niet, want er waren tronietjes onder, waarvan zelfs een steenen paard 'n afschuw moest krijgen. Allerlei schepsels, die anders alleen maar leven in achterbuurten, waar de politie niet komen durft, menschelijke monsters, die 'n spinhuiscipier als merkwaardige exemplaren zou beschouwen. Tegen alle monumenten van de Place de la Concorde waren zwarte klissen van menschen geplakt, behalve tegen dat van Elzas-Lotharingen, daar lagen, als altijd, rouwkransen op. En in al de bleeke vlekjes, de gezichten in de zwarte massa, zag ik de kleine stippen der oogen die den lijkwagen volgden, waar vlak achter de nieuwe president Loubet liep.
Meisjes en kinderen uit Elzas Lotharingen....
Er was veel onrust in 't gelaat van Loubet. Hij was dien dag nog heelemaal niet populair en onder de individuen, die hem aanstaarden, waren misschien wel de manifestanten, die 's avonds op de boulevards schreeuwden: ‘Panama, Panama, à bas Loubet.’ Er waren onder de toeschouwers, die beweerden, dat ze den nieuwen president vandaag wel met rust zouden laten - par égard pour l'autre maar ‘demain’ - Demain was 't heel rustig, want de raddraaiers, Déroulède en consorten, waren au bloc en van de sport om te manifesteeren was, naar het bleek, de aardigheid af.
Tusschen de levenden kropen de misvormden....
Maar door 't hoofd van een bescheiden man als Loubet moeten toch drommen van gedachten gegaloppeerd hebben, toen hij daar zoo achter den ‘corbillard’ van zijn voorganger liep. Voor en achter en om hem die duizenden en duizenden, die garden, die dragonders, die kurassiers, die blokken soldaten, matrozen, rechters, professoren, diplomaten en dan die ontzachelijke massa's onbekenden, die zwarte drommen, opgepakt als haring, met die ontelbare karakters, neigingen, hartstochten, belangen, die moest hij gaan beheerschen, hij die niet bemind was, daarvoor had hij geen middel dan de kracht van zijn geest. Om hem straalde geen nimbus van heel hooge of zelfs van heel lage geboorte. Hij was ook uiterlijk een type bourgeois; een goedig meheertje in 't zwart. En achter hem volgden ambassadeurs, gouverneurs, militairen, allemaal schitterend in kleuren, sjerpen, epauletten, pluimen, veêren. De afgevaardigden verdwenen als eentonige zwarte vlekken in de zee der