Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 1

[p. 338]

Spreuken.
Door C.L. Lütkebühl Jr.

De zwaluw heeft, terwijl zij scheert langs de aard,

Haar voedsel opgelezen;

Gelijk de zwaluw moet de dichter wezen,
Die saamlust wat hij waarneemt en ervaart.

Geen bergen zonder dal, geen dalen zonder bergen,

Waartoe dan om oneffenheên

Gezucht, die wij op onze schreên

Ontmoeten, wijl ze onze aandacht vergen?
Wél heeft de vlakte 't volle licht,
Maar kleiner is er 't vérgezicht.

Voorzeker, twijfel is te menschelijk een trek,

Om dien als zielsgebrek

Of misschien erger nog, den twijflaar te verwijten;

Maar, wie alleen uit luim of gril,

Voor twijfelaar poseeren wil,
Gelijkt den kermisclown bekwaam in 't dolken smijten.