(de hand, die het boek vasthield, zinkt langzaam naar beneden! peinzend)
hoe hemelsch!... die...
amour... en dan...
de la femme amoureuse.... tu fais une heroïne.... O wat moet dat heerlijk zijn, dat....
je t'ame....
(legt zoo peinzend 't boek op de tafel).
... trouwens in 't Hollandsch.... ik heb je lief!... is toch ook mooi.... 't komt er maar op aan wie het zegt!... door.... Max!...
(blijft een oogenblik peinzend zitten in gedachten; het bouquet ziende).
... toch een mooi bouquet dat die goede Max mij gaf..! zoo'n beste jongen...! zoo'n knappe jongen...! zoo'n mooie houding..! en 'n krullebol!... wat zal dat goed staan als ik eens gearmd met hem over straat ga...! dan doe ik een
rose japon aan.... want
rose kleedt mij 't best!... dan kijkt iedereen ons zeker na.... en dan hooren we fluisteren.... wat een knap paar!...
(opspringende als uit een droom ontwakende).
... Maar wat droom en praat ik toch dwaas...! die Max drukt mij wel de hand.... maar zegt niet of hij van mij houdt....
(bij het bouquet staande nu en dan een enkele bloem aanrakend!... peinzend.)
Hij kan zoo aardig.... zoo gevoelvol zeggen.... Louiselief.... of Wiesje!... Zou hij het meenen?.... zou hij verliefd op mij zijn?... of op een ander?... of op meer te gelijk?...
(opziende)
wat zeg ik.... op meer te gelijk!... Ja, die mannen zijn zoo vlinderachtig.... Maar een meisje zooals ik.... achttien jaar!... behoort niet meer tot de lichtgeloovigen, die zoo maar elk praatje gelooven.... Ik wil toch eens een madeliefje uit het bouquet raadplegen, zooals ik vroeger toen ik nog zoo jong was wel eens deed.... maar nu alleen voor de aardigheid.... natuurlijk voor de aardigheid!...
(neemt het bloemtje uit het bouquet en plukt de blaadjes één voor één uit.)
Il m'aime!... il ne m'aime pas....
(eenige malen herhalen)
il m'aime!
(schrikt).
... nog maar drie blaadjes.... 't laatste is dus.... il ne m'aime pas!... O! maar dat is niet mogelijk!
(werpt de bloem driftig weg).
.. akelige bloem!... Hoe bijgeloovig sommige menschen toch zijn...! maar ik geloof er niet aan!... en als het nu toch eens zoo was!... als hij eens op een ander gecharmeerd was!... een ander!...
(gaat naar de toilettafel).
... maar ik zie er toch niet minder.... ja misschien.... beter uit dan een.... ander.... hij zou mij gerust als zijn vrouwtje kunnen laten zien... een ander.... o! maar wacht....
(neemt het briefje uit den zak)
die brief.... zal wel wat meer zeggen.... wat zou erin staan?... Zeg, briefje! wat staat er in?!... iets goeds!?... iets mooi's!?... Ik durf 't haast niet open maken!... Komaan, hartje!... moed gevat!...
(opent het briefje) (lezende)
Chère Louise....
(sprekende)
Chère!... dat klinkt mooi!...
(lezende.)
La rose la plus belle - ne dure qu'un instant....
(werpt den brief boos op tafel; daarna opdreunend spottend)
‘
Mais l'amitié fidèle - “
dure éternellement!”’... wat ouwe kost.... een albumversje!... hoezouteloos!..
amitié!... wat een akelige jongen!... 't is mij onverschillig of zijn
amitié eeuwig duurt... wat heb ik aan
amitié.... daarmeê verlooft men zich
niet
(peinzende).
...
amitié.... amitié.... hoe is 't mogelijk!... of misschien moet ik het anders lezen.... of misschien is het sympathetische inkt.... of doorschijnend... het is zoo romantisch!... zoo poëtisch!... zoo'n geheimschrift. Laat ik nog eens zien,
(beziet den brief tegen het licht)
niets!... misschien een andere rangschikking van de woorden!
(Leest in stilte den brief - na de twee eerste regels gelezen te hebben - geeft ze een gilletje van blijdschap en komt verheugd naar den voorgrond.)
Wat een mooi vers!... hoe lief!.. die goede Max.... die lieve jongen.... hoe geestig!... wat was ik overhaast straks...! Foei, zoo kinderachtig overhaast...! die beste Max...! wat heeft hij dat versje geestig gewijzigd.... wat is 't nu mooi....
(lezend declameerend)
-
La rose la plus belle - ne dure qu'un instant - mais mon amour fidèle - dure éternellement,
(dweepend)
hoe muziekaal!... hoe verheven!... dat
mon amour!... in verband met
éternellement!... die lieve Max!...
(peinzend)
mon amour fidèle... dure éternellement... wat zou ik moeten doen als hij mij dat eens mondeling zegt!?.. moet ik hem dan dadelijk om den hals vallen en zeggen.... lieve Max.... de mijne ook!!... of bescheiden de oogen neerslaan.... en wachten tot hij mijn ‘Ja’ vraagt.... en dan zacht fluisteren ‘Ja!!’... of niets zeggen... of...
(levendig)
maar dat komt er niet op aan... dat zal zich van zelf wel redden denk ik!... zoo iets gaat altijd goed.... en als men achttien jaar is, is men niet spoedig verlegen....
(gaat zitten - een hand onder de kin, den arm leunende
op dien