| |
| |
| |
Schetsen uit New-York
door H.M. Krabbé.
III.
Veertiende en drie-en-twintigste straat.
U eenig denkbeeld te geven van bovengenoemde straten is zeer moeielijk, omdat ze ook niet in eenig opzicht gelijken op eene Amsterdamsche. Zij zijn zóóveel breeder en grootscher, de winkels zóó reusachtig, de drukte overtreft zóó alles wat wij gewend zijn, terwijl het publiek, dat langs de winkelpaleizen krioelt, zich eveneens sterk onderscheidt van het Europeesche straatgewoel.
De 14e straat loopt van de Oost- naar de West-Rivier. Als alle straten begint ook de 14e als een smerige, armoedige buurt, hoofdzakelijk bestaande uit vuile tenements-huizen en eene bevolking van de minste soort. De groote gasfabriek aan den Oostkant maakt de omgeving zwart en vuil en gij zoudt daar waarlijk niet vermoeden, dat deze straat tot eene der allervoornaamste van New-York behoort.
Hoe meer westwaarts wij echter komen, hoe aanzienlijker de huizen worden en niettegenstaande hier en daar nog enkele vieze gebouwen zijn, wordt het aanzicht voortdurend beter. Bij de kruising met de 3e Avenue is de straat reeds zeer netjes geworden en nu volgen alleen winkels, de een nog grooter dan de ander. In de buurt van Union-square begint eerst de groote, prachtige winkelstraat, en tusschen drieën en vijven 's middags kan men er haast niet loopen door de zwermen winkelende dames. O die dames!; kent ge grooter genot voor vrouwen dan voetje voor voetje, met innig besef van het genot van winkel tot winkel te gaan, uren lang stil te staan voor eene mooie uitstalling van hoeden, mantels, in 't kort alles wat door Eva's dochteren zoo gewild is ter verfraaiing van hun eigen ik. Kent ge het wanhopige gevoel als chaperon meê te moeten drentelen, meê te moeten bewonderen, den geheelen middag lang; als ge getrouwd zijt, kent gij ook de onweerstaanbare aanvallen op uw beurs en de kwellingen, die ge uwe vrouw en uzelf aandoet, omdat gij toch niet één-duizendste deel kunt koopen van al het schoone, dat ge ziet. Hoe dat mooie hoedje duizendmaal beter zou staan, dan hetgeen uwe vrouw op heeft, hoe ze ‘toevallig’ een japonnetje van die allerspotgoedkoopste stof zoo uitstekend kon gebruiken, hoe ze.....; één ernstigen raad, die ik u geef: ga niet met uw vrouw of dochter naar Macy's winkel. Gaat ze alleen - zorg er voor dat zij niet meer dan een klein bedrag kan uitgeven; want de collectie dáár is zoo uitgebreid en veelzijdig, dat het niets vreemd is als zelfs de verstandigste vrouw dáár al haar ‘sense’ verliest.
| |
| |
Op den hoek der 14e straat en Union-square.
| |
| |
Macy's store is op den hoek der 14e straat en 6e Avenue. Betrekkelijk laag, gaat de winkel zoo diep in en beslaat ze zoo'n uitgestrektheid, dat gij zelfs in den benedenwinkel verdwalen kunt.
Uwe vrouw kan daar niet alleen hoeden koopen van de allerfijnste tot de zeer gewone toe, maar zelfs vogeltjes en gij kunt het haar dus niet kwalijk nemen, dat die allerliefste levende kanaries zoo'n indruk op haar gevoelig hart maken, dat zij er een móét laten inpakken, en zich verbeeldt u het grootste genot ter wereld te bereiden, wanneer ze het ‘snoepige’ diertje in uwe huiskamer hangt?
Mogelijk is uwe vrouw een sportliefhebster! kom dan niet met haar in de buurt van die verzameling dames-rijwielen... of is het kleed in de huiskamer wat versleten (volgens haar alléén natuurlijk) en kunt ge u spotgoedkoope restanten tapijt aanschaffen. Voor ijzerwaren zijn vrouwen minder enthousiast. Van den gewonen spijker tot den prachtigsten haard treft gij er aan - gij kunt er voor u zelf en uwe ega niet alleen alles vinden om u te kleeden van af uwe schoenen tot uw hoogen hoed - ge kunt er niet alleen alles koopen om uwe woning in te richten, maar zelfs voor den inwendigen mensch is gezorgd. Van de kostbaarste weeldezaken tot het meest praktische en prozaische en dan in hoeveelheden, die u de ruimste keuze laten, en bovendien is Macy's winkel een der goedkoopste ‘stores’ in heel New-York. Dat ge er oil-paintings kunt koopen en schoenveters en wandelstokken en sardientjes en ondergoed, dat er alles voorradig is, van de fijnste kant en het zwaarste fluweel, tot het katoentje van 6 cent de yard... behoef ik dat nog te zeggen?
