Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 5
(1895)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 309]
| |||||||||||
Verloofd.Ga naar voetnoot1)
|
Mevrouw Gertrude van Heezerswade, Baronesse de Méreil | 48 jaar. |
René, baron de Méreil | 56 jaar. |
Pauline van Heezerswade | 20 jaar. |
Jhr. Oscar van Meirlinde | 27 jaar. |
Mejuffrouw Betsy Gerda | 22 jaar. |
Plaats der handeling: den Haag. Tijd: heden.
Tooneel I.
.... dus, met de landpacht er bij zou Pauline voorloopig f 12000 revenu hebben. Dat is héél aardig voor jongelui.... om mee te beginnen.
Over de financieën maak ik mij ook niet ongerust....
Waarover dàn?
Ik ken Oscar van Meirlinde te oppervlakkig. Tweemaal bracht hij mij een bezoek en ik probeer niet bij zoo vluchtigen omgang iemand te doorgronden. Bezoekers zijn natuurlijk even banaal en conventioneel als zij die bezoeken ontvangen. Wàt weten wij van van Meirlinde's karakter, wàt van zijn eigenaardigheden?
Je zult hem wel leeren kennen. Het engagement zal toch zoo héél kort niet zijn? Bij een verloving behoeft men niet aanstonds den trouwdag te bepalen, hé?
Trouwdag!! Néén, zóóver zijn wij nog niet. De verloving staat ons nog te wachten.
Maar die kan hoogstens nog één uur uitblijven; 't is nu kwart over tweeën. Om 3 uur verschijnt de pretendent, eerst een kwartiertje met jou praten, daarna komt Paulientje binnen en de zaak is beklonken.
Zijn de informaties die je over den heer van Meirlinde geeft waar, volkomen waar?....
Zeker! Ik informeerde bij zijn chefs. Zeer gunstig rapport. Bekwaam ambtenaar; uitstekend voor den dienst; veel ijver, veel ambitie. Zijn kameraden mogen hem graag. Hij staat bekend als een joviale kerel, nu ja,.... met iets te veel hebzucht....
Dan neemt hij Pauline om haar geld.
Wel neen! Pauline heeft wel andere charmes dan haar fortuin. Zij is mooi, lief, geestig, vroolijk. Op al die hoedanigheden is hij verliefd, en dat hij in haar een rijke erfgename vindt, ja, dát kan een van Meirlinde niet ongevallig zijn. Hij heeft geen sou. 't Is voor hem een heel ding om rond te komen, dat verzeker ik je.
Zoo? Hebben de van Meirlinde's geen fortuin? Dat is voor mij een zaak van ondergeschikt belang.
Dat ben ik met je eens. Er zijn heel wat gelukkige huwelijken waar het geld maar van één kant kwam.
Van Heezerswade en ik hadden beiden fortuin en ons huwelijk....
Jullie huwelijk was niet gelukkig te noemen.
Niet gelukkig! als een echte de Méreil weet je je woorden altijd zóó te kiezen, dat zij zoo min mogelijk kwetsen.
Veel troost en vergoeding vindt je in je lief, aanhankelijk kind.
Dat kind is het zonnetje waarin ik mij koester. Pauline is mijn leven, mijn afgod, mijn alles.... en nu moet ik haar afstaan aan een vreemde.
Kom! Zóó moet je niet praten. Je krijgt er één kind bij, binnenkort heb je een dochter èn een zoon, en later....
Spreek me nu nog niet over later.
Je zult je aan dat idée toch moeten wennen.
Ik zal er mijn best voordoen. Dus de rapporten luiden: bekwaam, ambitieus, ijverig en hebzuchtig, anders geen bizonderheden?
Enne.... enne solide, zéér solide! dát laat niets te wenschen over.
Zóó?! financieel solide of moreel?
Moreel!
En wie reikt den heer van Meirlinde dat brevet van soliditeit uit?
Onder anderen.... zijn hospita.
Zijn - hospita? Aha! Zóó?
Vraag me nu asjeblieft niets meer, dat zijn zaken die je moeilijk met dames kunt bespreken. Zijn hospita, zéker, het is héél slim van mij dat ik dáár ook eens geïnformeerd heb, die soort menschen weet waarachtig een heelen boel....
Sta jij er voor in? Jij, die je eigen gevoelens altijd aan anderen toedicht. Beste René, jij bent te goed en te eerlijk om menschenkenner te zijn. Iemand met jou aanleg en karakter wordt altijd dupe....
Dupe? Wàtblief? Wàt zeg je, ik geen menschenkennis!! Ik heb juist héél veel menschenkennis, héél veel....
Wàt dan?
Ik wil het je wel zeggen, maar ik houd het voor een praatje, voor een canard.... ik ken de menschen beter dan jij.
