Eerste Druk. Jaargang 1987
(1988)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| |
InhoudHet kerngegeven van Roosjes thuiskomst is in de psychotherapie even bekend als berucht: een patiënte wordt verliefd op haar psychiater. Dat is hier de 51-jarige Jef van Kessel, gelukkig getrouwd, twee kinderen, kleinkinderen ook en toch raakt hij op een dag in de ban van de 26-jarige Roosje. De fascinatie blijkt wederzijds te zijn en zo ontstaat het ‘dubbelleven van JVK’. Aanvankelijk beeldt hij zich in dat hun verhouding zijn huwelijk niet aantast maar, integendeel, de relatie tot zijn vrouw juist versterkt. Maar zoals dat een fatsoenlijk burgerman betaamt, wordt ook Van Kessels zielerust op den duur haast ondraaglijk bestookt door stiekeme stemmetjes, die hem voorhouden dat hij zichzelf maar wat wijs maakt, dat hij onrechtvaardig is tegenover zijn vrouw en dat de verhouding met Roosje niet langer kan. Zoals hij ooit als een briljant regisseur de omstandigheden rangschikte om zijn jonge patiënte emotioneel aan zich te binden, zo bedenkt hij dan opnieuw een ‘verhaal’ dat hem in staat zal stellen afscheid van haar te nemen, zonder dat hij zich daarmee het risico op de hals haalt van een nieuwe zenuwcrisis. | |
KarakteristiekHet verhaal over het ontstaan en de ondergang van Van Kessels dubbelleven wordt verteld in achttien korte hoofdstukken; de hele roman is 160 bladzijden lang. Opvallend is het ontbreken van zwaarwichtigheid; Van Noord heeft van zijn hoofdfiguur geen tobbende vijftiger gemaakt, maar een man die in staat blijkt zijn eigen doen en laten op de juiste momenten met de juiste dosis zelfspot te bezien. Hoewel de wervende teksten op | |
[pagina 92]
| |
boekomslagen maar zelden uitblinken in nuchterheid en objectiviteit, lijkt er in dit geval inderdaad veel voor te zeggen om Roosjes thuiskomst, vooral wat de milde (zelf)spot betreft, de melancholie van de burgerman en de milieutekening, te vergelijken met het werk van Willem Elsschot. | |
ThematiekGaat het in deze roman allereerst over midlife crisis, een heuse driehoeksverhouding en menselijke relaties in het algemeen, het uiteindelijke thema van Van Noord is toch het ingewikkelde spel dat droom en werkelijkheid doorgaans met elkaar spelen. Dat verklaart mede het feit dat de figuur van Roosje nooit echt uit de verf komt; er is meer sprake van een Roosje-gevoel. Zij is de personificatie van jeugdig élan, van dadendrang en bruisend leven. | |
KritiekGaston Durnez: ‘Frits van Noord bouwt zijn verhaal meesterlijk op en schrijft het in een heldere stijl, zonder franje, vol fijne psychologische waarnemingen, zodat je zou gaan denken dat hij zelf het beroep van zijn ik-figuur uitoefent.’ (De Standaard, 1-7-1987) Eric Rinckhout: ‘In het onlangs verschenen Een Jaar Boek 1986-87 breekt Jaap Goedegebuure een lans voor het literaire werk dat naast spannend, ook complex en gelaagd is. Het debuut van Frits van Noord beantwoordt zonder twijfel aan dit criterium.’ (NRC Handelsblad, 13-11-1987) |
|