Nu moet ge de zwermen vrouwen zien; dicht op elkander de menschen, als de drommen, die uit een schouwburg komen; van toonbank tot toonbank gaan de dames, - hier laten ze een staaltje afsnijden, - daar informeeren zij naar kostbaarheden, die zij toch niet kunnen koopen. De winkelmeisjes hebben zeker een der zwaarste betrekkingen. Onophoudelijk worden hunne diensten ingeroepen en moeten zij letten op hun goed. Want dat er heel veel gestolen wordt in zoo'n zaak, spreekt van zelf, ofschoon zoowel vrouwelijke als mannelijke detectives een waakzaam oog op het publiek houden. Er zijn deftige dames, die aan kleptomanie lijden, wat men bij het mindere publiek stelen noemt, en verschillende malen is het voorgekomen, dat de bladen met hunne erkende bescheidenheid berichtten, dat die of die mevrouw, wonende op Fifth Avenue no. zooveel, betrapt was op het stelen van enz. ‘De huisdokter, die de tweeduizend dollars borgstelling deponeerde, verklaarde dat de dame aan kleptomanie leed en daardoor ontoerekenbaar was.’
Ik verklaar mij die manie - ook door ontoerekenbaarheid aan te nemen - de dames die bij Macy komen, moeten crazy worden van al 't moois, dat ze zien en daardoor alle ‘sense’ verliezen. Hoewel ik de manie van wegnemen, volstrekt niet vergoelijk, alles weten is alles vergeven, en het is een compliment aan het adres van den eigenaar der store, dat zelfs zulke rijke dames, die toch alles hebben wat zij begeeren, de verzoeking niet kunnen weerstaan om van dat moois mee te pakken.
Als eene dame, na een langen vermoeienden tocht allerlei winkels heeft afge- | |
| |
loopen om een bepaalde kleur lint passend bij eene zekere japon te vinden, of een waaier en al de kleinigheden voor een baltoilet wenscht, dan behoeft zij slechts naar Macy te gaan en zij zal er te kust en te keur alles vinden, wat zij meent noodig te hebben. Er zijn hier meer waaiers en lint dan voor die eene japon noodig is en indien haar beurs het toelaat vindt ze keuze genoeg voor dozijnen kostuums.
En als ze dan voldaan over haar inkoopen, zou bemerken, dat ze door al dat drentelen hongerig is geworden, dan zoekt ze op de eerste etage het restaurant op, waar zij zich dadelijk volkomen thuis gevoelt en beter dan ergens anders aan de behoeften harer maag kan voldoen.
Gij moest eens zien hoe praktisch alles geregeld is. Tusschen iedere twee toonbanken in is eene verhooging, waar een kind zich speciaal bezig houdt met inpakken, en zorgt dat de chèques met het geld in de buis zorgvuldig naar het ‘comptoir’ vloeien. Zonder spreken, zonder herrie gaat alles snel en accuraat.
En als gij gezien hebt al 't geen de drie etages voor merkwaardigs opleveren, vergeet dan ook niet het sousterrain te bezoeken, waar een voorraad ligt voor twaalf Amsterdamsche winkels. Om u te verkwikken kunt gij dan een glas icecream nemen of iets dergelijks, ofschoon ge niet de moeite moet ontzien om u een weg te banen door de andere dorstige stervelingen. Zonder twijfel is de winkel van Macy eene der grootste merkwaardigheden van New-York. In New-York te zijn geweest zonder een bezoek aan Macy te hebben gebracht zou hetzelfde zijn, als Rome te hebben bezocht en den Paus niet te hebben gezien.
Behalve Macy zijn er nog verscheidene andere en nog grootere winkels in de 14e straat. Over het algemeen zijn deze niet zoo goedkoop en niet zoo goed gesorteerd. De dozijnen equipages met hunne zwarte koetsiers bewijzen u echter, dat niet alleen Macy druk bezocht wordt. Zij houden zich echter meer aan één soort van goederen, terwijl bij Macy alles te koop is.
Dicht in de buurt van Union Square is een groote winkel met eene uitstalling van jonge meisjes in de glazen kasten. 't Is die der Sutherland sisters, zeven in getal en zich alle verheugende in een buitengewonen haargroei. Deze vrouwen, wier leelijkheid in verhouding staat tot de lengte van hun haar, staan onbewegelijk met den rug naar den toeschouwer, zoodat men bij den eersten aanblik meent beelden voor zich te zien. Gaat men binnen, dan ontwaart men op eenige verhoogingen nog weer anderen, terwijl op een aantal tafels alle mogelijke haargroeimiddelen ten verkoop zijn uitgestald. Curieuse schilderijen, links de man of vrouw zonder haren met spiegelglad hoofd, rechts dezelfde personen nà het gebruik van de onfeilbare balsem, de vrouwen met haar tot aan de hielen, en de mannen met puntige knevels enz. Allerlei attesten aan de muren moeten u bewijzen, dat de genezingen onloochenbaar zijn, terwijl de manager welsprekende voordrachten houdt om zijne artikelen aan te prijzen.
Ook deze winkel is meestal stampvol - echter meer met nieuwsgierigen dan wel met koopers.
| |
| |
Zooals dikwijls in zulke breede straten is de eene zijde bijna leeg terwijl de andere kant al het publiek trekt. Hier is de down-town zijde, het begunstigde deel, ofschoon verderop aan de stille zijde zich een der grootste theaters bevindt. Voorbij het 6e Avenue elevated-station komen weer woonhuizen - tot dat de straat naar den West River toe al minder en minder gaat worden en ongeveer hetzelfde aanzicht krijgt als het Oostelijke deel.
De drie-en-twintigste straat is eene meer aristokratische. Hier eveneens kolossale winkels, nog grootere zelfs dan in de 14e straat - en deftiger. De burgervrouw vindt hier weinig van hare gading.
