Eerste Druk. Jaargang 1986
(1987)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 139]
| |
InhoudBrieven uit Nergenshuizen is het verslag van een briefwisseling tussen een schrijver en een van zijn lezers, een studente, die hem op een dag onder meer naar bijzonderheden over zijn leven vraagt. Aanvankelijk voldoet hij aan dit verzoek met enige schroom, maar gaandeweg staat hij steeds uitvoeriger stil bij wat hem bezighoudt en, vooral, bij zijn verleden. Hij schrijft haar over zijn jeugdvriendinnetje Roza, over de dagboeken van zijn overleden moeder en over zijn relatie met Sarah. Over dat laatste vooral en daardoor krijgt de briefwisseling steeds meer het karakter van een afrekening, want Sarah heeft hem op een dag vrij plotseling verlaten en eigenlijk begrijpt hij nog steeds niet goed wat haar daartoe heeft gedreven. Het zijn vooral literaire brieven die hij schrijft. Herhaaldelijk duiken grootheden uit de wereldliteratuur erin op, ook de passages waarin hij de jaren met Sarah beschrijft. Onder die grootheden neemt de Franse auteur Marcel Proust de belangrijkste plaats in. De brieven die schrijver en lezer elkaar toesturen, zijn aanvankelijk zeer persoonlijk, maar wanneer zij tenslotte naar Parijs gaat om daar haar Proust-studie af te ronden, verwatert het contact snel. Haar brieven maken plaats voor (onbeschreven) ansichtkaarten en tenslotte zwijgt zij helemaal. | |
KarakteristiekBrieven uit Nergenshuizen is een zgn. ‘eenstemmige briefroman’: de lezer krijgt alleen de brieven van een van beide ‘correspondenten’ onder ogen, van de schrijver in dit geval; over die van de studente hoort hij alleen iets wanneer haar penvriend daarop in zijn epistels zinspeelt. Hierdoor ontstaat lang- | |
[pagina 140]
| |
zamerhand de indruk dat het geheel eerder een roman is geworden met die schrijver als hoofdpersoon, dan een briefwisseling. Het is dan een sterk beschouwelijke roman. Weliswaar keert het verhaal over Sarah vooral in de latere brieven steeds vaker en steeds uitvoeriger terug, maar het zijn toch vooral de opvattingen van de hoofdpersoon over onderwerpen als literatuur en lezer, de bedoelingen van de auteur en het misplaatste welvaartsgeloof van de moderne mens, die de inhoud van zijn brieven bepalen. Hij illustreert die ideeën veelvuldig met citaten uit de wereldliteratuur. De roman telt 196 bladzijden. | |
ThematiekBrieven uit Nergenshuizen is een weemoedige roman, die in het teken staat van de vergankelijkheid en die volstrekt cynisch is ten aanzien van alle vooruitgangsgeloof de mens eigen. De belangrijkste thema's zijn ondergang, verlies en dood; daaraan zijn alle andere ondergeschikt, zoals de driehoeksverhouding tussen schrijver, verhaal en lezer, de relatie tussen literatuur en werkelijkheid en, niet in de laatste plaats, de liefde. Want Brieven uit Nergenshuizen is in elk geval een liefdesroman; een ‘tragische liefdesroman’ wel te verstaan, want de relatie tussen de hoofdpersoon en Sarah is gestrand op haar drang naar zelfstandigheid; steeds vaker had zij hem te verstaan gegeven dat hij haar zelfontplooiing in de weg stond en uiteindelijk was zij weggegaan. In de passage waarin dat afscheid wordt beschreven, komt ook de enige verwijzing naar de afbeelding op de omslag voor, een fragment van Michelangelo's fresco De schepping van de wereld. Het toont twee vingers die elkaar net niet meer raken, die elkaar voorgoed hebben losgelaten. Dat beeld symboliseert niet alleen de verwijdering tussen de man en de vrouw; meer in het algemeen symboliseert het de verloren gegane harmonie in het leven. Brieven uit Nergenshuizen - de titel alleen is al veelzeggend - gaat over de teloorgang van het authentieke, over vervreemding en eenzaamheid. Daarom is de relatie van de schrijver met zijn lezer zo belangrijk. ‘Zoals jij in mijn voorstelling bent, bepaal je de ik die nu schrijft,’ houdt de hoofdpersoon zijn correspondentievriendin | |
[pagina 141]
| |
voor. Lezer en schrijver bepalen elkaars zijn en daarom is het verlangen naar de lezer zoveel als het verlangen van de schrijver naar zijn bestemming. Anderzijds voert het schrijven hem uiteindelijk naar de dood. Schrijven is voor De Wispelaeres hoofdfiguur nauw verbonden met de herinnering en naar aanleiding van dat verband filosofeert hij aan het begin van zijn brief van 10 januari 1986: ‘Wat achter je ligt, kun je niet zien, behalve in de spiegel die je voor je houdt, maar in het weerkaatste beeld zie je ook je kijkende ik. Daarom ligt een net begonnen verhaal ook altijd voor je, en is het schrijven ervan een lange en moeizame toekomstbeleving die toch achterwaarts is gericht: je schrijft en je verdwaalt in de dood.’ | |
WaarderingHans Warren: ‘Het blijft verwonderlijk hoe natuurlijk die fragmenten uit het persoonlijke leven en het publiek bestaan bij De Wispelaere elkaar afwisselen. Maar het mooiste van de Brieven uit Nergenshuizen is hoe hij via een al dan niet denkbeeldige lezeres aan al zijn lezers in Nederland evengoed als in België een hete hand uit het papier wil toesteken.’ (Provinciale Zeeuwse Courant, 8-11-1986) Carlos Alleene: ‘Nooit eerder stelde De Wispelaere zich in zijn hevige strijd met gevoelens voor een vroegere geliefde zo kwetsbaar op. Brieven uit Nergenshuizen is meer dan het emotionele relaas van een schrijver die met zichzelf in het reine probeert te komen. Het is een stevig gestructureerde roman waarin diverse verhalen een fascinerende mozaïek van impressies en beschouwingen vormen.’ (Het Volk, 1-11-1986) |
|