Buitenlandsch overzicht.
Met enkele woorden moet ik nog terugkomen op het onderwerp dat mij aan het slot van mijn vorig overzicht bezighield: de viering der 20-September-feesten te Rome. En dat wel naar aanleiding, van een artikel, in de Revue des deux mondes van 15 dezer, getiteld: Le 20 Septembre à Rome - Impressions d'un témoin.
De ongenoemde schrijver van dit zeer bekwaam geschreven stuk heeft getracht zich op een onpartijdig standpunt te plaatsen. Niet altijd is het hem gelukt dat te behouden. Vooral waar zijn vrijmetselaarsvrees om den hoek komt kijken, verraadt hij den getrouwen - zij het ook verlichten - katholiek.
Hij begint met de verklaring voor de feestplannen te vinden in de begeerte der reduci, de mannen van 1870 om zich ter herdenking van hun heldenstrijd van vijf en twintig jaren geleden te vereenigen. Is deze verklaring juist, wat wel zoo lijkt, dan volgt daaruit tevens de waarheid der bewering dat het Huis van Savoye den 20sten September door de democratie op sleeptouw is genomen. Dit behoeft niet te verbazen als men bedenkt, hoeveel dat Huis aan de democratie met Garibaldi aan de spits te danken heeft gehad.
Het Huis van Savoye heeft dan ook slechts onwillig feest gevierd op 20 September; het heeft gedaan, wat het doen moest en zoo gratieus als mogelijk was. Maar vergelijk de zilveren bruiloft van het Koningspaar eens met dit 25-jarig feest. Toen was er een keizer te gast en vierden de prinsen van het koninklijk Huis mede feest; toen vlagden de ambassades en wenschten de vorsten van Europa Humbert geluk. Nu niets daarvan: Italia farà da se.
Uit tal van gegevens, die hij aan zijn fijne opmerkingsgave dankt, toont nu de ongenoemde schrijver aan dat op den 20sten September veel meer de ‘triomf der vrije gedachte’ dan de eenheid van Italië gevierd is. De tachtig vaandels der vrijmetselaars daargelaten, moet inderdaad gezegd worden dat vele teekenen de waarheid dier bewering staven. De pers in de eerste plaats, de veelbeteekenende afwezigheid van sommigen en de onthouding van anderen vervolgens, de aard der feestviering ten slotte. Bij de onthulling van Garibaldi's ruiterstandbeeld op den Janiculus heeft Crispi bijna niet over Garibaldi gesproken. Zijn geruchtmakende rede was een hulde aan.... den godsdienst, van alle wereldlijke macht ontdaan natuurlijk, en een bedreiging aan het pausdom. Crispi, de man wiens overwegende invloed hieraan te danken is dat hij altijd iets anders doet dan men van hem verwacht, heeft andermaal de wereld verbaasd. Maar hij heeft - kon het anders? - de kloof, die de beide helften van het ééne Italië scheidt, verbreed.
Leo XIII zal - zoo meent de schrijver - zijn onverzoenlijke houding handhaven. Want wat in 1870 de waardigheid van het pausdom voorschreef, dat is langzamerhand de verstandigste politiek gebleken, die het pausdom volgen kon. De onthouding der katholieken bij de openbare verkiezingen in Italië heeft dit uitgewerkt, dat het volk thans een partij voor zich ziet, die ‘maagdelijk gebleven is, onverdacht, onaantastbaar, omdat zij nooit een parlementaire fractie geweest is’ en dus onbevlekt van al het gekuip en ge-