In de onmiddellijke omgeving, èn op Fifth Avenue èn op Madison Square zijn ook de reusachtige hotels, wier logés hier hunne inkoopen doen. Het zijn meest alle wat men hier noemt ‘drygood stores’, ongeveer als bij ons de manufactuur-winkels. De stores van Stern en Boutillier behooren al mee tot de allergrootste. Vlak hierbij op de zesde Avenue is een blok huizen, echte winkelpaleizen, zooals van Altman, Ehrich en O'Neil. Zij zijn nog grooter dan Macy's winkel en bevatten alleen drygoods. Alleen in een reuzenstad als New-York kunnen natuurlijk zulke enorme zaken bestaan.
Op den hoek der 23e straat en der 6e Avenue zag ik een merkwaardige ‘business’. ‘Ladies and gent's - try your fortune. Those innocent little birds will tell you your fortune and your fate’; het was een vrouwtje met gedresseerde parkieten en een bak vol met van die gele en roode papiertjes, waarop bijgeloovige zielen hunne toekomst kunnen lezen. Offerde men zijn vijf cents, - en men zou geen vrouw moeten zijn om het te laten, - dan haalde een parkiet een papiertje uit de bak, waarmee dan de geheimen uwer toekomst ontsluierd waren.
't Is hier de rechte straat voor al dergelijk soort van ‘shows’. Ofschoon het bedelen verboden is, en de overtreders naar ‘het eiland’ gestuurd worden, schijnt de politie hier eenige bevoorrechten te hebben. Wat menschen zonder beenen, wat blinde mannen en oude vrouwtjes, die met een klagelijk stemmetje bij de droeve tonen van een heel klein orgeltje een liedje zingen... ik geloof, dat men dat wel overal zal vinden. Een scherpe tegenstelling met de elegante rijk gekleede dames - de schaduw van het lichte leven der meer bevoorrechten.
Hier is ook de groote Opera, een mooi groot gebouw welks bovenzalen gebruikt worden door de Vereeniging der free-masons
Al wat de wereldstad aan rijkdom oplevert, flaneert hier 's middags. En mooie vrouwen, die men hier ontmoet! Zoo New-York den naam heeft van zeer schoone vrouwen onder zijn bewoonsters te hebben, merkt ge er, vind ik, alleen hier wat van. Zij hebben meest slanke welgevormde gestalten, blonde haren en prachtige grijze oogen; maar koud en gevoelloos. Hun stem is scherp en hard, en zoo doordringend, dat men ze reeds van uit de verte kan verstaan. Symphatiek zijn ze zeker niet. Ook 't vrije en ongedwongene heeft in het begin iets onaantrekkelijks; de dichters hier zullen nooit kunnen spreken van een schuchtere blozende maagd. 't Zijn zelfbewuste
| |
| |
vrouwen, wier blik u zegt, dat ze zich volkomen vrij en onafhankelijk gevoelen van het sterke geslacht. De wet schijnt trouwens ook gemaakt voor en door vrouwen; en hoewel ik den toestand hier gezonder en rechtvaardiger vind, mis ik de aantrekkelijke overgave en het liefelijke van het schoone geslacht bij ons.
Wanneer een meisje u aangenaam in den omgang vindt, kunt ge haar bezoeken en is het volkomen onnoodig, dat ge tegelijkertijd toegang bij hare ouders hebt. Een vreemde gewoonte... voor ons, die er aan gewend zijn, dat ouders en broeders een muur vormen, die ge eerst hebt te veroveren, vóór gij het meisje kunt aanspreken. O! ze zijn zoo verstandig en businesslike - hebt ge een goede positie, dan zijt ge zeer welkom, hebt ge dat niet, blijf dan liever weg. Zij zijn ontoegankelijk voor gevoel zonder den sleutel van eene welgevulde brandkast - en hoewel dat zeker zéér verstandig is en een te waardeeren maatregel, zijn er misschien toch nergens zooveel ongelukkige huwelijken als hier.
De buitensporigste toiletten kunt ge in deze omgeving zien - en zoo ge wilt, bewonderen. Toiletten van de kostbaarste stoffen en de schrilste kleuren, mantels met vier- en meer dubbele kragen, hoeden, van de meest fantastische vormen, hondjes (die behooren vaak bij het kostuum) wier grootte in omgekeerde verhouding staat tot die hunner meesteressen, bontwerk, midden in den zomer, en dan die koude, maar schoone en verstandige gezichten, die u niet toelaten ook maar een stille opmerking in u zelf te pruttelen - zóó zelfbewust en volkomen natuurlijk als de vrouwen ook de vreemdsoortigste modes dragen.
De Academy of Design.
| |
| |
Een bepaalde New-Yorksche mode bestaat niet, in hoofdzaak wordt de Parijsche gevolgd, maar is men vrij om die zoo excentriek mogelijk te veranderen en die vreemdheid geeft er een bijzonder cachet aan.
Natuurlijk bestaat het publiek niet alleen uit die aristokratische mooie vrouwen en vindt men hier alle standen der maatschappij, maar het grootste aandeel leveren toch zeker zij.
Madison square Garden.
Voorbij de 6e Avenue is een reeks van prachtige woonhuizen met groote tuinen er voor, een vreemd verschijnsel hier, waar de grond eigenlijk veel te duur is om ook vóór de huizen tuinen te hebben.
Voorbij de 3e Avenue wordt het opnieuw vuil, wel niet zooals in de 14e straat, maar toch herkent men deze straat niet meer als een der voornaamste der stad.