Vertel me dat praatje eens.
Kijk toch niet zoo ernstig. Het is een grap, je zult er om lachen even goed als ik....
Wat heb je over zijn hebzucht gehoord?
Het verhaal, het onmogelijke verhaal dat mijn vriend van Sweers mij gisteren deed luidt aldus: Verleden Woensdag hadden eenige jongelui 's avonds een oesterfuif; Oscar van Meirlinde was er ook bij.
Van wie heeft van Sweers het gehoord?
Van zijn neef Eugène.
Is Eugène er zelf bij geweest?
Zeker. Er werd geklonken op de drie rijkste meisjes uit den Haag. Onder algemeen gelach werd van Meirlinde erg geplaagd met het mooie freuletje van Heezerswade dat hij op het laatste Casino zoo in 't oogvallend gecourtiseerd had. Toen moet van Meirlinde gevraagd hebben: Is freule van Heezerswade de rijkste van de drie? Neen, hebben zijn vrienden geantwoord, zij is nommer 3 van het drietal. L'héritière par excellence is freule van Sanden die met baron d'Erlangen geëngageerd is. Daarop volgt Mejuffrouw Betsy Gerda.
Betsy Gerda! Zij is een kostschool-vriendin van Pauline. De meisjes zien
elkaar af en toe. Zij is een lief, gedistingueerd persoontje.
Zóó? ik heb niet het voorrecht haar te kennen, maar zij werd door de jongelui aangeduid als no 2 van het drietal, want het fortuin van douairière van Heezerswade haalt niet bij dat van den rijken industrieel Gerda. ‘Verzin, eer je begin Oscar, aan den eenen kant meer geld maar geen blauw bloed, aan den anderen kant blauw bloed maar minder fortuin,’ zóó plaagden zijn vrienden hem.
Hoe vulgair! hoe ruw!
Vulgair en ruw voor jou ooren, maar niet voor jongelui die een beetje gemonteerd zijn.
Meneer van Meirlinde hecht zeer aan adel, dat heeft Pauline mij verklapt.
Zóó! zóó?
Hier vindt hij de combinatie van titel met fortuin. Pauline voldoet aan beide eischen.
Van Sweers zei, dat ze op dien avond nog zoo wat standjes gehad hebben....
Wie hebben standjes gehad?
Eugène en van Meirlinde.
Waarover hadden zij twist?
Och, ik weet het niet, zoo precies. Laten we er nu maar over zwijgen. Alles agiteert je op het oogenblik. Ik ga heen. Wacht nu maar rustig den huwelijkscandidaat af
Adieu, René, tot van avond!
Tooneel II.
Mevrouw ruimt de op tafel verspreide papieren bij elkaar, kijkt zeer ernstig en schudt het hoofd.
O, moederlief!
Waf is er, kind?
Niets! niets! ik ben zóó blij, zóó bang, zóó gelukkig, zóó moê van 't wachten.... o foei! zóó geagiteerd - alles rilt en trilt aan mij
Zou Oscar nu ook zoo geagiteerd zijn? Neen, hé? Hoe verzin ik 't? Het zou bespottelijk zijn voor een man! O! ik weet hoe het gaan zal. Heel kalm zal hij zijn toilet maken, en om drie uur - precies drie uur schelt hij aan, verschijnt in full dress, maakt een onberispelijke buiging en begint met u te praten
Dat hoop ik, mijn engel!
Daar kunt u zeker van zijn, moedertje Je weet niet, hoeveel wij van elkander houden.
‘Prepareer je mama op mijn komst,’ zei hij op het laatste casino tegen me. ‘Wie zou beter onze zaak - onze zaak! wat klonk dat heerlijk! - kunnen bepleiten dan jij?’
Tutoyeerde hij je reeds, Pauline?
Verleden week, deed hij het voor het eerst. O, ik weet wel, dat mijn aristocratisch ouderwetsch moedertje zulke dingen afkeurt
Ondeugd! maak jij je er maar met een grapje af.
Toen hij mijn sortie om deed, fluisterde hij heel dicht aan mijn oor: ‘Pauline, over 8 dagen kom ik bij je mama en doe in optima forma aanzoek om je handje’.... A propos
wat heeft Oom René verteld? Zeker niets dan goeds, hé?
Niets dan goeds, mijn kind.
Zie je nu wel, jou wantrouwend moedertje! Niets dan eroeds!
Waar het de toekomst en het geluk betreft van mijn éénig kind, vertrouw ik niemand. Ik zal veel met Oscar praten, ik moet hem leeren kennen, ik moet hem doorgronden. Ik zie scherp mijn kind, dat komt omdat het leven voor mij zoo scherp was, ik heb zooveel geleden.
