Eerste Druk. Jaargang 1986
(1987)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
InhoudDe tweede wereldoorlog is ruim drie jaar voorbij als de 30-jarige William Baston, die als student in Duitsland te werk was gesteld, naar Nederland terugkeert. Hij neemt zich voor aan een ‘totale herinrichting’ van zijn leven te beginnen. Zijn dagen vult hij met zelfstudie, kunst en filosofie, maar een jonge timmerman die een karweitje voor hem opknapt, wordt de aanleiding voor het doorbreken van zijn isolement. Gedreven door het verlangen deze Loek opnieuw te ontmoeten komt hij terecht bij het hoertje Jossie, van wie hij een vaste klant wordt. Hij begint ook een relatie met Esther, filmrecensente en redactrice ‘Vrouwenzaken’ bij een links weekblad. Dan wordt op een dag Jossie vermoord en William hoort dat de politie hem als hoofdverdachte beschouwt. Onmiddellijk ziet hij weer alle bedreigingen uit de oorlog op zich afkomen, de Grüne Polizei, de Waffen-SS, de WA-bewakers in het kamp, en hij raakt ieder besef van werkelijkheid kwijt. Zonder dralen stuurt hij Esther naar huis, neemt zijn papieren, wat drinkwater en eten en trekt zich op de vliering terug. Het mag allemaal niet baten, want nadat een eerste politie-inval op niets is uitgelopen, wordt hij de tweede keer toch ontdekt. Opname in een psychiatrische inrichting volgt, waar hij met behulp van medicijnen rustig wordt gehouden. Langzaam maar zeker dringt het idee zich aan hem op dat alleen uiterste gehoorzaamheid aan artsen en verpleegkundigen hem ooit nog eens met Loek in kontakt zal kunnen brengen en daarom gedraagt hij zich, na een korte periode van opstandigheid, zoals dat van hem wordt verwacht. Dan komt op een dag Esther op bezoek. Sinds het moment waarop zij zo abrupt door William naar huis is gestuurd, heeft | |
[pagina 38]
| |
zij niets meer van hem vernomen en ze komt dan ook nu pas te weten wat er intussen allemaal is gebeurd. Zij besluit hem te helpen ontsnappen. Maar eenmaal op vrije voeten voelt hij zich niet gelukkig, want ook dan kan hij zijn liefde aan niemand kwijt en op een avond laat hij zich door Loek, die op dat moment niets anders dan een hersenschim kan zijn, naar zijn laatste fatale daad leiden. | |
KarakteristiekDe trein naar Tarascon telt 134 bladzijden en is verdeeld in tien hoofdstukken, die allemaal worden voorafgegaan door motto's; verder zijn er nog twee motto's die het geheel inleiden en afsluiten. De aankondiging ‘Incipit tragoedia’ (begin van de tragedie), halverwege het eerste hoofdstuk, maakt duidelijk dat de auteur wil dat haar roman als een treurspel wordt gelezen, dat uiteindelijk via de woorden ‘Finit tragoedia’ wordt afgesloten. Williams geschiedenis wordt overwegend chronologisch verteld; er zijn alleen een paar flash backs waarin kort zijn jeugd wordt belicht. Het perspectief berust overwegend bij hem en bij Esther. Toch is de afstand tot deze beide personages groot en dat komt vooral door hun weinig realistische dialogen en monologen en door hun hoogdravende ideeën. Deze beide aspecten maken de roman tot een boek dat niet gemakkelijk leest, al is het verteltempo ook hoog. | |
ThematiekDe trein naar Tarascon is vooral een ideeënroman, waarin de auteur via de personages haar opvattingen uiteenzet over het rationalisme, de medische wetenschap en de psychiatrie in het bijzonder en over het kwaad. Volgens haar zijn kwaad en rede (ratio) nauw met elkaar verbonden. Het rationalisme leert dat er geen ander leven is dan dat tussen geboorte en sterven en dat kennis alleen verkregen kan worden via nieuwe experimenten. In nazi-Duitsland, dat in de roman ‘het Rijk van de Hond’ wordt genoemd, werden die ook op mensen uitgevoerd. Hierin manifesteert zich de geest van het kwaad en deze doet zich ook vandaag nog gelden in sommige culturele bewegingen die zich | |
[pagina 39]
| |
sterk maken voor het ‘wegwerken’ van alle ‘afwijkingen’ in onze samenleving: ongeboren kinderen, geesteszieken en terminale patiënten. Het zijn Burniers personages die deze ideeën moeten uitdragen; zij zijn in belangrijke mate typen, meer dan ‘mensen van vlees en bloed’. Andere thema's in deze complexe roman zijn het Ene Eeuwige, de geest en het individuele ‘ik’. Zij houden nauw verband met de cyclische tijdsopvatting die in de roman aan de orde wordt gesteld en volgens welke ieder mens meerdere keren geboren wordt, als in een cirkel van geboren worden en sterven, geboren worden en sterven... | |
WaarderingAleid Truijens: ‘Toch is het verhaal in De trein naar Tarascon, wonderlijk genoeg gezien de stortvloed aan ideeën die de roman bevat, ook als vertelling grotendeels overtuigend. William is meer dan de som van zijn wijsgerige verhandelingen. Hij mag dan als “heilige” eindigen, zijn leven bevat veel angstige en ontroerende momenten en zijn religieuze vervoering is voor Burnier geen reden om de komische kanten van zijn situatie over het hoofd te zien.’ (NRC/Handelsblad, 21-3-1986) Jaap Goedegebuure: ‘Deze nieuwe roman doet me af en toe denken aan De dood van Angèle Degroux van H. Marsman, een drakerige geschiedenis waarin allerlei interessante problemen van artistieke en filosofische aard zijn verwerkt. Burnier is dan ook geen geboren romancier. Haar romans zijn voor een groot deel vermomde verhandelingen; daarom doen de overwegingen van een ik-figuur of de dialogen tussen de personages er zo vaak opgeblazen aan.’ (Haagse Post, 12-4-1986) |
|