder en fijner gemaakt met kolonetten en baldakijns, eindigen zij in pinakels en fialen, die in de détails uiterst teer en licht behandeld zijn. Deze contre-forten, gebouwd in verband met de zijbeuken, 't zij een of meer, en te gelijk als steunpunten dienende voor de gewelven der zijbeuken, waren de groote steunpunten van het gewelf, van het middenschip Dit gewelf rust tegen de zijmuren, terwijl de zijmuren zelf op groote kolommen of pijlers steunen. De muren van het middenschip kunnen dus op zichzelf den zijde- | |
[pagina 369]
| |
lingschen druk van het gewelf niet dragen en daarom worden zij over de zijbeuken heen geschraagd door de groote bogen, die men steun- of schraagbogen noemt, De druk van de gewelven werd dus overgebracht op de zijbeuken en contreforten, en de zijdelingsche druk door deze stoute constructie omgezet in grootendeels loodrechten druk. Toren Kathedraal te Soissons.
Een wonderschoone perspectief treft het oog door de contreforten, die statig omhoog rijzen en met de steunbogen, die tegen het middenschip rusten als het ware een bosch vormen, dat de kathedraal omhult. De dikte der muren kon nu aanmerkelijk minder worden en de lichtopeningen grooter. De breede vensters, met rijk en fijn geprofileerde zijposten, werden overboogd door den ranken spitsboog en door steenen posten verdeeld, welke onderling weder door kleinere spitsbogen verbonden werden. Is de Romaansche kerk dikwijls log en zwaar, de Gothische bouwwerken verheffen zich in ranke lijnen naar de wolken en worden door de veelal gebrandschilderde glazen met een zacht gekleurd licht gevuld. En te midden van de groote verscheidenheid van détails blijft logica en symetrie steeds voorstaan en ziet men terstond het beginsel, dat er in werd neergelegd. Gelijk reeds eerder gezegd vermocht de Gotische bouworde niet terstond de wereld te veroveren. Als het ware gegroeid uit het Romaansch, maakte zij een overgangstijdperk door, om langzamerhand tot volle ontwikkeling te komen. In dit tijdperk van overgang kwamen bouwwerken tot stand met combinaties van Romaansch en Gothiek. In de abdijkerk van St-Denis is het koor nog in | |
[pagina 370]
| |
Romaanschen stijl, terwijl in den gevel rondbogen en spitsbogen elkander afwisselen. Het eerst heeft de Gothiek zich vertoond in Ile de France en het omringende landschap, de kerk van Noyon, de kathedraal van Sens, Notre-Dame de Châlons, Saint Remi van Reims en gelijk hiervoren gezegd, enkele gedeelten van de abdijkerk van Saint Denis zijn er de oudste bouwwerken van. Maar in de 13e eeuw verdwijnt het Romaansch karakter toch geheel en wordt de Gothiek in de nieuwe bouwwerken bijna overal consequent doorgevoerd. Van dezen tijd dagteekenen de schoonste kathedralen, o.a. die van Parijs, Amiens, Chartres e.a. Het zich allerwegen openbarend streven om zich in alle richtingen vrijer en zelfstandiger uit te spreken heeft dus in de bouwkunst een nieuwe richting doen geboren worden, die door haar verheven en logisch karakter spoedig een grooten aanhang gaat verwerven. Dakvenster in het Hotel de Bourgtheroulde te Rouen.
* * *
Is de gevelbouw der bazilieken eenvoudig, de rijkdom van het Romaansch ontwikkelt zich in de Gothiek tot luisterrijke pracht. Deze weelde-ontwikkeling in de Godshuizen vond niet overal instemming. ‘l' Eglise brille dans ses murailles, elle est nue dans ses pauvres. Elle couvre d'or ses pierres et laisse ses fils sans vêtement,’Ga naar voetnoot*) zoo vinden wij in brieven uit dat tijdperk geschreven. Maar het was slechts een minderheid, die aldus oordeelde. De | |
[pagina 371]
| |
meerderheid stond aan de zijde van Suger, die oordeelde dat ‘plus les choses ont de prix, plus il y a obligation de les consacrer au service du Seigneur.Ga naar voetnoot*) De Gothieke Kathedraal heeft meestentijds twee torens voor de zijbeuken geplaatst, gelijk bij de Kathedralen van Parijs, Reims en Amiens, terwijl wij er bovendien op het kruispunt van koor, middenschip en transepten een vinden. De Kathedraal van Laon heeft er zeven, behalve den kruistoren, en die voor de zijbeuken van het kerkruim zijn er ook voor de zijbeuken der transepten geplaatst. Met groote voorliefde zijn de hoofdingangen dier kerken behandeld. De diepe buitenportalen worden gevormd door een opeenvolgende rij van kolonnetten, behandeld als groote profillen. De hollen tusschen deze kolonnetten zijn gevuld met afbeeldingen van Heiligen, staande op baldakijnen. De baldakijn