Eerste Druk. Jaargang 1987
(1988)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 68]
| |
InhoudHotz lezen betekent onder andere lezen over zijn liefde voor de jazz, het huwelijk van zijn ouders, de avontuurtjes van zijn vader en over het leven in de eerste decennia van deze eeuw. Al deze ingrediënten zijn ook weer te vinden in zijn nieuwste bundel, Eb en vloed. Over jazz en de jaren twintig gaat het bij voorbeeld in ‘Toonkunst’, een verhaal over de hardnekkige pogingen van de hoofdpersoon de hoge bes aan zijn trombone te ontlokken. Over zijn ouders, hun (verbroken) huwelijk en de vrijheidsdrang van zijn vader in ‘Liebestraum’, ‘Het oponthoud’, het titelverhaal en in ‘Lola, of een onbetaalde rekening’. Een deel van de verhalen speelt tijdens de tweede wereldoorlog, zonder dat ze overigens oorlogsverhalen genoemd kunnen worden; de Duitse bezetting is meer het decor dan het eigenlijke onderwerp ervan. Alleen in ‘Het oponthoud’ is de oorlog wat nadrukkelijker aanwezig en in ‘Thomas en de cycloop’. In het eerste verhaal probeert de hoofdpersoon zijn ‘wankele zelfbeeld’ wat op te vijzelen door het illegale blad Vrij Nederland te verspreiden en in het tweede worden ene Thomas de stuipen op het lijf gejaagd als hij, na spertijd op straat, door een stel NSB'ers wordt opgepakt en de hele nacht vastgehouden. | |
KarakteristiekDe elf bijdragen aan Eb en vloed zijn geen verhalen vol spanning en spektakel; het gaat Hotz meer om de verhouding van zijn hoofdfiguren tot de buitenwereld dan om wat zich daarin afspeelt. In de manier waarop die verhouding wordt beschreven schuilt, nog steeds, de kracht van zijn verhalen; Hotz' stijl is zorgvuldig registrerend, sober, ingehouden en vol milde | |
[pagina 69]
| |
spot. Grote gevoelens maakt hij hooguit voelbaar tussen de regels van ogenschijnlijk simpele mededelingen. De bundel telt 184 bladzijden. | |
ThematiekOf Hotz zijn hoofdfiguren ook als anti-helden bedoeld heeft, valt nog te bezien; in de ogen van hun omgeving en (mede daardoor) in die van hen zelf zijn zij dat in elk geval wel. Dat (zelf)beeld en de manier waarop zij ermee omgaan is een van de belangrijkste thema's in deze bundel. Laf en kruiperig, zoals de hoofdpersoon in ‘De voordracht’ en ‘Thomas en de cycloop’, zijn Hotz' personages meestal niet; de meeste van hen proberen wel op de een of andere manier iets van het leven te maken, maar dat dat ook lukt is eerder uitzondering dan regel. Vergeefsheid typeert hun handelen en de onmacht iets positiefs tot stand te brengen. De enige duidelijke ‘winnaar’ is de oude man in het slotverhaal, die op sublieme wijze onder de dwang van zijn dochter weet uit te komen. | |
KritiekT. van Deel: ‘De nurkse nostalgie van Hotz is nooit sentimenteel, altijd voorzien van weermiddelen, en ook dat is een kwestie van stijl. Hotz weet dat gevoelens zich nooit direct laten uitdrukken maar dat ze veroverd moeten worden op de stof en op de taal. Zijn zorgvuldige overgave daaraan verraadt een groot artistiek talent.’ (Trouw, 7-5-1987) Maarten 't Hart: ‘Eb en vloed houdt nauw verband met vroeger werk van Hotz, doet er in kwaliteit niet voor onder en zou mijn eerste keus zijn geweest voor de AKO-prijs 1987.’ (Vrij Nederland, 23-5-1987) |
|