Eerste Druk. Jaargang 1986
(1987)–Bert Peene, [tijdschrift] Eerste Druk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| |
InhoudEdgar Moortgat, de hoofdpersoon van de roman, is ‘een levendige man van veertig wiens gezicht de sporen droeg van een veeleisend en bij vlagen stormachtig bestaan.’ Ooit was hij secretaris van een wetenschappelijke instelling, maar sinds kort leeft hij helemaal van zijn pen. Hij toont zich daarbij bepaald veelzijdig: hij schrijft, onder pseudoniem, jeugdboeken, artikelen en beschouwingen over uiteenlopende onderwerpen, columns, een bloedstollende reportage over een lustmoordenaar, een filmscenario en, last but not least, prikkelende verhalen voor een sexblad. Tenslotte is er nog het ‘werk in uitvoering’ Het geheim van een opgewekt humeur: ‘Moortgats met bloed geschreven autobiografische berichten en memoires.’ Het zijn niet in het minst de contacten met vrouwen die zijn leven een stormachtig karakter geven. Met Welmoed en de rechtlijnige Carla heeft hij intussen gebroken; hij leeft nu met de donkere schoonheid Miriam, die onder de naam Coco furore maakt als ster in obscure videofilms. Deze Miriam blijkt de stiefdochter te zijn van Moortgats oude vriend Hugo Radstake, die hij op een dag tot zijn verrassing na jaren weer ontmoet, een gebeurtenis die het verhaal pas goed op gang brengt. Hugo stelt alles in het werk om Moortgat aan zich te binden en daarom vertelt hij hem lange verhalen. Over zijn reis naar Mexico, bij voorbeeld, die al bij aankomst tevergeefs leek te zijn geweest maar die door een vulkaanuitbarsting opnieuw zin had gekregen. Het slot van de roman is ronduit verrassend. Radstake kan het niet verwerken dat zijn vriend een liefdesrelatie met zijn stiefdochter blijkt te hebben, maar waaruit die problemen precies voortvloeien blijkt pas wanneer Miriam háár versie geeft van | |
[pagina 20]
| |
het verhaal over haar vaders reis naar Midden-Amerika. | |
KarakteristiekDe roman is 241 bladzijden groot en telt drie lange ‘episoden’, Amsterdam, Las Casas en Zuiderveen, die elk weer zijn onderverdeeld in twee hoofdstukken. De suggestie van duidelijkheid die hiervan uitgaat is echter gedeeltelijk schijn, want Het geheim van een opgewekt humeur is in feite een bonte lappendeken van teksten en fragmenten, die zich anderzijds zonder al te veel moeite laten herschikken tot een ‘echt’ verhaal. De meeste ruimte daarin wordt ingenomen door het relaas van Edgar Moortgat over zichzelf, in de derde persoon geschreven en doorspekt met fragmenten uit zijn dagboek, en een verhaal van Radstake over twee Groningse broers die in de zestiende eeuw met hun zuster naar Mexico trekken om daar missiewerk te verrichten. Het is vooral dit verhaal waaraan de roman zijn spanning ontleent. Verder zijn er korte en langere Griekse mythen, bijdragen van Coco, teksten van Radstake, strofen van Maurice Gilliams, citaten uit het werk van Flaubert en Hölderlin en een lang gedicht van Xavier Villaurrutia. Dat alles wordt, als het pak van Sjaalman in de Max Havelaar, opgestuurd naar een kennis van Moortgat, de juriste Marian de Vos Moreau, die er in de eerste persoon ook nog eens haar commentaar aan toevoegt. | |
ThematiekHet geheim van een opgewekt humeur is, behalve een lappendeken van teksten, ook rijk aan thema's en motieven, waarvan incest, mythologie, vervreemding, leegte, het schrijverschap en individualiteit tot de belangrijkste horen. Het centrale thema is de vraag naar de zin van het bestaan. De existentiële ervaring waarmee de roman begint - het leven komt Moortgat leeg en absurd voor - is in feite ook de levenservaring van de meeste andere personages. ‘De mensen snakken weer naar lege rituelen, voorschriften en leidraden, naar dienstkleding en trouwringen, naar baljurken en leiders die (vertellen) hoe ze (moeten) leven.’ Het leven is niets dan chaos en illusie. Alles wat zij ondernemen heeft daarom tot doel het | |
[pagina 21]
| |
op zich absurde bestaan zin en betekenis te geven. Voor Radstake zijn dat zijn bezigheden als antropoloog, zijn huwelijk en zijn stiefdochter Miriam, voor Edgar Moortgat de vrouwen en, vooral, het schrijverschap. Maar hij beseft dat de veelheid van projecten die hij onder handen heeft de chaos alleen maar groter maakt. Bovendien, ‘het leven is niet meer te vangen, in geen honderd, geen duizend vellen papier.’ Ook de mythen die in het verhaal verweven zijn, zijn pogingen de verbrokkeling van het wereldbeeld van de westerse mens teniet te doen. Maar ‘het streven naar alles omvattende beelden is nobel maar illusoir.’ Ieder geloof is een produkt van de verbeelding, het geloof in God, in de oude mythen en in de mens. Wat rest is een immense leegte. ‘Waar ligt de grens van de menselijke desolatie?’ | |
WaarderingJaap Goedegebuure: ‘Ten Berge weet zijn verhaal (...) de allure van een klassieke noodlotstragedie te geven. Hij bereikt dat effect door het te plaatsen in het perspectief van andere geschiedenissen over bloedschande met dodelijke afloop, die hij heeft geput uit de exotische folklore en de mythologie.’ (Haagse Post, 18-10-1986) Jacques Kruithof: ‘Het doet (...) goed te kunnen melden dat “zo juist verschenen” is de nieuwe roman van H.C. ten Berge, Het geheim van een opgewekt humeur. Wie zijn eerdere werk kent, kan moeiteloos allerlei verbindingen aanwijzen in verteltrant, thematiek, personages en wat al niet, maar het boek staat geheel op eigen benen, en kan uitstekend dienst doen als introductie tot het oeuvre en de wereld van deze opmerkelijke auteur.’ (Vrij Nederland/Boekenbijlage, 20-9-1986) |
|