Eerste Druk. Jaargang 1987
(1988)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
InhoudIn de roman De belijdenissen van J.B. Hemelryckx vertelt Frans Denissen het levensverhaal van een 35-jarige vertaler, die in de rust van een plattelandsabdij probeert een geestelijke crisis de baas te worden. ‘Hoe het zich uitte? 's Morgens geen zin om op te staan maar ook geen zin om te blijven liggen, overdag geen zin te werken maar ook geen zin om te niksen. Geen zin om mensen te ontmoeten maar ook geen zin om alleen te zijn. Altijd kregelig: boos op de anderen, boos op zichzelf. Boos op de dingen vooral.’ De dood van zijn één jaar jongere broer had hem uiteindelijk de nekslag gegeven. Dwalend door de omgeving en peinzend in zijn cel laat hij dan alle belangrijke momenten van de achterliggende jaren de revue passeren: hoe hij bij toeval vertaler geworden was na een prijs gewonnen te hebben met het vertalen van een Engels carnavalslied; zijn heimelijke, maar tot dan toe totaal mislukte pogingen een échte schrijver te worden; de ondergang van het dorp waar hij zijn jeugdjaren doorbracht en zijn eerste kennismaking met de dood en de vele relaties met vrouwen, met de hartstochtelijke Maria vooral, en met zijn vijftien jaar jongere vrouw Beate. Of al deze ‘belijdenissen’ echt een therapeutische werking hebben, moet ernstig betwijfeld worden; in de slotalinea van het verhaal heet zijn geestelijke crisis immers ‘nog even groot als op de dag van zijn aankomst’. Maar voor het eerst van zijn leven is hij er wel in geslaagd de witte vellen papier vóór hem vol te laten lopen met woorden. Het boek dat hij al zijn hele leven gedroomd heeft, is er uiteindelijk in de afzondering van het abdijgebouw gekomen. | |
[pagina 38]
| |
KarakteristiekHoewel zijn roman niet opvalt door een geheel eigen thematiek of door een opvallende uitwerking daarvan, is Denissen er toch in geslaagd van De belijdenissen van J.B. Hemelryckx een volwassen debuut te maken. Het portret dat hij van zijn hoofdfiguur tekent, overtuigt en de allure waarmee hij (sommige passages) vertelt is opvallend. Die allure levert onder meer dat beetje ironie dat nodig is om het geheel niet al te zwaarwichtig te maken. De roman heeft twaalf hoofdstukken, die telkens in het verhaalheden beginnen maar al vrij snel afbuigen naar het verleden. Zo ontstaat een kaleidoscopisch beeld - Denissen vertelt zijn verhaal niet chronologisch - van een man die met zichzelf in de knoop zit en nu probeert de belangrijkste momenten uit zijn leven in zijn geheugen terug te roepen. De roman telt 137 bladzijden. | |
ThematiekDe problematiek die Frans Denissen in zijn debuutroman aansnijdt, is die van een klassieke midlife crisis: hoofdpersoon J.B. Hemelryckx komt, halverwege zijn leven, tot de conclusie dat dat leven hem niet gebracht heeft wat hij er vroeger van verwachtte. Zijn huwelijk is vastgelopen, zijn werk schenkt hem hoegenaamd geen bevrediging en de ouderdom, dus de dood, nadert. Daarom neemt hij zich voor zich te bezinnen op de jaren die voorbijgingen; hij wil ‘zien waar hij vandaan kwam om te weten waar hij heen ging.’ De motieven en metaforen die de auteur gebruikt om deze problematiek gestalte te geven, zijn even klassiek. Zo is ‘het landschap van (Hemelryckx') jeugd’ intussen verdwenen omdat het moest wijken voor een immens havencomplex; er is sprake van een ‘landschap van zijn ziel’, maar wanneer dit droombeeld met de realiteit van het Italiaanse landschap geconfronteerd wordt, blijkt het dor en doods. Verder wordt een aantal malen de muur genoemd die Hemelryckx en zijn vrouw tussen zichzelf en de ander optrekken, zij met haar hobospel, hij met zijn boeken. | |
[pagina 39]
| |
Het slot van de roman voorkomt dat het geheel melodramatisch wordt. Weliswaar zijn de witte vellen papier voor hem als vanzelf volgelopen met woorden (sic!), waarmee de indruk gewekt lijkt dat Hemelryckx twee vliegen in één klap heeft geslagen: hij heeft schoon schip gemaakt in zijn leven en hij heeft zich voor het eerst een echte schrijver getoond. Maar juist de overweging of hij die vellen als een pakketje de wereld in zal sturen of aan de wind prijsgeven, houden de mogelijkheid open dat hij in feite dezelfde besluiteloze tobber gebleven is die hij was. | |
KritiekHans Warren: ‘Wie zo kan schrijven, heeft heel wat in zijn mars. De belijdenissen van J.B. Hemelryckx is zeker geen gaaf boek te noemen, maar het heeft een eigen toon, het biedt verrassingen en het is het lezen dubbel en dwars waard, al was het alleen al om de voortreffelijke inzet en enkele buitengewoon indringende passages.’ (Provinciale Zeeuwse Courant, 26-9-1987) Cyrille Offermans: ‘Over de precieze aard van het slot kan ik uiteraard niks zeggen, wel dat het in hoge mate aangrijpend is en dat is waarschijnlijk de reden dat ik De belijdenissen van J.B. Hemelryckx zo'n goed boek vind - de schrijnende gebeurtenissen die daar worden beschreven, maken het boek niet zwaar op de hand, niet fatalistisch. Het heeft, de kloosterlijke kontekst ten spijt, niets van de ethische ideeënzwaarte, niets ook van het bevlogen konservatieve utopisme van het werk van sommige neokatholieke Nederlandse generatiegenoten van de schrijver, literair heeft het wat mij betreft echter aanzienlijk meer gewicht.’ (De Groene Amsterdammer, 21-10-1987) |
|