Lief, lief moedertje!
Ik wil mij overtuigen aan wien ik het liefste dat ik bezit, moet weggeven.
Dat ‘weggeven’ heeft nog geen haast moeder. Wij blijven nog lang bij elkaar en dan praten we veel over hem en dan ga je ten slotte ook zóóveel van Oscar houden, dat je 't verrukkelijk vindt, dat hij je schoonzoon wordt. Als meneer van Meirlinde mij nu eens hoorde zou hij toch moeten erkennen dat ik ‘onze’ zaak goed bepleit.
Lieveling! wees bedaard! Ga naar je kamer. Neem een boek, lees wat....
Lezen?! Moeder, de letters zouden voor mijn oogen dansen. Lezen! neen, dat kan ik niet, ik kan niets doen, dus iedere minuut is voor mij een uur. Ik beef als een riet! Laat me toch niet te lang wachten, moeder.
Rustig, mijn kind! Bedaar! Pauline! ga nu heen!
Moeder! moeder!
Wat is er?
O God! wat beduidt dat?
Wàt mijn kind? Spreek dan toch.
Oscar stapt uit een coupé met Betsy Gerda.
Met Betsy Gerda? Heb je dat goed gezien?
Weet u er iets van? Wat beteekent dat moeder?
Meneer van Meirlinde komt Betsy présenteeren.... Hij is met haar verloofd?
Met Betsy.... verloofd??
Blijf! ik smeek en ik gebied je, blijf! Jij bent een van Heezerswade en ik een de Méreil. Wij aristocraten leeren vroeg ons beheerschen. Doe onze namen geen schande aan. Ga zitten.
Tooneel III.
Meneer van Meirlinde, Mejufvrouw Gerda.
Tooneel IV.
Dag Mevrouw! Dag Pauline! Weet u het groote nieuws al?.... Men kan tegenwoordig niets geheim houden,
Wat zeg je er toch van Pauline? Hadt jij ooit gedacht, dat van Meerlinde mij zou vragen?
Jij kon mij toch niet vragen, dus moest ik het jou doen.
Och plaaggeest!
Vin je 'm niet vreeselijk aardig? Een knappe man, hé?
Heusch niet?
Om mij?
Moest u Jufvrouw Gerda ten huwelijk vragen, Meneer van Meirlinde? Moest u, was het soms een weddenschap dat u Jufvrouw Gerda moest vragen?
Héél aardig! héél aardig! Pardon, Mevrouw, een weddenschap was het niet.
U.... moest??
Ik moest Mevrouw, omdat mijn hart het mij ingaf.
Pardon! ik heb u zeker niet goed verstaan.... Wàt dreef u tot dit aanzoek?
Mijn hart, Mevrouw.
Héél aardig, héél aardig!
Dat hoor ik juist! U féliciteert Oscar wèl, en mij niet Mevrouw!
Freule, ik miste u deze week op de IJsclub. U is toch niet ongesteld geweest?
Pardon Meneer van Meirlinde. De van Heezerswade's zijn zeer sterk, moreel en physiek. Zij kunnen tegen een stootje.
Een groot voorrecht.
Een niet genoeg te waardeeren voorrecht.
Dus vermoeienis van ijsbaan of bal is u vreemd?
Volkomen.
Dat is kras, want, als freule Van Heezerswade in de balzaal verschijnt, is men zeker haar niet éen dans te zien overslaan. Op het laatste casino....
Zwijg! Meneer v. Meirlinde
Pardon moeder, Betsy wil je een paar mooie rozen hebben?
Dol graag! Vreeselijk lief van je.
Laten we ze dan zeil gaan uitzoeken. Mama, ik zal Betsy even onze nieuwe serre laten zien. Zij is zoo'n liefhebster van bloemen en ze heeft ook heel veel verstand van planten. Ga je mee?
Graag.
Tooneel V.
Wees gerust, Meneer van Meirlinde ik sta voor de zelfbeheersching van mijn dochter in. Van hetgeen haar hart op dit oogenblik vervult, zal geen woord, geen enkel woord over háre lippen komen.
Aristocraten worden vroeg geoefend in zelfbeheersching.
Die overtuiging gaf u zeker den moed, mij op dezen dag en op dit uur een bezoek te brengen.
Was daar zoo bizonder veel moed voor noodig Mevrouw?
Neen! moed eigenlijk niet. Voor die lafhartige daad was geen moed, maar onbeschaamdheid noodig.
Onbeschaamdheid! Dat meent u zeker niet.
Zou u denken, Meneer v. Meirlinde, dat ik tot U één woord zou
spreken, dat ik zou kunnen verzwijgen? Meent u werkelijk, dat ik tot U, één enkel wroord zou kunnen of willen zeggen, dat ik niet meende, maar slechts uitte, nu ja, om iets te zeggen, als een visitepraatje?
