mythen zijn tijdloos. Maar wat als de mensheid zich van hen heeft afgekeerd?
Mulisch' hoofdpersoon in De elementen vraagt zich op een gegeven moment af: ‘Is het uitgesloten, dat de kwaliteit van het mensdom inderdaad voortdurend minder is geworden met de onophoudelijke aftocht van de goden?’ En daarmee is het tegelijkertijd een vraag van de lezer geworden, die in De elementen met de haren bij het verhaal wordt gesleept. Hij is het namelijk die Mulisch al op de eerste bladzijde dwingend uitnodigt zich te verplaatsen in de huid van zijn hoofdpersoon. De roman is, zoals het elders heet, een ‘experiment dat wij beiden hier met ons drieën ondernemen’: schrijver, lezer en hoofdpersoon. Om de lezer hieraan te herinneren, worden hij en de hoofdpersoon dan ook consequent met ‘jij’ aangesproken.
De romanwereld waarin de lezer wordt verplaatst, is op het eerste gezicht een zeer herkenbare. De hoofdpersoon, Dick Bender genaamd, is een succesvolle reclameman, ongelukkig gehuwd met Regina (er wordt stiekem aan scheiding gedacht), vader van Dick Jr. en Ida, en met vakantie op Kreta, waar hij zojuist zijn veertigste verjaardag heeft gevierd. Veertig is ‘de leeftijd waarop, naar men zegt, het leven begint’. Maar als hem een paar dagen later wordt gevraagd waaróm hij leeft, antwoordt hij: ‘Om te sterven.’ Het antwoord valt in de smaak bij de steller van de vraag, vorst Mendelejev, een van de superrijken met wie Dick kennismaakt aan boord van een luxueus jacht in de haven van Ajíos Nikólaos.
Dit jacht is het eigendom van een van Dicks steenrijke opdrachtgevers, die met een groep uitgelezen vrienden (‘de eigenaars van de aarde’) op weg is naar Egypte. Hierover zegt deze vorst Mendelejev iets merkwaardigs: de tocht van Europa naar Egypte maakt op hem de indruk van ‘een reis door de tijd’. En Kreta is voor hem de grens tussen zeg maar de geschiedenis en ‘het dodenrijk’. In de verdere belevenissen van Dick wordt dit op een verrassende wijze bewaarheid. Kreta blijkt ook voor hem een grens te zijn, die hij aan het slot van de roman overschrijdt - de dood in.
De dood is echter voor hem ook een moment van opperst geluk, een ervaring van eeuwigheid die het eind doet samenvallen met het begin, volgens een logica die niet alleen op Mulisch een grote aantrekkingskracht uitoefent; in de roman worden (bij monde van vorst Mendelejev) ook Hegel en Eliot genoemd. Dicks verblijf op het ‘archaïsche eiland’ Kreta heeft iets van een regressie, een terugkeer naar de ‘eeuwige wereld’ van de jeugd, die zich nadien alleen