ofschooon in mijn oog zelden superieur. Het geniaalste is wellicht de Mei van Gorter....’ Geniaal, genialer, het geniaalste is, volgens dr. Muller, nog niet eens superieur. Wat moet dan die Mathilde- en wat moet dan die Adoratie-cyclus wel niet wezen!!
Als de Duitschers nu, door Nederlanders zelf, zóó ingelicht worden zal het er mooi gaan uitzien. De heele moderne literatuur van Nederland (‘als die in de toekomst werkelijk belangrijk zal worden’ schrijft dr. H.C.M.) in twee pagina's gekenschetst (?) door iemand, die ten onzent niet een gezaghebbend criticus voor moderne Nederlandsche letterkunde mag heeten - heusch, dat kan er niet mee door.
En dan - hij, die de verzen van den ook door mij (door heel Jong Holland van heden, trouwens) hooggewaardeerden Perk als ‘eenig in de wereldlitteratuur’ gaat kenschetsen en daarbij noemt de Adoratie-cyclus (niet eens voltooid toen Germania no. 4 verscheen!) vervalt in dien jammerlijken toastentoon, die een tijdschrift ten val brengen moet. Zoo aan het nagerecht van een taal-letter-tooneel-congres-eetmaal zijn dergelijke waardeeringen wel eens aardig; bij andere gelegenheden moet men ze zien binnen te houden.
* * *
De boeken, waarop ik boven doelde, zijn Les Petits - La Hollande door Demesvar Delorme (de la République d'Haïti) en Holland and the Hollanders door David S. Meldrum. De heer Delorme noemt ons land Petite Terre, grande nation en vertelt onze historie aan zijn landgenooten, opdat zij ons eemaal zouden evenaren. Ook deze schrijver maakt misbruik van den toastentoon. We worden verlegen bij zóóveel lof als hij ook met betrekking tot het heden voor ons over heeft en zouden hem gaarne vragen naar 't adres, tegen onzen vacantietijd, om naar buiten te gaan in die ‘forêts toujours bruissantes et pleines de frémissante poésie’, waarvan hij zoo hoog opgeeft.
Ook zeer welwillend, maar in minder steigerende taal, spreekt de heer Meldrum over ons. Zijn boek is geïllustreerd met reproducties naar schilderijen en teekeningen van Nederlandsche kunstenaars en naar photografiën. De schrijver is wat wij ‘leuk’ noemen en heeft veel gezien. Nu en dan, treft ons een wel aardige opmerking en wij constateeren met genoegen dat het keurig uitgegeven werkje van ernstig opgevat onderzoek getuigt.
To many friends in Holland, luidt de opdracht. Welnu, de heer David S. Meldrum zal wel geen zijner vrienden verdriet hebben gedaan door zijn boek en er zich zeker nieuwe hebben verworven. Gewaardeerd moet ook nog worden, dat deze vreemdeling, die blijkbaar ook wat Nederlandsch verstaat en hier vele relatiën heeft, geen oordeel uitspreekt over dingen, die maar hoogst enkele vreemdelingen beoordeelen kunnen. Nu is het boek wel eenigszins onkompleet, doch dat is minder erg dan dat het van oppervlakkige oordeelvellingen zou wemelen.
F.L.