Eerste Druk. Jaargang 1986
(1987)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 89]
| |
InhoudMaurits en de feiten is het verhaal van een eerstejaars student Romaanse talen die een meisje, Mirjam, heeft vermoord. Hij wordt het object van onderzoek van juristen, politiefunctionarissen en psychotherapeuten; allemaal zijn ze op zoek naar het motief en de achtergronden van zijn daad. Hoewel hij eerst verteld heeft dat er sprake was van een toevallige ontmoeting - zij zou hebben aangebeld en om een fietspomp hebben gevraagd - blijkt na verloop van tijd dat Maurits Mirjam al langer kende. Zij zou zelfs zwanger zijn geweest van hem. Nadat hij haar in ‘een vlaag van schoonheid’ heeft vermoord, dumpt hij het lijk in de Reeuwijkse Plassen en reist of vlucht naar zijn zuster in Amerika. Hij gaat zich echter schamen voor het geheim houden van zijn misdaad, keert terug en geeft zich aan bij de politie. Het motief voor de moord lijkt alles te maken te hebben met Zwaan, zijn stiefmoeder, met wie hij een relatie had. Zij was in elk geval jaloers op Mirjam en de indruk wordt gewekt dat zij Maurits een handje heeft geholpen bij het plegen van zijn misdaad. Uiteindelijk komt ook Zwaan om, vinden Maurits' vader en de treurende moeder van Mirjam elkaar en wordt hij zelf vrijgesproken of ontslagen van rechtsvervolging. Hij leeft dan geïsoleerd in Den Haag verder en pleegt tenslotte zelfmoord. | |
KarakteristiekHet zal menigeen moeilijk vallen Maurits en de feiten als een ‘echte’ roman te beschouwen. Op het eerste gezicht bestaat de tekst immers uit weinig meer dan een grote verzameling tekstblokjes, die van elkaar gescheiden zijn door wit en vaak niet | |
[pagina 90]
| |
groter zijn dan één regel. Van een verhaal in de gebruikelijke zin van het woord is mede daardoor eigenlijk geen sprake. Het is echter de aard van de fragmenten die ze tot een geheel maakt. In die fragmenten overheersen namelijk de (innerlijke) monologen en andere gespreksvormen; wie er aan het woord is (of wie aan het woord zijn), is vaak onduidelijk. Wel wordt duidelijk dat ze allemaal tot de lezer komen via het brein van de (ik-)verteller. In die zin is Maurits en de feiten een ‘spirituele’ roman: alles speelt zich af in de geest van de hoofdpersoon. Deze stelt zich vooral rationeel op; wat hij voelt, blijft doorgaans achter zijn gedachten verborgen. De roman telt in totaal 159 bladzijden en is opgebouwd uit een Proloog en een Epiloog met daartussen 26 genummerde hoofdstukken. | |
ThematiekMaurits en de feiten staat onder meer in het teken van de botsing tussen de werkelijkheidsopvatting van de auteur en die welke mensen er in het algemeen op na houden: de werkelijkheid als een logisch systeem van oorzaken en gevolgen. Daarom doet hij zijn hoofdpersoon ook beseffen: ‘De dingen moeten kloppen en daar help ik aan mee.’ Erg veel duidelijker wordt zijn verhaal door deze toezegging echter niet, want wat is waarheid?! Sommige dingen gebeuren - dat is het enige antwoord dat zin lijkt te hebben. Bovendien blijkt Maurits' bereidwilligheid al gauw niet meer dan schijn; het enige wat hij doet is ‘de netten knopen die (hem) zullen opvangen op het moment dat men (hem) laat vallen.’ Hij liegt en spreekt zichzelf tegen en uiteindelijk moeten de onderzoekers toegeven dat zij met al hun gesprekken geen stap verder gekomen zijn. Maurits' spel met de ‘waarheid’ lijkt vooral gemotiveerd te worden door de lage dunk die hij van zichzelf heeft. Hij wil meetellen en dat doet hij als hoofdverdachte ten volle. Daarom moet hij ervoor blijven zorgen dat de dingen kloppen - er moet systeem in zijn leugens zitten - en dus stelt hij uiteindelijk zelf voor hem de doodstraf te geven. ‘Dat is wat ik verdien en dat lijkt me een zinvol einde.’ Ook Krols mensbeeld is een thema in dit spel van onzekerhe- | |
[pagina 91]
| |
den. ‘Een mens is wat anderen in hem zien,’ beseft Maurits ergens en daarmee geeft hij de visie van de auteur op het verschijnsel mens het beste weer. Die opvatting leidt echter onvermijdelijk tot de ontkenning van datzelfde verschijnsel, want de mensen zien elkaar allemaal op verschillende manieren. Wat daarin als Grootste Gemene Deler overblijft, is niet meer dan ‘een soort van keiharde persoon die alleen nog maar reageert op warmte en kou door uit te zetten en te krimpen - dankbaar en vreesachtig’. En op een goede dag ligt die mens uit elkaar. Maurits en de feiten is een roman waarin niet alleen het bestaan van feiten wordt ontkend, maar ook dat van Maurits zelf. Daarom is zijn verdwijning tenslotte de enige afsluiting die in het licht van Krols visie werkelijk ‘logisch’ is. | |
WaarderingWam de Moor: ‘Al die rationaliseringen van gevoelens, daar word ik bij Krol toch een beetje tureluurs van, zodra hij ze overdraagt op een personage dat zozeer in de nesten zit en waarvan ik dan emotieel zo weinig merk.’ (De Tijd, 5-9-1986) Frank Ligtvoet: ‘Maurits en de feiten komt door deze details, door de inhoud die het een genoegen maakt met de auteur mee te denken en door de fraaie bouw tegemoet aan de wens van elke lezer, het verlangen naar een compleet boek.’ (De Volkskrant, 5-9-1986) Erik van Muiswinkel: ‘Toen Maurits de Zoete zijn koffers pakte was ik het ermee eens: ik had genoeg van hem. Maar het zou me niet verbazen als Krol dat zo gewild heeft.’ (Intermagazine, oktober 1986) |
|