Eerste Druk. Jaargang 1987
(1988)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 107]
| |
InhoudBaron is het verhaal over de toneelcarrière van Michel Boyron, of beter: over het begin daarvan, in het Frankrijk van Lodewijk XIV. Boyron, die zelf als voornaamste woordvoerder optreedt, begint zijn relaas op het moment dat hij als 12-jarige wees onder de hoede wordt gesteld van zijn oom Charles. Vrekkig als deze is, weet hij de verantwoordelijkheid voor zijn neef al snel over te dragen aan Monsieur Raisin, die met zijn kindertheater week na week met wisselend succes in de Franse hoofdstad optreedt. Onder zijn leiding ontpopt Boyron zich als een uiterst talentvol acteur. Raisin is nog in een ander opzicht belangrijk voor de jongeman: hij laat hem ook kennismaken met de man die op dat moment de Parijse toneelwereld beheerst: Jean Poquelin, in feite tapissier du roi van beroep maar veel meer acteur en toneelschrijver en als zodanig beter bekend als Molière, leider van het gezelschap Troupe du Roy. Hij wordt Boyrons idool. Er gaat nauwelijks een dag voorbij dat Molière niet in zijn gedachten is en het moment dat de grote meester zelf hem naar zijn gezelschap haalt, is dan ook meer dan een mijlpaal in zijn leven. Van spelen komt vooralsnog echter niet veel. Boyron, die door Molière meteen is omgedoopt tot Baron, moet kijken en sfeer proeven en pas vanaf zijn tweede jaar bij de Troupe komt hij aan acteren toe. Hij krijgt dan de mannelijke hoofdrol in het herdersspel Mélicerte toebedeeld. Behalve Baron en diens leermeester kent het verhaal nog een derde hoofdfiguur: Armande Béjart oftewel mevrouw Molière. ‘Narcistisch-minziek’ wordt zij in de flaptekst van de roman genoemd, wat een eufemistische omschrijving voor loszinnig blijkt te zijn. Armande houdt er talloze minnaars op na en dat | |
[pagina 108]
| |
is ook de aanleiding dat Baron op een dag Molières gezelschap verlaat. Hij speelt dan enkele jaren bij een derderangs Parijs gezelschap en bij de rondtrekkende Comédiens du Duc de Savoie. Het zijn moeilijke jaren voor Baron, wiens niet geringe talenten in deze omgeving nauwelijks tot hun recht komen. In 1670 echter sommeert de Zonnekoning zelf hem naar Molière terug te keren. Drie jaar later sterft de oude meester, een moment van diepe rouw maar ook het moment waarop Baron diens plaats op het toneel mag overnemen. Een nieuwe aanvaring met Armande, met wie hij overigens nog tijdens Molières leven een verhouding begonnen was, is er echter de oorzaak van dat hij de Troupe du Roy voor de tweede keer verlaat. Dit keer laat hij zich inlijven bij de ‘concurrentie’, het gezelschap van Jean Racine, waar zijn talent even goed tot haar recht komt als bij de Troupe. Het slot van Barons relaas liegt er dan ook niet om: ‘Dit was de grote wending vanwaaruit ik Parijs zou regeren. Zij zouden mij kennen, de nieuwe generaties. Er was niets dat mij kon tegenhouden. Ik had de kracht, het talent en de waarheid. Ik had de schoonheid. Ik was geworden waartoe ik was voorbestemd. Ik was de grootste. Ik was Baron.’ | |
KarakteristiekHet woord ‘omvangrijk’ is haast een understatement als het erom gaat Baron te typeren; de roman telt immers niet minder dan 1016 pagina's! Deze zijn verdeeld over een proloog, waarin de inmiddels 76-jarige acteur zijn hart lucht over de vernederingen die hem de laatste jaren ten deel zijn gevallen, zestien ‘Boeken’ en een lijst van namen, in dit geval bepaald geen luxe. Een van de meest intrigerende vragen waarvoor de adspirant-lezer zich gesteld ziet, is ongetwijfeld hoe De Vries erin geslaagd is zoveel bladzijden te vullen; is Baron een roman boordevol actie en avontuur of geeft de verteller zich herhaaldelijk over aan bespiegelingen en aan uitvoerige beschrijvingen van mens en milieu? Baron is immers een historische roman; de belangrijkste personages hebben bovendien echt bestaan. De waarheid ligt op dit punt ergens in het midden: de schrijver heeft talloze bladzijden besteed aan het vertellen van sappige | |
