- ‘'n Prachtige theorie!’ - riep Betsy - ‘De heeren van de nieuwe formule gaan dan over dertig jaren ook in de oude doos, en worden vervangen door een stel nieuwen! Het is te mooi, om het te gelooven!’
Neef Brandt blies den rook van zijne sigaar in kleine cirkels voor zich uit - een bewijs, dat hij zich voorbereidde tot eene ernstige repliek.
- ‘Zie eens hier!’ - zei hij. - ‘In 1825 begon in Frankrijk de Romantiek, die in Engeland al vroeger bloeide. Met Victor Hugo trad eene nieuwe armée van letterkundige kunstenaars op - Alfred de Musset, Théophile Gautier, Gérard de Nerval, Alfred de Vigny, George Sand, Balzac, Beyle, Merimée, Alexandre Dumas, Sainte-Beuve, Leroux, Lamennais - nog vele anderen meer. Wie lette er na 1826 nog op auteurs als Baour-Lormian, Etienne, Jouy, Delavigne, Millevoye, de Sénancourt, of Nodier? Altemaal in de doos!’
- ‘Maar, neef! U houdt ons toch niet voor onnoozel? Als de school van Hugo in 1825 begon, moest zij volgens u in 1855 eindigen. En Hugo heeft na 1860 eerst zijne grootste populariteit bereikt met La Légende des Siècles en Les Misérables. Na 1825 heeft men niet veel meer over Baour-Lormian gesproken, maar destemeer over Mevrouw de Staël, Châteaubriand, Bernardin de Saint-Pierre, Benjamin Constant en Xavier de Maistre! Niemand heeft er aan gedacht die ouderen ooit in eenige doos ter wereld te sluiten, zij leven, en oefenen nog invloed uit!’
Neef Brandt wierp met een driftig gebaar de asch van zijne sigaar weg, en antwoordde:
- ‘Je begrijpt me niet, amice! Als ik zeg, dat de oude auteurs om de dertig jaar in de doos gaan, dan is dit maar eene algemeene stelling. Bijzondere gevallen, als van Victor Hugo, staan daar buiten. Ik bedoel, dat de geest van de letteren om de dertig jaren verandert. Er mag na eene vroegere periode nog de een of andere auteursnaam blijven rondzwerven - wat bewijst dat? Mevrouw de Staël, Châteaubriand, Benjamin Constant, werden om deze of gene reden nog gelezen, zooals bijvoorbeeld, de een of ander dandy zich met een model van hoeden vertoont, dat al tien jaar uit de mode is, alleen, omdat hij meent, dat ze hem persoonlijk goed staan!’
Betsy zag haar vader met kalmte, maar een beetje uit de hoogte aan.
- ‘Ik denk, papa!’ - sprak ze - ‘dat u neef en mij voor schoolkinderen houdt, want van dit alles geloof ik geen syllabe. Maar ik geef het woord aan neef - en zwijg als eene gehoorzame dochter!’
Mijn nichtje heeft de gewoonte een heel ernstig gezichtje te zetten, als ze op het punt is in schaterlachen uit te barsten. Ik wist het, en nam dus het woord, om eene kleine botsing te voorkomen:
- ‘U zei daar zooeven, neef: dat de Romantiek in Frankrijk in 1825 begon. Mij dunkt, daar schuilt de fout in uwe redeneering. Het is altijd zeer moeielijk te zeggen, wanneer eene kunstrichting begint. Wat begon eigenlijk in 1825? De strijd tegen de oude classieke tragedie van Racine en Voltaire. De Hernani van Victor Hugo was eene oorlogsverklaring tegen de ouderwetsche treurspelen in vijf bedrijven met eenheid van tijd en plaats.