Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 1(1891)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 631] [p. 631] Het lied van den voorjaarswind. Door A. Smit. 't Suizelt en ritselt door 't dorre gebladert, Klemmende aan struiken en spelende op 't pad. 't Zegt het aan elk, dat de Lente weer nadert: 't Heerlijkste wonder dat de aarde bevat. Hebt ge die vriendlijke stem al beluisterd, Als ze daar suist door de zonnige lucht; Hebt ge al gehoord wat de Voorjaarswind fluistert, Als hij zich mengt in het blaadrengerucht? ‘'k Ga door het woud om tot leven te wekken Al wat nog sluimert in schijndood en nacht; Vlinders beproef ik aan 't hulsel te onttrekken, Draag ik in 't licht, waar de vreugde hun wacht. 'k Open de kelken der blauwe violen, 'k Help uit de knoppen het bevende blad; 'k Zeg aan de bloesems, in windslen verscholen: 't Zonnetje wacht u reeds, haast u toch wat. 'k Roep tot de vooglen, die toeven in 't Zuiden: Keer weer terug voor uw hoogtijd in Mei; 't Woud wordt al groen en de sneeuwklokjes luiden 't Lentefeest in langs de ontwakende wei. Armen en droeven, gebogen door lijden, Kranken, van ouds door de lente bemind, Allen, die hopen op betere tijden, Spreek ik van 't licht, dat den nacht overwint. [pagina 632] [p. 632] 'k Spreek hen van vriendlijke, zonnige dagen, Heerlijke luchten, met reukwerk bevracht, Vooglengekweel in de bloeiende hagen, Dageraadschoonheid en avondroodpracht. Harten, in liefdesbetoovring gevangen, Zing ik het oude, bekoorlijke lied; 'k Draag het in smeltende nachtegaalszangen, 'k Draag het in 't ruischen van loover en vliet. 'k Lok ze uit de steden, in lachende dreven, Allen, die moe zijn van arbeid en strijd: Schooner en ruimer en edeler leven Heeft hun Natuur in haar feestzaal bereid.’ - Vriendlijke wind, die daar fluistert door 't loover, Velen vernemen uw tooverzang niet; Draag mij uw heuglijke boodschap maar over, 'k Zal ze vertalen in 't menschelijk lied. Steenwijk, April 1891. Vorige Volgende