Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 5(1895)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 298] [p. 298] Julinacht. Door Bern. A. Meuleman. Op gazen vleuglen daalt de Julinacht, Na zonnehitte en zomerzwoelte, neer. 't Is stil: alleen een koeltje streelt, héel zacht, Het bevend loof; geen vogel rept een veer Of trillert in 't geboomt' z'n minnelied. Aan door geen wolk befloersden hemeltrans Staat, tintlend, ster aan ster, wier schemerglans Zich in den blanken dauw slechts flauw weerspiegeld ziet. [pagina 299] [p. 299] Al wat des daags in helle klaarheid blonk: 't Gebloemt' der wei bij vollen middaggloed, Het korengoud - der velden hoogtijpronk - 't Gehucht, dat vriendlijk uit de verte ons groet, De popel, die verheugd ten hoogen streeft, Waar 't beekje onhoorbaar voortglijdt, sluimerloom - 't Schijnt àl te zaam het landschap uit een droom, Waarover 't manelicht heur zilversluiers weeft. Een aâm van heil'gen vreê doorruischt de lucht, Die mèt der rozen geur mijn ziel doordring' - Bij 't opwaartsstijgen op het windgezucht Mij toegevoerd in zoete mengeling. - Verdwenen is 't begrip van duur en tijd: Niets stoor' de stilte van den Julinacht.... Verstomd zij elke bede en iedre klacht, Nu alles òm mij spreekt van rust en zaligheid! Vorige Volgende