Op den hoek der 4e Avenue staat het gebouw der National Academy of Design, waar schilderijen-, teekeningen- en ets-tentoonstellingen gehouden worden, terwijl de benedenzalen gebruikt worden voor het onderwijs aan de ‘Art-students’. Het is een alleraardigst Venetiaansch gebouw, dat echter hier te midden der donkerrood steenen huizen er dwaas uitziet.
| |
| |
Een der eigenaardigheden in deze stad is de vreemde kleur der gebouwen, die er meestal vuil donkerrood uitzien, ongeveer de kleur van doodekop. Hoogerop zijn de woonhuizen onveranderlijk van een grooten stoep voorzien en is de bouwsteen vuil bruinachtig. Dat geeft aan de straten uptown iets gedrukts en onartistieks - die lange rijen van gelijksoortige en gelijkkleurige woningen. De mooie gebouwen, vooral kerken, zijn uit tal van Europeesche steden gekopiëerd, zoodat men vaak de uiteenloopendste en eeuwen verschillende stijlen naast elkander vindt.
Een mooi gebouw is o.a. Madison-Square Garden, op Madison-square, het groote plein waar de 23e straat en Broadway elkander kruisen. Het is in 't bijzonder gebouwd voor tentoonstellingen, terwijl Barnum het altijd gebruikt als circus, wanneer hij hier voorstellingen geeft. Het inwendige is verdeeld in een aantal zalen, waarvan de grootste drie circussen naast elkander kan bevatten, wat de wijze is waarop Barnum zijn publiek vergast. Anders worden deze groote ruimten slechts voor ‘reusachtige fairs’ gebruikt. De nevenzalen dienen voor tentoonstellingen van kleiner omvang, zooals b.v. van schilderijen, enz.
Een hooge witte toren verheft zich aan een der hoeken, terwijl het geheel omgeven wordt door een gang met kolonnades. Het is een paar jaren geleden gebouwd door een jong Hollandsch architect.
Madison square is zeker het mooiste plein der City. De groote hotels en het prachtige park met zijne fonteinen en beelden, het drukke verkeer uit de beide hoofdstraten maken er een der schoonste van uit heel New-York.
Een bewijs voor het belangrijke van Broadway, Fourteenth- en Twenty-thirdstreet is dat alleen die drie straten het voorrecht hebben van schoongemaakt te worden, wanneer sneeuwval of anderszins de straten onbegaanbaar doet zijn.
Het verdere gedeelte stad wordt òf niet òf veel later gereinigd. Als men nu weet dat de straatreinigingskosten hier in drie jaar tijds van een half millioen dollars tot twee millioen gestegen zijn, dan billijkt gij de woede der bewoners; arme direkteur van het ‘street-cleaning-department’, wat hebt ge dezen winter, die een der langdurigste en vuilste was in lange jaren, niet geleden van de kritiek der bladen!
Zooals Broadway de slagader is van het businessverkeer en de 14e en 23e straat in hoofdzaak winkels bevatten is Fifth Avenue de straat der aristocratie en der geldmannen.
| |
Fifth avenue, Centralpark en Harlem.
Om zulke fatsoenlijke buurten te bezoeken is 't noodzakelijk, nietwaar - om eerst uwe schoenen te doen poetsen en uw jas wat te laten schuieren. Gaan we daartoe b.v. op Broadway, waar een uitmuntende gelegenheid hiervoor is. Twee van de allerzonderlijkste zaken in New-York zijn zeker de schoenpoetsstoelen
| |
| |
en de sigarenwinkel ‘signs’. Down-town kan men ze overal verspreid vinden. Stoeien vanaf den met rood-fluweel bekleeden troonstoel tot het smerige Bowery-exemplaar toe. 't Is een vreemd schouwspel een zoon van het zwarte Werelddeel de schoenen gepoetst te zien door een afstammeling van het overheerschende - het blanke ras. Weet gij wel dat het zeer verkeerd zou zijn als gij schoenpoetsen een minne arbeid zoudt noemen. ‘That man earns his money, that 's all’ zegt men hier. Die schoenpoetser is misschien een hartstochtelijk republikein en kiest even goed als v.d. Bilt zijn president of zijn mayor.
De schoenpoetsstoel is altijd op een voetstuk geplaatst en meestal is er een bordje aan bevestigd, waarop geschreven is: shine 5 cents, oil shine 10 cents, varnish 10 cents, en hoe de vele andere bewerkingen verder mogen heeten. In den winter zijn zij meestal binnenshuis, en ziet men aan de huizen met groote letters vermeld ‘shine inside’.
Hier en daar vindt men ook stoelen waarboven een groote parapluie bevestigd is, zoowel beschermend tegen regen als tegen zonneschijn. 't Is ongeloofelijk zoo vlug en handig als de mannen of jongens hun arbeid verrichten. Een goed poetser op de Ferrybooten b.v. die den tocht over den River in 5 minuten doen, poetst in dien tijd 6 paar schoenen - en goed ook, zoodat men er meer dan één dag aan genoeg heeft.
Zijn uwe schoenen ‘allright’ en verlangt gij uw haar of baard in orde gemaakt, een witte paal waaromheen spiraalsgewijs een roode band geschilderd is, en van boven voorzien van een vergulden bal, wijst u den kapper, en ten slotte kunt ge, waar die grimmige Indiaan u dreigend staat aan te kijken, een paar sigaren koopen.
