hoofden van een dozijn dametjes op hol brengt! Dat is meer gezien....’
- ‘Bijvoorbeeld hier in den Haag! Vergoding van een Franschen tenor d'opéra comique door mevrouw A, B en C!’ - viel kapitein de Lassy in.
- ‘Of het naloopen van een dierbaar prediker, zoodat de vrome zieltjes van de vroegpreek tot den middagdienst bleven overzitten, om hunne plaatsen niet kwijt te raken!’ - vervolgde Mevrouw van Aldersee.
Freule Emma vestigde hare sprekende donkere oogen met zekere intentie op mij, en sprak heel kalm:
- ‘Ja, maar, we hebben één ding vergeten. In het tooneel met Vadius en Trissotin blijkt het, dat de dames eene erbarmelijke letterkundige educatie hebben genoten, want als Trissotin zijn epigramme: Sur une carosse de couleur amarante donné à une dame de mes amies voordraagt, en besluit met de regels
‘Ne dis plus, qu'il est amarante,
Dit plutôt qu'il est de ma rente.’
barsten de savante dames in een koor van lofzangen uit. En nu geloof ik, dat Pailleron met zijn Bellac in dit opzicht niet ver van Molière's Trissotin is afgeweken.
- ‘Zeker, freule! Dit is een tweede sujet voor Molière. Hij tuchtigt den letterkundigen wansmaak even als in de Précieuses, zelfs in den Misanthrope, schoon daar even in het voorbijgaan. Maar Molière wil zijn onderwerp ruimer nemen, en daarom geeft hij aan Vadius, die Grieksch kent, het privilege de dames te omhelzen.’
Mevrouw van Aldersee lachte opgewekt.
- ‘De tijden zijn veranderd, amice!’ - antwoordde zij op hetgeen ik het laatste gezegd had - ‘Het Grieksch geeft maar weinig privileges meer bij de dames. Zelfs de welsprekendheid heeft een deel van haar invloed verloren. Men wil nu alles geheel anders dan vroeger! Hoe zorgloozer men onze taal spreekt, hoe beter! Bij jongelieden van beschaafden stand is het zeer in de mode platte of dwaze woorden in het gesprek te mengen. Het mooie ligt nu aan eene heel andere zijde. De kunst om in woorden te spreken, is nu de kunst geworden, om in raadselachtige klanken ons wat mysterieus op den mouw te spelden. Zoover had Trissotin het nog niet gebracht! Maar het zou er met den tijd van komen. Daarom geloof ik, dat de Femmes Savantes nog zeer actueel zijn, en actueel zullen blijven! Met gebruikmaking van Molière zou een goed dichter kunnen schrijven: Les Femmes Savantes up to day. Een Parijsch salon van eene excentrische blauwkous, Trissotin-Mallarmé om verzen voor te dragen, en Jean Moréas-Vadius, die Grieksch kent, om de dames te omhelzen!’
- ‘Dat bewijst juist, hoe we Molière nog lang niet kunnen missen!’ - zei Freule Emma ernstig.
- ‘Dit is zoo waar’ - viel ik in - ‘dat sommigen onzer dagblad-recensenten het gezelschap acteurs van van avond hebben gelaakt, omdat zij den scherpen geesel van Molière gevoelden!’
- ‘Doch verre weg de meesten stonden aan onze zijde!’ - besloot Mevrouw van Aldersee, daar het tijd van scheiden was geworden.
Toen ik afscheid nam, zei ze lachend:
- ‘La suite à demain n'est ce pas?’