Ik ben zoo vrij hieromtrent met Soera Rana niet alleen in gevoelen, maar ook in gevoel, te verschillen.
Ik betwijfel, of er veel handboeken in Nederland bestaan, waarin men alles vinden kan, wat men behoeft omtrent Arthurian Story en de bronnen van Tennyson. Ik betwijfel of het boek van Prof. Maccallum in Nederland bekend is.
Naar het mij voorkomt is het vraagstuk naar de bronnen van Tennyson zoo heel moeilijk niet. Tennyson ging hoofdzakelijk te rade met Le Morte Darthur van Sir Thomas Malory, in 1485 bij William Caxton uitgegeven. Maar een veel moeilijker vraagstuk is het te bepalen, welke Fransche en Engelsche bronnen Sir Thomas Malory zelf gebruikte, om zijn foliant van 432 bladzijden te schrijven.
In Engeland zijn enthoesiasten, die Malory met Homerus vergelijken. Andrew Lang M.A. zegt het in zijn opstel over Le Morte Darthur bij de nieuwe uitgaaf van Malory door H. Oskar Sommer, Ph.D. (Le Morte Darthur by Sir Thomas Malory. The original edition of William Caxton now reprinted and edited by H. Oskar Sommer, Ph.D. London, 1891, drie deelen groot 4o). Lang verklaart aldaar: ‘The work of Malory may be compared to the Homeric epics’ en voorts nog twee andere uitspraken: ‘Magic is as powerful in Malory as in Homer’ en eindelijk: ‘Homer and Malory draw near each other in their pictures of their great ladies and lovers, Helen and Guinevere.’
Moge hier misschien eenige overdrijving te bespeuren zijn, toch wordt hierdoor het feit verklaarbaar, dat Tennyson even als zijne landgenooten hoogelijk dweepte met Malory. De geest van Malory en zijne voorstelling der Arthur- en Graalwereld moet natuurlijk den allergewichtigsten invloed op het kunstwerk van Tennyson geoefend hebben. Uit een aesthetisch oogpunt zou dus een onderzoek naar Tennyson's bronnen wel degelijk onze aandacht verdienen. Er zou uit blijken, of de dichter Tennyson zijne stof wel van de meest dichterlijke zijde had aangegrepen - en tevens hoever hij gegaan is met moderniseering en idealiseering der Graalridderschap.
Tennyson put het meest uit Malory. Dus komt de vraag onder welke invloeden bewerkte Malory zijn foliant? Mocht men twijfelen of Tennyson werkelijk zoo veel aan Malory verplicht is, dan beroep ik mij op den door en door geleerden Oskar Sommer, eene specialiteit in de Graalwetenschap. Sommer zegt zonder eenig voorbehoud: ‘From the day of its appearance “Le Morte Darthur” has been the source of every production having for its theme King Arthur and his knights; it was freely used by Spenser in his “Faerie Queene” it has supplied England's present Laureate (1891) with the materials for his “Idylls of the King” and inspired Swinburne to write his Trystram of Lyonesse,’ and Matthew Arnold to compose his poem ‘Tristan and Iseult.’
Is dit nog onvoldoende, dan verwijs ik naar de archi-geleerde verhandeling van W. Wüllenweber, Tennyson's König's Idylle in Herrig's Archiv, Theil LXXXIII, 1889. Tennyson staat dus onder invloed van Malory. En nu komt het er op aan te weten, aan wien Malory zijne uitgebreide kennis van Arthur- en Graalkring te danken heeft. Dit vraagstuk is zeer moeilijk en uitvoerig. In het algemeen kan men terstond verzekeren, dat Le Morte Darthur is samengesteld uit de geschiedenis van Merlijn en de opkomst van Koning Arthur, uit die van den Heiligen Graal, uit de Lancelot en Tristan-historiën.
Malory maakte gebruik van Fransche bronnen. Hij zegt het bij herhaling: ‘the frensshe booke maketh no mencyon’ of ‘for as the frensshe booke saith.’ In de vier eerste boeken volgt Malory de sage van Merlin, zooals die is voorgesteld door Robert de Borron - in proza en poëzie. Daarbij voegt hij nog het zoogenoemde Suite de Merlin, dat op dit oogenblik