Die sigaren-signs zijn vaak allerzonderlingst. Die van Indianen behooren tot de grappigste; de koperkleurige heeren staan in allerlei dreigende houdingen en kijken altijd erg boos. Meestal hebben ze blauwe en roode mantels om, terwijl ze ook in de uittartendste positie steeds allervreedzaamdst een bundeltje sigaren in de hand houden. Maar niet alleen Indianen zijn de bevoorrechten. Ge vindt er van allerlei Dude's, d.z. dandy's, en zoetsappig lachende juffers met slap hoedje van hout op het hoofd, tot arlekijnen toe, wijzen u waar gij uw versnapering kunt koopen. Zelfs voor de fijnste winkels zijn dergelijke ‘signs.’
Eindelijk gereed breng ik u naar Washington-Square, het begin van Fifth Ave. Het is een groot, mooi plein, dat als alle squares in 't midden voorzien is van een park. Vlak voor den ingang van Fifth Avenue is een groote triumph-boog, vijftien jaar geleden opgericht ter viering van het 100-jarig bestaan van het Presidentschap, waarvan George Washington de eerste bekleeder was. Merkwaardig is de verdeeling van het plein: - de down-town zijde de democratie - arme vuile Italianen - en de up-town kant de deftige oud-hollandsche huizen van schatrijke knickerbockers, de afstammelingen der eerste Hollanders. Van daar af begint die breede Avenue, de mooiste van New-York, waar slechts in het begin wat groote kantoorgebouwen
| |
| |
zooals Judge-Building en verscheidene winkels der piano- en orgelfabrieken te vinden zijn. Groote deftige hotels en prachtige woonhuizen, afgewisseld door fraaie kerken volgen nu op elkander. 's Middags is deze straat vol met équipages en deftige wandelaars, voornamelijk ter hoogte van 14e tot 32e straat. Ook de voornaamste kunsthandelaars hebben hier hunne winkels. Zoo loopt de vijfde Avenue als een statige, mooie straat door tot aan het Central Park, waar het aanzicht verandert. De huizen worden hier meer villa-achtig en de straat heeft hier maar ééne zijde, daar het park de andere begrenzing vormt.
Hier te wonen is het toppunt van weelde en het uitzicht over het prachtige park is dan ook verrukkelijk.
De Van der Bilt-houses.
Een blok of tien van te voren, ter hoogte der 48e straat, zijn de prachtige huizen, paleizen is beter gezegd, der Van der Bilts. Deftig, zwaar en soliede staan zij er te midden der andere gebouwen. Het grootste der beide huizen bevat een kostbaar schilderijen-museum, thans jammer genoeg niet meer voor het publiek opengesteld. Er is een tijd geweest, dat men het kon bezichtigen, maar de moedwil van het publiek, dat sommige kostbare meesterwerken beschadigde, heeft het voor allen bedorven en nu kost het de grootste moeite toegang te verkrijgen. Schuin tegenover ‘Van der Bildts’ staat de St. Patrick-Cathedral, een prachtig gothisch gebouw, tot de torens toe geheel opgetrokken van wit marmer. Het is de grootste en fraaiste der katholieke kerken in deze stad.
Nu komt het gedeelte langs het Park, dat zich tusschen 59e en 110e str. bevindt.
| |
| |
Ongeveer op een derde aan de 73e straat is de Joodsche Synagoge, een kostbaar zeer fraai gebouw, welks koepel met gouden banden versierd is. Het domineert een groot deel van het Park, en is van daaruit gezien een eigenaardige en mooie afsluiting boven het groen. Hoe hooger we komen, hoe meer de woonhuizen uit elkander staan met tuinen er om heen, zoodat men daar eigenlijk buiten woont.
Nog meer up-town verliest de Avenue haar karakter en verloopt in een der gewone Harlem Avenues, niets anders overhoudende van hare reputatie als deftigste straat dan den naam.
| |
IV.
entral park.
Als er geen park-politie in hare grijze uniform bestond en als er geen wandelaars waren, dan zou Central Park een Paradijs wezen. 't Is er zóó schoon en hier en daar zóó woest met zijn rotsachtigen bodem, zijne hooge boomgroepen, zijne vijvers en groote heuvelachtige grasvelden, dat men zich niet dan met moeite kan voorstellen, dat men in een park in een handelsstad loopt.
Het park wordt aan de rechterzijde begrensd door Fifth Avenue en links door de 9e Avenue. Het loopt van de 59e straat tot ongeveer de 110e, gij kunt dus nagaan welk een enorme oppervlakte het beslaat. Behalve eenige groote gebouwen zooals het Metropolitan Museum en dat van Natuurlijke Historie vindt men er nog een diergaarde en de groote waterreservoirs, waaraan een belvedère verbonden is.
Het Metropolitan-Museum is een vrij laag gebouw, waarin twee groote met witten steen omraamde vensters en een deur. Het is van rooden steen opgetrokken met garneering van wit en ziet er zeer goed uit. Een groote oprij-plaats, meestal bezet door rijtuigen, begrenst den voorkant.
