Eerste Druk. Jaargang 1986
(1987)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
InhoudDe glazen brug is in kort bestek het levensverhaal van de joodse vrouw Stella. Tijdens de oorlog slaagt zij er, door stom toeval, tot twee keer toe in aan de Duitsers te ontkomen, waarna haar zwerftocht van onderduikadres naar onderduikadres begint. De eerste op wie zij zich moet verlaten, is de wat louche Roelofs, die in het verzet gegaan is omdat hij gek is op joodse vrouwtjes. Rust vindt Stella pas nadat ene Carlo haar een persoonsbewijs op de naam van Maria Roseliers heeft bezorgd. Het document ziet er stukken beter uit dan haar vorige en is in feite niet van echt te onderscheiden. Het is ook echt, wil Carlo wel kwijt; het heeft toebehoord aan een jonge vrouw uit het Zeeuwse dorpje Avezeel. Als de oorlog voorbij is moet Stella er maar eens een kijkje gaan nemen. Voor het zover komt, moet zij echter door een periode van grote verwarring en onzekerheid, van veel onnoembaar verdriet heen. Van haar familie blijkt na de bevrijding haast niemand meer in leven en haar huwelijk met de veel oudere Reinier houdt maar twaalf jaar stand. Uiteindelijk reist zij dan naar Avezeel, waar de dorpsbevolking zich aanvankelijk weinig mededeelzaam toont. Het is tenslotte de oude dorpsdokter die bereid is haar het verhaal van Maria Roseliers te vertellen. | |
KarakteristiekDe glazen brug is een novelle van 95 pagina's, die is opgebouwd uit twee grote delen; beide zijn weer onderverdeeld in twaalf respectievelijk zes genummerde hoofdstukken. De structuur van het verhaal is sterk verbrokkeld. Zonder noemenswaardige overgangen springt de verteller van heden naar verleden en terug, wat aan het lezen wel zekere eisen stelt. Deel 1 | |
[pagina 102]
| |
eindigt met een zevental brieven, in zekere zin afscheidsbrieven van de hoofdpersoon aan verschillende personen. Stilistisch kenmerkt het verhaal zich door zijn grote soberheid en afstandelijkheid. De kale, beschrijvende zinnen die de verteller gebruikt, laten het meeste leed dat zij ervaren heeft ongenoemd, waardoor haar relaas vrij is van sentimentaliteit maar juist rijk aan emoties, die de lezer achter het haast zakelijke verslag vermoedt. Verder zijn er talrijke vooruitwijzingen, die echter pas gaandeweg als zodanig worden herkend. | |
ThematiekToeval regeert het leven - zo luidt de boodschap die de auteur van De glazen brug voor haar lezers heeft. Toevallig blijft Stella op de dag dat haar ouders worden weggevoerd wat langer op school, waardoor zij de dans ontspringt; toevallig ontsnapt ze ook later nog een aantal malen aan de dood. Toeval brengt haar direct na de bevrijding in contact met Reinier, haar latere man. Diverse keren is zij op het glazen bruggetje geweest, volgens Van Dale een uitdrukking om aan te geven dat iemand zich aan iets hachelijks heeft gewaagd of in doodsgevaar heeft verkeerd, en even zovele malen heeft zij er het leven afgebracht. Het is daarom juist geen toeval dat in dit bij uitstek joodse verhaal iedere verwijzing naar de Goddelijke Voorzienigheid ontbreekt. Joods is het verhaal in zoverre het vertelt van de machteloosheid, van het afgesneden worden van leven en wereld, van de eigen geschiedenis ook. Want hoeveel familieleden hadden de oorlog overleefd? De glazen brug vertelt verder van de verwarring en de schuldgevoelens in de jaren na de bevrijding en van de indentiteitsproblemen, die het belangrijkste thema zijn in de novelle. Het boek is ook, maar dan zijdelings, een bijdrage aan de discussie over de rol van de Joodsche Raad, een door de Duitsers ingesteld joods bestuurslichaam, dat belast werd met de uitvoering van de door hen afgekondigde maatregelen, bijvoorbeeld de registratie van joodse inwoners. Het is vooral de manier waarop zij de buurjongen Fred Boston tekent, die Minco's mening in deze kwestie verraadt: ‘Hebben we niet vergeten de fa- | |
[pagina 103]
| |
milie H uit de Majubastraat op de lijst te zetten, meneer Boston? Wilt u dat even nakijken? En dan keek Fred het na. Jawel. De chef had gelijk. De familie H had hij vergeten. Een echtpaar met vier kinderen; (...). Dat gaf me een gedoe. De hele, alfabetisch gerangschikte, lijst moest worden overgetikt. Knoeiwerk werd niet geaccepteerd.’ | |
WaarderingAn.: ‘Pas in het laatste kwart wordt het naoorlogse spoor gevolgd. Dit laatste is beslist een zwakte. De beschrijving van de naoorlogse belevenissen van Stella (...) is zo summier, dat deze geheel in het niet valt bij de herinnering aan de oorlogstijd. De confrontatie die tenslotte volgt met de verhalen over Maria Roselier zijn op een zelfde manier zo schetsmatig, dat de novelle uiteindelijk evenwicht verliest. De glazen brug laat zich aandachtig lezen, maar de schrijfster stelt je teleur: wat zich als thema aankondigt, ontpopt zich als een schematisch aangevertje voor herinnering aan het verleden.’ (Rotterdams Nieuwsblad, 7-3-1986) Aad Nuis: ‘Marga Minco heeft (...) opnieuw een goed, persoonlijk en beheerst verhaal geschreven over en voorbij het welhaast ontilbare onderwerp dat bij uitstek het hare is. Misschien (...) heeft ze zichzelf deze keer zelfs overtroffen.’ (De Volkskrant, 7-3-1986) |
|