boven het eene vormt den voet voor het daarbovenstaande en zoo welft zich eene opeenvolgende rij van het schoonste ornament en beeldhouwwerk om de portalen en zet ze een tot nu toe ongekenden luister en rijkdom bij. De hoofdaanleg van den Gothieken kerkbouw is de kruisvorm, een Latijnsch kruis (crux immissa), aldus gevormd door middenbeuk, zijbeuken, kruisbeuk en koornis of absis, doorgaans van een kapellenkrans omgeven. De Kathedraal van Reims heeft vijf kapellen evenals die van Bourges; Chartres heeft er zeven, terwijl de notre Dame van Parijs door een steeds doorloopende kapellenkrans is omgeven. Deze kapellen zijn aan de Heiligen der kerk gewijd. Op de as der Kathedraal staat de Mariakapel, door haar grootere afmetingen veelal op zich zelf reeds een kapel. Deze kapellen gaan dikwijls onder een dakvlak door, maar zijn soms, zooals bij de Kathedraal van Noyon, ieder afzonderlijk afgedekt. Het priesterkoor, staande op verhoogden vloer, is zoo mogelijk gewoonlijk in Oostwaartsche richting gebouwd, waarmede de gewijde symboliek aangeeft geboorte en dood van den Christus in het Oosten. Aanvankelijk was het priesterkoor van het verdere gedeelte der Kathedraal door een balustrade afgescheiden. Later werd deze afscheiding een koorhek, die het open koor in een gesloten koor veranderde, waardoor de geestelijken in hunne bespiegelingen niet gestoord werden door de in het schip der kerk vergaderde menigte, die er ook wel met andere dan godsdienstige meeningen bijeenkwam.Ga naar voetnoot*) Van de Kathedralen der 13de eeuw is die van Reims het schitterendst bewijs voor het welslagen der constructies om een systeem te vinden, waarin het gebouw een evenwicht kon verkrijgen door het verplaatsen van den zijdelingschen druk door steunbogen. Hetgeen men in dit bouwwerk het meest heeft te bewonderen is de grootsche conceptie en de machtige uitvoering, benevens de volmaakte overeenstemming der ornamentiek, die de beelden, kapiteelen, baldakijnen, traseeringen even zoovele meesterstukken van decoratieve kunst der middel-eeuwen doet zijn. Het chef d'oeuvre der Gothiek blijft echter de Kathedraal van Amiens. Wanneer wij zien hoe hier de steunpunten zwakker zijn geworden en de hoogte nog is toegenomen, dan | |
[pagina 372]
| |
vraagt men zich af of de bouwmeesters te Amiens er op bedacht waren, om de stoutheid van hun stelsel zoo groot mogelijk te maken, of wel dat de vermetelheid hen voortdreef op den weg door hunne voorgangers ingeslagen. In deze Kathedraal viert de Gothiek haar hoogtij. De pijlers zijn samengesteld
Intérieur St. Remi Reims.
uit dunne kolommen, bekroond met kapiteelen, waaruit de verschillende gewelfgraden ontspringen. De resultaten hier verkregen moesten nog overtroffen worden in Beauvais. De bouwmeesters, die omstreeks 1225 het bouwplan dezer Kathedraal ontwierpen. wenschten een monument te doen verrijzen, dat alle bouwwerken | |
[pagina 373]
| |
van dien tijd in hoogte en breedte zou overtreffen. De hoogte, die hier tot ruim vijftig meter werd opgevoerd, maakte natuurlijk een zeer gecompliceerd stelsel van steunbogen noodig. Twaalf jaren later bleek 't, dat men wat al te ver was gegaan, het koor stortte in, daarbij een gedeelte der steunbogen in zijn val medeslepende.Ga naar voetnoot*)
* * *
Wanneer wij, voedsterlingen dezer moderne tijden, optrekken ter pelgrimstocht naar de bakermat der Gothiek en eindelijk bereiken, wat wij zochten, dan wordt ons gemoed van een innige ontroering vervuld. Nog wijzen deze massale gevaarten met hunne bogen en pijlers hemelwaarts. Revolutiën zijn langs hen heengegaan en veel wat stof was is tot stof weergekeerd. Maar zij, zij hebben niet veel gevoeld van der eeuwen strijd. Langs de wierookbegeurde wanden der van kaarslicht doorspitste Kathedraal dreunt nog het orgel zwaar preludeerend en blijft komen en gaan de devote menigte, die biddend komt neerknielen om te juichen en te jubelen of een smeekbede op te zenden in den nood. Een teere symphonie van warme kleuren ruischt over de gebogen hoofden der menigte. En wij negentiende eeuwers, wij voelen iets in ons opkomen van die grootsche emotie, welke hen moet bezield hebben, aan wie wij deze bouwwerken danken; noode gaan wij heen, omziend en nog eens wederkeerende, weemoedig denkende aan den dag, dat de restaureerende hand hier niets meer zal vermogen, de eene boog niet langer de andere meer zal schragen en over de vlakte de zang der puinen tot ons zal komen. |
|