Maandags en Dinsdags is er betaaldag, de overige dagen der week is 't museum kosteloos opengesteld. In de benedengalerijen is een groote verzameling pleisterbeelden, afgietsels naar de schoone, antieke beelden. Enkele zooals de Gladiator zag ik er in brons. Een heerlijk mooi antiek ‘Wild Zwijn’ is eveneens in brons, terwijl de prachtige leeuw van Barye hier een eereplaats heeft. In eene andere benedenzaal is eene zeer merkwaardige
| |
| |
verzameling mummies in hare kisten. De meeste zien er zeer goed bewaard uit, en ge vindt het profanie, dat wat door de eeuwen heen altijd bedekt was voor ongewijde oogen, hier aangegaapt wordt door allerlei publiek. Als die arme Egyptenaren dat indertijd hadden kunnen denken, dat ze ruim 2000 jaren later te kijk zouden worden gesteld! Een opnoemen van de kostbaarheden die hier nog verder zijn, zou deze schets te uitgebreid maken, en een speciale studie vereischen. Oude kanten, waaronder heerlijk mooie, prachtig Venetiaansch glaswerk, oude muziek-instrumenten, tot een Oud-Hollandsche slede toe kunt ge hier vinden.
In de middenzaal, waar afgietsels zijn en kleine copieën van de beroemdste bouwwerken ter wereld, ziet ge in de hoogte Makart's ‘Diana's Jacht’ hangen. Ongunstiger plaats is moeielijk denkbaar boven al dat wit. Daar recht tegenover aan de andere zijde hangt het groote doek van Benjamin Constant ‘Keizer Justinianus en zijne raadslieden.’ Hangende op een zelfde ongunstige plaats als 't werk van Makart, ziet het schilderij er mat en bleek uit. Er naast zijn een paar leelijke schelkleurige dingen van Richter, die het doek evenmin goed doen.
Een bezoek boven aan het Schilderij-Museum is zeer loonend. Behalve Oud-Hollandsche kunst, zijn hier uitmuntende specimen van moderne Fransche en Hollandsche schilderkunst. Een heel mooi schilderij van Julien Dupré ‘the Balloon’ een stuk of wat boerenmenschen, die tegen de zon in opwaarts kijken naar een luchtballon, en van Léon Lhermitte, een Wijnoogst, behooren wel tot de besten. De groote paardenmarkt van Rosa Bonheur neemt hier een geheele wand in.
Hier is ook 't bizarre doek van Bastien Lepage ‘Jeanne d'Arc’, waarop Jeanne voorgesteld is, het visioen krijgende. Vreemd genoeg staart het meisje langs u heen, terwijl het visioen achter haar opdoemt. Ik vind er heel veel moois in.
Van Manet zijn er twee schilderijen ‘Lady with parrot en ‘the Boy with sword.’ Het laatste is verreweg het mooiste en hoewel wat vreemd en onbeholpen gedaan, zijn zij heerlijk van toon en kleur.
Onze moderne Hollandsche kunst is vertegenwoordigd door twee schilderijen van Israëls ‘Expectation’ een toekomstige moeder die kinderkleertjes maakt en het bekende in prent gebrachte ‘Bashful Suitor’ een slungelige boerenjongen die door de velden zijne aangebedene volgt. Natuurlijk zijn ze beiden heel mooi en het is alsof zij in deze omgeving zijn om te bewijzen, dat innig gevoelde schoonheid met eenvoud en waarheid weergegeven, hooger staat, dan het knapst gedane werk. Mauve heeft hier twee zeer schoone schilderijen ‘een herfst’ en ‘een lente’ beide met schapen. Prettig om die Larensche heide terug te zien, zoover van Holland. Israëls en Mauve zijn in Amerika ‘de’ artisten uit Holland.
Ten slotte treffen wij er nog een paar aan van de Bock en Artz.
Oud-Hollandsche kunst is vertegenwoordigd door een zoetsappige v.d. Helst, die, ik ben er zeker van, alleen den naam heeft van den grooten portret- | |
| |
schilder; een prachtige Frans Hals, een lachende oude vrouw met uil op den schouder en eenige Jan Steen's, van Mierissen en Ostades, Wouwerman's en Hobbema's en vele andere minder beduidenden.
Natuurlijk is hier een Neufville en van Meissonnier het schilderij Friedland, buitengewoon knap, maar niet aantrekkelijk benevens nog enkele andere Fransche schilderijen.
Amerikaansche kunst hangt hier en daar en overal. Een prachtig meisjesportret van Chase, eenige landschappen en enkele portretten door menschen, wier namen ik vergat, vielen mij 't meeste op. Over 't geheel treft u de slechte, onoordeelkundige verdeeling, zonder eenige afscheiding tusschen de kunst der verschillende naties. Ik vergat nog bijna te noemen een prachtig werk van Fortuny, portret eener Spaansche dame, en ten slotte groote portret-stukken van Josuah Reynolds.
Laten wij nu weer het Park ingaan om na het kunstgenot ons te herstellen van het pijnlijk gevoel in nek en knieën dat veel schilderijen kijken altijd schijnt mede te brengen, en beginnen wij met een bezoek aan de Terrace-Treps. Dat zijn twee trappen die naar een plein voeren, vanwaar ge aan den rand van den grooten vijver komt.
De Terrastrappen in het Central Park.
