Eerste Druk. Jaargang 1987
(1988)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 58]
| |
InhoudKimberley is een roman over een nette man in een smerige wereld: Samuel Zonderplaag, Manu voor zijn vrienden. Hij is inkoper voor de firma Holland Diamant, in welke hoedanigheid hij enkele keren naar Zuid-Afrika reist. Van zijn derde missie naar het zwarte Kimberley keert hij niet terug. Nadere berichten ontbreken en uiteindelijk besluit de firma hem maar van haar loonlijst af te voeren. De enige die daardoor echt getroffen wordt, lijkt Zomerplaags ex-vrouw Thérèse (‘Trees’) te zijn. Zij ziet nu plotseling haar alimentatie stopgezet, maar, vindingrijk als ze altijd geweest is, op den duur weet zij toch aan het geld te komen dat haar leven wat aangenamer moet maken. De ‘junior firmant’, Jos Biet, fungeert daarbij als lijdend voorwerp. Via uitvoerige flashbacks krijgt de lezer een genuanceerder beeld van deze Trees; van haar ex-man ook en van hun huwelijk. Wat er in Zuid-Afrika precies met Manu gebeurd is, blijft tot het eind toe onduidelijk. Ook zijn laatste geschriften, die Philip Haverstock, een van zijn studievrienden, een jaar na de oorlog ontvangt, maken eigenlijk alleen duidelijk dat Zomerplaag de beschaafde wereld ontvlucht is en een aap als huisgenoot genomen heeft. Dat zijn uiteindelijke zwijgen alles met de dood van dit dier te maken heeft, is een conclusie die voor rekening van de lezer komt. | |
KarakteristiekKimberley is geen recht-toe-recht-aan verteld verhaal. De vertellende gedeelten over gebeurtenissen in het leven van Samuel Zomerplaag worden afgewisseld door brieven, fragmenten uit zijn dagboek/kranteberichten. De roman wordt besloten met | |
[pagina 59]
| |
een aangrijpend ego-document van de hoofdpersoon, overpeinzingen die hij opschreef nadat hij zich uit de beschaafde wereld had teruggetrokken. Het verhaal wordt ook niet in chronologische volgorde gepresenteerd; de lezer wordt achtereenvolgens meegenomen naar 1939, 1931, 1926, 1938 en 1946. Kimberley is daardoor een roman-puzzel geworden, een vorm die uiteindelijk bijzonder functioneel blijkt te zijn en die de lezer in elk geval 108 bladzijden lang intensief heeft beziggehouden. | |
ThematiekOf Hellema zich als schrijver bewust heeft laten beïnvloeden door de Franse filosoof Sartre, weet ik niet; dat er onmiskenbare parallellen zijn tussen de ideeën van beiden is echter wel duidelijk. Bij beiden staan identiteit en vrijheid centraal. De kerngedachte van Hellema's werk wordt misschien wel het meest helder geformuleerd in diens roman Een andere tamboer, die in 1985 verscheen: ‘Jood-zijn is een keuze. Het is een houding in de tijd en een verstandhouding met het leven.’ Diezelfde gedachte komt ook in Kimberley diverse keren aan de oppervlakte. Het zou aardig zijn, eens te turven hoe vaak bij voorbeeld het woord ‘fatsoen’ daarin voorkomt. Verder heet de hoofdpersoon ‘een man die de moed had gehad om zichzelf te zijn en de consequenties te aanvaarden van zijn volbloedigheid’. Dat beeld wordt in een van de laatste hoofdstukken door de man zelf bevestigd, als hij schrijft: ‘Ik weiger mij een identiteit te laten opdringen om vervolgens de rol te moeten vervullen die daarbij past. Die van de getemde echtgenoot. Of van de opgejaagde Jood.’ | |
KritiekFrans de Rover: ‘Misschien geeft Hellema een iets te gechargeerd beeld van deze Philip; misschien geldt hetzelfde voor het portret van Therese. Misschien is ook de couleur locale van het Amsterdam in de jaren dertig net even te “gelikt”. Het kan allemaal best. Ik lees dit boek echter in de eerste en de laatste plaats als een hommage aan een man die van een wat kleurloze (zijn verslag van een reis om de Kaap in 1931 is bijna saai), net- | |
[pagina 60]
| |
te (wellicht té nette) man evolueert tot het geweten in de wereld ná Auschwitz.’ (Vrij Nederland, 28-11-1987) |
|