groote octavodeelen - eens niet slaagde in het vinden van een uitgever. Hij antwoordde, dat, zoodra er Engelsche onderwerpen behandeld worden, de onverschilligheid der Londensche uitgevers ophoudt. De Kaptein van de Lijfgarde speelt bijna geheel op Engelschen bodem, en behandelt het groote jaar 1688 met den glorierijken intocht van Willem III te Exeter. Zoo iets vindt altijd uitgevers. En over Sinjeur Semeyns zeide hij mij het volgende:
‘The figure and conduct of our William of Orange, who is also yours, had been more truly represented to us by Lord Macaulay than by any preceding historian; but no English writer has yet attempted to portray the Dutch life of William and his patriotic services to the Netherlands from 1672, when he repelled the French invasion, to the Peace of Ryswick. We have, indeed, no complete biography or history of his whole career; I yet hope, that this desideratum will some day be supplied. In the mean time, I thought a translation of both Schimmel's historical romances - the first of them, Sinjeur Semeyns, containing such incidents as the French occupation of Utrecht, the camp of William at Bodegraven, and the defense of the country towards Amsterdam, by the aid of the waters, illustrated by the repulse of the ennemy's attack at the village of Abkou - might excite some interest among our readers!’
Ik wenschte hem, dat hij mocht slagen in zijne onderneming, die zeer zeker de kennis onzer letteren in Engeland zou ten goede komen, die daarenboven voor den Nederlandschen auteur een aangenaam bewijs van waardeering zou opleveren. Mr. Acton stemde dit vol geestdrift toe, en antwoordde:
‘I think Schimmel's works are fine creations of true genius, deserving to be known all over Europe!’
Wij spraken nog geruimen tijd over allerlei letterkundige onderwerpen, totdat we gezamenlijk vertrokken, om naar de Kloksteeg te wandelen, waar het echtpaar Acton het huis van John Robinson wilde in oogenschouw nemen, en het bronzen gedenkbord der Sint-Pieterskerk, ter eere der Pilgrim Fathers aan den zuidelijken zijbeuk bevestigd.
En nu voor eenige weken zond Mr. Roger Acton mij een fraai boekdeel, getiteld: The Lifeguardsman. A Tale of the English Revolution. Adapted from Schimmel's ‘De Kaptein van de Lijfgarde.’ Londen, Adam and Charles Black, 1896. Bij nader onderzoek blijkt, dat er van de vertaling van Sinjeur Semeyns niets gekomen is, dat enkel eene ‘adaptation’ van De Kaptein van de Lijfgarde in het licht komt.
Schimmel's kunstwerk moest in het Engelsch verschijnen, want het speelt bijna geheel in Engeland, en behandelt een allergewichtigst tijdstip uit de Engelsche historie; een tijdstip, juist twee honderd jaren vóór de verschijning van De Kapitein van de Lijfgarde vallende. In dit kunstwerk is met groote uitvoerigheid en groote breedheid, die van zeer ernstig en langdurig onderzoek getuigen, de tocht van Willem III naar Engeland in 1688 geschilderd. Al de historische momenten zijn voortreffelijk opgevat, van het eerste oogenblik af, als Willem III afscheid neemt van Hun Groot Edelmogenden en Hun Hoogmogenden, en de achtenswaardige Fagel de taal spreekt van een vaderlander