't Is hier heerlijk in den zonneschijn. Het geklater der fonteinen, het vroolijke geherrie der bende jongens, die op het geasphalte plein tusschen en vóór de trappen aan het rolschaatsenrijden zijn, de sierlijke figuurtjes der
| |
| |
meisjes in lichte statigplooiende zomertoiletjes op de steenen banken langs de zijden van het plein, als zoovele moderne Alma Tadema's - de zwarte nurses met hare verblindend witte schorten en duwend achter den half-wieg-half-kinderwagen, waarin mooie rosige blondharige kindertjes liggen te spartelen, de elegante vrouwen met hare dwergachtig kleine schoothondjes en hare dochtertjes in lange losse mantels van lichte stof en goudgeborduurde kraag en pofmouwen, en vóór dat tooneel van bedrijvig, jong, kleurig leven de breede kalme vijver met zijn witte zwanen en eilandje in 't midden. - O! 't is hier zoo mooi. Verder gaan we, ginds is een carrousel, - ‘merry-go-round’ noemt men die hier - en 't is een vroolijke rondegang met al die mooie kleine gasten, die met kleine degens dapper naar den ring steken.
Volgt mij thans naar de Diergaarde, die hier publiek terrein is, en daarvan ook het kenteeken draagt. De kleine sombere hokken, waarin de ongelukkige gevangenen hun leven moeten slijten brengen mij Hildebrand's Camera Obscura in gedachte, dáár waar hij de ménageriën verfoeit. Ons ‘Artis’ in Amsterdam is er een paradijs bij. De apen zijn er niets beter aan toe, alleen de dieren die buiten kunnen leven zijn gelukkiger af, b.v. de beeren, die hier een grooten kuil hebben. De verzameling is niet zeer volledig, een stuk of wat kameelen en herten en eenige soorten vogels, dat zijn, behalve de wilde dieren en den olifant, de voornaamste bezittingen van dezen dierentuin. Hieraan verbonden is een aardig, oud, geheel met klimop begroeid gebouw, waar ge skeletten en opgezette dieren kunt zien, de begraafplaats der arme dieren, die hier in den tuin sterven.
Dan is er nog, dicht bij het schilderijenmuseum, een alleraardigst gebouw met platforms, open trappen en een toren, het z.g. ‘observatory’. Van deze vrij groote hoogte af, hebt ge een heerlijk uitzicht over een groot deel van het park. De toren beheerscht ook de reeds genoemde kolossale waterbassins, die echter slechts voor enkele districten gebruikt worden, omdat de eigenlijke toevoer van High Bridge komt.
Behalve de groote vijver waarbij een boothuis behoort, waar men kleurige schuitjes kan huren om te spelevaren op het glinsterende, kalme water, een vermaak, dat men meestal niet alleen gaat genieten, vindt men er nog eenige minder groote, waar kleine jongens hun scheepjes mogen laten varen.
De wandelwegen in het park zijn meest van cementsteen, enkelen ook geasphalteerd, terwijl de rijwegen breede avenues gelijken. De drukte en beweging die men daar 's middags met mooi weer ziet, kan ik niet beter vergelijken dan bij één groot leger van rijtuigen en paarden. Schitterende équipages, amazones, die jammer genoeg, evenals bij ons, meestal heel leelijk zijn, heeren en dames op rijwielen, kleine kinderrijtuigjes met witte ponnies, allerlei soorten van pleziervoertuigen van af de prachtige landauer tot het onnoozele bokkenwagentje toe.
Hier is het ‘high life’ centrum, de zegebaan der schoone vrouwen, der prachtige paarden en der pikzwarte neger-koetsiers.
Hoe eigenaardig en schitterend dat schouwspel ook zij, ik dwaal toch
| |
| |
liever langs de groote golvende grasvelden, waartusschen hier en daar groote steenklompen oprijzen, als het symbool der eeuwigheid naast den verdwijnenden glans van het leven. Hoogst onaangenaam en hinderlijk zijn de bordjes, die u overal den weg wijzen, en vooral die waarop staat: ‘keep off the grass’. Geen kans zelfs om te verdwalen, zoomin als gelegenheid om u in het gras neer te vleien en stil, zonder omgeving van menschen, te genieten van de heerlijke natuur.
Hoevele schilders ik hier ontmoette weet ik waarlijk niet meer. 't Was een der eerste mooie dagen der lente, waardoor alle ridders van het palet er op uit waren om de natuur te bespieden en weer te geven.
Menschen, menschen overal. Geen rustig plekje om te zitten; iedere bank bezet, kakelende kindermeisjes en oude dames met vette mopshondjes, alle rangen en standen der maatschappij vertegenwoordigd, de park-agenten, te paard en te voet, opmerkzaam toeziend, dat geen overtredingen plaats hebben.... de schoone stille natuur ontheiligd door het drukke levenmakende menschdom.
Natuurlijk ben ik onredelijk en zelfzuchtig door dat park voor mij alleen te wenschen - maar mijn vaste overtuiging is dat zoo nu het Central-Park zeer schoon is, het duizendmaal mooier zou wezen zonder menschen en zonder alles wat aan hen herinnert; want het brok natuur, zooals dit hier, is te grootsch en te heerlijk om het ontheiligd te zien door politieverordeningen en leelijke menschen.
Harlem is slechts de plaats waar de menschen ‘wonen’. Winkels van dagelijksche behoeften, 'n paar kleine kunsthandels, in 't kort een stad in het karakter van hare Hollandsche naamgenoote, en zonder handelsdrukte of kantoorgebouwen.
Maar dat karakter is ook het eenige waardoor het overeenkomst heeft met ons Haarlem. De breede Avenues, de gelijkvormige straten met hare blokken van precies dezelfde huizen, de cabelcars door de winkelstraten, waarvan de 125str. een der voornaamste is, dat alles gelijkt heel weinig op ons kleine provinciestadje, waar alles kalm, oud en zedig is.