[pagina 109]
| |
voorvallen en anekdotes én aan de weergave van het 17e-eeuwse Parijse leven: het straatgewoel, het feodale platteland, het hofleven en de gang van zaken in de wereld van het theater. Het lijkt erop dat hij alles wat hij over deze periode kwijt kon, ook daadwerkelijk op papier gezet heeft. Daarin schuilt zowel de kracht als de zwakte van de roman. Enerzijds slaagt De Vries er zo namelijk in een tijdperk tot leven te brengen, maar anderzijds zorgt hij er tevens voor dat de scherpte uit het verhaal verdwijnt. Al die anekdotes en genrestukjes leiden af van de hoofdzaak. | |
ThematiekDe rijkdom van Baron wordt niet alleen bepaald door de vele beschrijvingen en anekdotes; De Vries' magnum opus verenigt ook diverse romangenres in zich. Zo laat het zich lezen als zedenkomedie, als tijdsdocument en schelmenroman, als kunstenaarsroman en, in de eerste plaats, als ontwikkelingsroman. Hét thema is immers Barons groei naar de volwassenheid! In dat kader moet de rol die Molière speelt allereerst worden gezien. Baron heeft zijn echte vader op zevenjarige leeftijd verloren, maar in de grote toneelspeler/-schrijver heeft hij degene gevonden die de rol van leidsman kan overnemen. Heel treffend komt dat tot uiting als Baron droomt hoe zijn moeder paart met zijn grote leermeester. ‘De aanblik vervulde mij met verrukking,’ vertelt hij dan: ‘Zij waren doende mij te verwekken.’ Daarnaast stelt de roman de problematiek van het kunstenaarschap aan de orde. Meer en meer blijkt gesublimeerd persoonlijk ongeluk de bron van Molières werk als toneelschrijver te zijn: de onmogelijkheid te verwezenlijken waar hij zijn hele leven naar verlangd heeft en de mogelijkheid die droom in zijn stukken wel te realiseren. Zijn liefde voor Armande speelt daarbij een belangrijke rol; ‘Armande is onze ziekte,’ houdt hij Baron op een dag voor. Ook het bewind van Lodewijk XIV houdt hiermee verband: ‘Niemand kan hier zeggen wat hij zou willen. Daarom spreekt de dichter alleen nog de waarheid over de menselijke ziel... Begrijp je, Michel, als men geen vrijheid en grootheid meer kan | |
[pagina 110]
| |
leven, moet men ze tenminste spélen... Op het toneel kan men aanschouwelijk en hoorbaar maken wat in ons wordt onderdrukt, en waarvan ons alleen een droombeeld rest, een verlangen.’ | |
KritiekMaarten 't Hart: ‘Verbazingwekkend dat iemand aan de vooravond van zijn tachtigste verjaardag zo'n epos weet te schrijven waabij je je geen ogenblik verveelt en waardoor je helemaal meegevoerd wordt, een andere tijd in.’ (NRC Handelsblad, 12-6-1987) Peter de Boer: ‘Na lezing van dit in alle opzichten monumentale boek is een knieval op zijn plaats. Baron is traditioneel in de beste zin des woords. Wat hierin aan taalkracht, superieure beschrijvingskunst, dramatiek, psychologisch inzicht, uitgekiende enscenering, inlevingsvermogen en kennis van het beschreven tijdvak tentoongespreid wordt is zonder voorbehoud fenomenaal en getuigt van groot vakmanschap.’ (Trouw, 2-7-1987) Ter gelegenheid van het feit dat Theun de Vries de Verzetsprijs 1987 werd toegekend, verscheen bij Uitgeverij Vriendenlust (Nijmegen) een aparte uitgave van diens novelle ‘De ontsnapping’, oorspronkelijk de laatste bijdrage aan Doodskoppen en kaalkoppen, een bundel kampverhalen uit 1966. Het is het verhaal van een jonge verzetsman die, aangeschoten en gearresteerd door de Duitse politie, in het kamp worstelt met een grote zelftucht om genezing. Hij weet dat hem een doodvonnis boven het hoofd hangt; hij weet ook dat zijn taak in het verzet nog niet is afgelopen. Met grote koelbloedigheid bereidt hij zijn ontsnapping voor. |
|