Eerste Druk. Jaargang 1986
(1987)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 110]
| |
InhoudHet scheermes van Ockham is een roman over het leven achter de schermen van een befaamde Belgische universiteit. De hoofdrolspelers zijn Boone, Dorrestijn en de streberische dr. Adriaan Gunst. Ze hebben één ding gemeen, namelijk hun relatie met ‘de Freule’, professor Emma Sprangers, die haar sociologisch instituut met strakke hand leidt en ook persoonlijk bepaalt wie er voor promotie in aanmerking komt en wie niet. Hoe ze dat precies doet, wordt halverwege het verhaal duidelijk. Promotie is het ook waar het in deze roman feitelijk allemaal om draait. Er is op het instituut plaats voor een assistent-in-vaste dient en dat is een functie die op den duur zal leiden tot de opvolging van Emma Sprangers. Boone, Dorrestijn en Gunst zijn de voornaamste kandidaten. Als de benoeming eenmaal rond is, zijn er heel wat wonden geslagen. Boone is op doortrapte wijze gepasseerd en blijft lamgeslagen achter. Dorrestijn was eigenlijk nooit een serieuze kandidaat en keert in een opwelling het instituut de rug toe; hij stapt over naar het ‘niet denkende deel van de mensheid’ en begint ergens in de Ardennen een camping-annex-watersportcentrum. Alleen Gunst lijkt volop reden voor tevredenheid te hebben; hij krijgt immers tenslotte het zo fel begeerde professoraat! Maar zijn vrouw staat niet toe dat hij op zijn lauweren rust; zij wil vooruit in het leven, ‘niet rechtstreeks, maar via hem’, en daarom begeeft hij zich, onder stil protest, in de dorpspolitiek. | |
KarakteristiekHet scheermes van Ockham is een satirische sleutelroman, een | |
[pagina 111]
| |
realistische uitbeelding dus van een bestaande werkelijkheid. De ironie in het verhaal is er echter een van een grimmig soort, waardoor de hoofdfiguren, op Dorrestijn na, uiteindelijk volkomen ontluisterd worden. De roman telt 165 bladzijden en is verdeeld in acht hoofdstukken, die elk door een motto worden voorafgegaan. | |
ThematiekDe roman is allereerst een satire op de toestanden aan het sociologisch instituut van een van de Vlaamse universiteiten. Het is een instituut waar geen onderzoek wordt verricht en waar wetenschappelijke vraagstukken worden aangepakt met een grondigheid die ergens wordt vergeleken met ‘die waarmee een speelgoedgraafmachine krassen maakt in een tegelvloer.’ Het instituut is ‘een blaam op de sociologie’. Maar Het scheermes van Ockham is ook een psychologische roman over drie mensen en hun krampachtig zoeken naar de zin van hun leven. ‘De mensch construiert zijn leebwereld met akten van zingeving,’ verkondigt de Duitse wetenschapper Kreuzer tijdens een forumdiscussie en zo is het maar net. Centraal staat bij die zingeving de wetenschappelijke carrière van de drie hoofdfiguren, maar het trieste is, dat verwezenlijking van hun wensen ten koste blijkt te gaan van hun eigen identiteit. Het stelsel van benoemingen en de codes ervan dwingen hen tot pose en aanstellerij. ‘Je bent slechts vrij in de mate waarin je over anderen (en dus over jezelf; BP) kunt beschikken’; ook dat is een wijsheid die ergens in het verhaal te berde wordt gebracht. | |
WaarderingWam de Moor: ‘Hoe beoordeel je het werkelijkheidsgehalte van zo'n boek? Ik kan alleen maar zeggen: bij het lezen van deze bladzijden wás ik nu eens in deze, dan weer in die hoek van een Belgische onderneming voor het bedrijven van wetenschap.’ (De Tijd, 5-12-1986) |
|