Eerste Druk. Jaargang 1986
(1987)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
InhoudNoorderzon is het verslag van een zoektocht naar vergeving. Hoofdpersoon is Topaas, een schrijfster van radiohoorspelen, die op een dag in licht benevelde toestand een vrouw aanrijdt, die daarna overlijdt. Het idee schuldig te zijn aan de dood van een medemens en de obsessie die daaruit groeit, brengen haar uiteindelijk op het vreemde eiland Dun-I, ergens in het verre noorden. Zij treft er een samenleving aan waar de tijd al heel lang lijkt stil te staan en waar de mensen haar sterk doen denken aan heksen, kobolden en andere figuren uit de Keltische sagen. Bij de vrouw Andrena en haar broer Spider vindt zij onderdak én een nieuw doel in haar leven: zij zal Andrena's doofstomme zoon Wants, een jongen zonder oren, leren praten. Daardoor zal zij het leven dat zij zich heeft ‘toegeëigend’ aan de dood ontrukken en voltooien. Intussen leert zij het eiland beter kennen. Ze hoort hoe de kinderen, Wants uitgezonderd, ooit allemaal op hetzelfde moment zijn omgekomen; hoe een vrouw die belaagd werd door wellustige mannen plotseling opsteeg en op een stuk steen aan haar belagers ontkwam. Ze maakt kennis met een monnik zonder gezicht en ze ziet Flata, de café-houdster, aan het werk in haar ‘duivelskerk’. Ze ontdekt ook hoe de eilandbewoners aan de kost komen, maar die ontdekking wordt haar fataal. Bedreigd door de demonische Flata en haar volgelingen vlucht Topaas naar het strand, waar zij wordt opgepikt door de veerman, die haar naar ‘de overkant’ brengt. Maar het wordt niet duidelijk of dat in letterlijke zin moet worden verstaan of in een meer mythologische. In elk geval mist Topaas op een háár Justine en Julius, haar beide vrienden, die er eindelijk in geslaagd zijn haar ver- | |
[pagina 47]
| |
blijfplaats te ontdekken. | |
KarakteristiekNoorderzon telt 194 pagina's, waarvan het grootste deel in beslag wordt genomen door het verhaal van Topaas. In feite is dit echter ‘slechts’ een kaderverhaal, waarin bovendien nog weer andere, kleinere vertellingen zijn opgenomen. De roman begint en eindigt met Justine, die tijdelijk bij Topaas inwoont, en Topaas' aanbidder Julius, die het verhaal in afleveringen op cassette krijgen toegestuurd. Dat verhaal is zonder meer fantastisch, want aan haar verbeelding ontsproten. Wat haar gehoor krijgt voorgeschoteld, is háár versie van wat er in werkelijkheid gebeurt. Doordat de (personale) verteller zich meestal op de achtergrond houdt, zal het voor de lezer niet altijd gemakkelijk zijn, zich dat te blijven realiseren. De ‘werkelijke’ werkelijkheid wordt overigens heel geleidelijk en pas aan het eind van de roman helemaal ontsluierd. | |
ThematiekHoewel Noorderzon ook gaat over de (afhankelijkheid in) de man-vrouwrelatie, over de kille zakelijkheid en het materialisme in de medische wereld, gaat het in de roman toch vooral over de kracht van de verbeelding. De filosofie waarop het verhaal steunt is die welke ergens ‘de leer van de oude Druïden’ wordt genoemd: ‘Zij gingen er van uit dat het geloof van de mens vorm gaf aan zijn wereld.’ Daarom zijn de woorden waarmee Topaas zich van de verteller aan de lezer mag voorstellen meer dan alleen een introductie en een heimelijke vooruitwijzing naar de aard van het verhaal dat volgt; zij verwijzen ook naar de centrale problematiek in de roman. ‘De werkelijkheid?’ zou Topaas zeggen. ‘Daar is al voldoende van. Vertel me liever een goed verhaal. (...) Verliest dat wat er domweg is, het niet altijd van wat we geloven? We worden nu eenmaal meer in beslag genomen door dromen, angsten, zorgen en aspiraties dan door wat er zich voor onze neus afspeelt.’ Het is dan ook niet vreemd dat zij zich zo door haar schuldgevoelens laat meeslepen. Niet alleen in dit opzicht lijkt de ideeënwereld van Noorderzon aan te sluiten bij de leer van Sartre - ‘De werke- | |
[pagina 48]
| |
lijkheid ís’ en de rest legt de mens er zelf in - ook in het antwoord dat de roman geeft op de vraag (van Topaas) of de mens zich kan ontdoen van het kwade. Nee, zegt de filosoof en de auteur zegt hem dat na. Want de uitkomst van je handelingen heeft vaak geen enkel verband met je bedoelingen. Herhaaldelijk wenst Topaas te benadrukken dat het nooit haar bedoeling was Lin Anemoon Savitra te doden en even zovele malen wijst de stoker van de abdij, een belangrijke gesprekspartner als het om filosofie gaat, haar erop dat dat er niet toe doet. Ook als ze de vrouw opzettelijk had dood gereden, was het resultaat hetzelfde geweest. | |
WaarderingJoke Lindes-Nouwens: ‘Noorderzon is een uiterst zorgvuldige, knap geconstrueerde, misschien wat overladen roman vol bizarre verhalen, vooruitwijzingen, herhalingen en spiegelingen waarin elementen als de zee, het weer, het klimaat, vuur en vuurtorens, drank en beneveling een eigen onuitwisbare betekenis krijgen.’ (Leidsch Dagblad, 31-5-1986) Erik van Muiswinkel: ‘Renate Dorrestein schrijft van begin tot eind door in een enorme rappe, vrolijke en nuchtere stijl. Ze perst in iedere alinea veel informatie; loze beschrijvingen en zeurderige psychologisering, daar doet ze niet aan, en zelfs leesroutiniers zullen aan Noorderzon misschien een stuk of vijftien nieuwe woorden overhouden. Maar achter die stilistische kwaliteiten gaan strekkingen schuil die mij in de setting van die halfrealistische wereld maar niet duidelijk willen worden. (...) Spijtig, want “een goed verhaal” kan ze beslist vertellen.’ (Intermagazine, juli/augustus 1986) |
|