Waarom zou u de beleefdheid en onbeduidendheid van mijn bezoek met iets anders beantwoorden.
Noemt u dit bezoek beleefd en.... onbeduidend??
U niet?
Wat u beleefd noemt, noem ik onbeschaamd en wat u onbeduidend noemt, acht ik van het hoogste gewicht.
Verschil van opvatting Mevrouw.
Denken, gevoelen en spreken zoo als u, zou mij in eigen oog vernederen. ‘Blauw bloed’ weet wat zelfbeheersching is, máár - het weet ook lucht te geven aan zijn verontwaardiging, het weet termen te vinden om zijn minachting uit te drukken wanneer een lafhartige daad dat ‘blauwe bloed’ heftig in de aderen doet bruisen.
U leest zeker veel romans, ouderwetsche romans en deugdzame balladen. De gezwollen rhetoriek van die lectuur stroomt u over de lippen.
Uw spot getuigt van zeer slechten smaak. Menschelijke aandoeningen en gewaarwordingen uitgedrukt in ouderwetsche romans, balladen of psychogische ontleding vinden zonder onderscheid hun oorsprong in het menschelijk brein.
Volkomen juist Mevrouw, maar het brein van den modernen mensch is ontdaan van de vooroordeelen en conventioneele begrippen die den ouderwetschen mensch aankleven.
Ik zal mij met u in geen discussie begeven over algemeenheden daar ik u op den man af iets te zeggen heb en mij daartoe slechts enkele oogenblikken gegund zijn.
Gaarne zal ik vernemen wat u mij te zeggen heeft. Ik houd wel van die dingen zoo ‘op den man af’. Dat is piquant. Er is weinig dat mij intéresseert; er is niets dat mij aangrijpt of ontroert. Het zal mij een genoegen wezen naar u te luisteren. Ik houd wel van die schijnbare emotietjes.
Emotie zal ik bij u niet verwekken. Als ik daarnaar streefde, zou ik u de eer aan doen, u met mij op één lijn te stellen. Ik spreek alleen tot uw verstand. Het woord ‘gevoel’ of ‘hart’ op u toegepast is een parodie....
Pardon Mevrouw! dat ik u even in de rede val. Aristocraten paren aan zelfbeheersching de kunst om in scherpe bewoordingen hun gevoelens kenbaar te maken.
Het is jammer, dat de oesterpartij bij van Laar niet één week voor het laatste casino heeft plaats gehad. U zou dan geweten hebben, dat freule van Heezerswade no. 3 van het drietal stond.
Mevrouw!....
Zwijg Meneer! Laat mij uitspreken. Het fortuin van de douairière van Heezerswade haalt niet bij dat van den rijken industrieel Gerda. No. 1 van het drietal, freule van Sanden was reeds verloofd anders had u in haar de vereeniging van titel en fortuin gevonden. Men koopt meer met geld dan met een
titel nietwaar? Ook is uw bewering, dat de vrouw die u trouwt altijd Mevrouw van Meirlinde wordt volkomen juist. Uw bekende hebzucht heeft er u toegedreven een wreed spel te spelen met de gevoelens van een jong meisje dat u nooit iets misdeed. Aan freule van Heezerswade verklaart u uwe liefde. Argeloos en vol kinderlijk vertrouwen hechtte zij geloof aan uwe leugenachtige woorden. Zij moest in deze week uwe zaak bij mij bepleiten
Naar mijn bescheiden meening kunt u hiermee ook volstaan, Mevrouw.
Tooneel VI.
Kijk eens Oscar wat een beeldige rozen? Vin je 't niet vreeselijk lief van freule Pauline? Kom eens hier, meneer van Meirlinde, ik zal die sombere zwarte jas een beetje opvroolijken
Mevrouw, zullen wij even bij uw dokter aanrijden? Pauline is zeker ongesteld, zij is zóó stil en zij ziet er zoo bleek en lijdend uit....
Dankje, voor je goede intentie mijn kind, je behoeft geen dokter te laten komen. Pauline is niet ziek. Tòch heb je goed gezien, zij is niet zoo als anders. Zij is vandaag wat nerveus. Adieu Betsy! wij zullen jou vriendelijk bezoek per brief réciproceeren,
Nu begrijp ik alles! Mijn vermoedens waren juist, Pauline vergeef mij! het is buiten mijn schuld!
Tooneel VII.
Lieveling!
Moeder, ach, moeder!
einde.
- voetnoot1)
- Voor de eerste maal opgevoevd door de Koninklijke Vereeniging: ‘Het Nederlandsch Tooneel,’ op den 4den September 1894.