Het meerendeel der huizen is nieuw. Overal diezelfde vervelende stoepen, diezelfde venstervorm, datzelfde leelijke grijsbruin der steen. Een paar groote schouwburgen maken ook al geen gunstige uitzondering op de rest.
Maar gezond en frisch is het er zeker. De handelslui, die hunne offices in de benedenstad hebben, wonen hier allen.
Harlem strekt zich uit van ongeveer de 104e str. tot de 155e, waar de Elevated Road eindigt. Hier, geheel aan het einde, zijn het kleine vieze huisjes, en onafgewerkte straten, waar het mindere publiek woont. Evenals down-town zijn de beide oevers hoofdzakelijk bebouwd met tenementhuizen, waarin vooral aan de oostzijde zeer veel Italianen wonen.
| |
| |
Merkwaardigs heeft Harlem weinig of niets, de enkele groote winkels, die men echter ook down-town echter in nóg grooter formaat vindt, uitgezonderd.
Zoo heb ik u dan ten slotte door de voornaamste gedeelten van New-York heengevoerd. Hoewel noodzakelijk zeer onvolledig, omdat eene volledige beschrijving boekdeelen zou vullen, heb ik getracht datgene wat den vreemdeling het meeste treft, meer op te noemen dan wel geheel te beschrijven. Het typige levendige New-York met zijne gemengde bevolking en zijne business-gebouwen tegenover dat stille Harlem, waar de door het zware dagwerk vermoeide mensch uitrust van zijne beslommeringen.
Het leven in New-York is vrij aangenaam voor hen, die hard willen werken en van het kalme familieleven verlangen te genieten. 's Morgens vroeg op, den dag ingespannen werkend, gaat de businessman 's avonds maar zeer weinig uit, en begeeft zich vroeg ter ruste om den volgenden dag weer met nieuwe kracht den ‘struggle for life’ te beginnen.
Dat dit harde leven waaraan een ieder zich te onderwerpen heeft, van den miljoenair tot de armen klerk, ontzenuwend werkt en weinig tijd overlaat voor andere zaken, is te begrijpen. Stoort den kantoormensch niet onder werktijd, tenzij voor zaken, de schade die hem dat tijdverlies veroorzaakt heeft hij later weer in te halen.
Een der bladen maakte daarvan een aardige reclame. Het zond aan de voornaamste handelsmenschen een gedrukten brief, waarin opgesomd werd hoe het blad in twee jaar tijd was vooruitgegaan en wat het gepresteerd had, en ingesloten een chèque à 16 cents voor twee minuten tijd, die aan het lezen besteed moesten worden. Komt ge met een aanbeveling, al is ze ook nog zoo goed - dan zegt de man aan wien ze gericht is:
‘How do you do’ (d.i. de begroeting tegenover iedereen) hm! glad to meet you - well - you see, I am very busy... please call on me an other time.’
Als ge eenige malen diezelfde phrase gehoord hebt - dan verscheurt ge uwe introducties, en zegt uw verzoek zonder eenige vriendschappelijke aanbeveling, in zoo weinig mogelijk woorden.
Die kortheid en zakelijkheid is in het begin niet aangenaam - men moet daaraan wennen, en ge leert het door den tijd zelf ook in praktijk brengen.
Stand, familie, aanbevelingen, dáár heeft de zakenman niets mee te maken... ‘What can you do’? is alles wat hij vraagt. Niemand die ook méér verdient dan hij waard is; kan de employer een ander voor u krijgen voor nog zoo weinig minder, en al is hij op den besten en vriendschappelijksten voet met u, ge gaat de laan uit. Toch in zaken zeer fair, erkent de echte Amerikaan in zijn business geen vriendschap of symphatie. Uw werk is geld... veel of weinig, dat hangt van uwe bekwaamheid af.
Daarom kunnen flinke en knappe jongelui hier uitmuntend vooruitkomen, mits ze energiek doorzetten.
Een uitzondering op dien regel maken de artisten. New-York heeft meer dan 3000 kunstschilders! Zelfs in zoo'n groote stad als deze is dat aantal veel te groot, omdat de New-Yorker kunst beschouwt als prullaria, die hij
| |
| |
zich uit mode moet aanschaffen. De rijke man koopt beroemde namen en liefst uitheemsche kunst, ofschoon hier eminent knappe menschen zijn, terwijl zelfs de gegoede burger de kleurige chromo's het mooiste... en het goedkoopste vindt. Bovendien wordt de markt overvoerd door kladschilderijen (hand-painted!) van een of twee dollars met lijst mee! En portretten! welke artiest kan de concurentie opnemen tegen de goedkoope fotografen?
Men leeft hier overigens zoo vrij en gemakkelijk als nergens ter wereld. Ge hebt met niemand iets te maken, ge gaat uw eigen weg, en ge krijgt door een verblijf hier een zelfvertrouwen en energie, die de reis wel waard zijn.
Wanneer ge onafhankelijk, vrij en zelfstandig wilt leven - en ge kunt praktisch werk doen, zoo zult ge een verblijf in Amerika nooit betreuren, omdat men hier niet vraagt: wat waren uwe voorouders, uw enz., enz., neen men vraagt u alleen: ‘wat kunt ge’ en door uw arbeid zijt ge een persoon met een juist begrip van eigenwaarde en met het besef dat alleen arbeid u recht van bestaan geeft.
|
|