Niet hij, maar een zwakbegaafde nieuwkomer op school, Jan Wildschut, zal die dodelijke smak daadwerkelijk maken. Tijdens een werkweek klautert hij op de leuning van een brug, stapt onverwacht naar achteren en verdwijnt in de diepte. Niemand steekt een hand naar hem uit als hij in het water ligt en ten slotte verdrinkt.
Eigenlijk had het boek, zo valt uit het eerste hoofdstuk op te maken, een verhaal moeten worden over deze jongen en de oorzaak van zijn dood. Die belofte wordt niet ingelost doordat de verteller zich uiteindelijk niet kan losmaken uit zijn eigen preoccupaties, waardoor er in zijn denken ten slotte nauwelijks ruimte over is voor problemen van anderen. Jan Wildschut wordt al snel in de rol van aangever teruggedrongen en daarin doet hij goed werk voor zover hij met zijn houding de zwakke kanten van de leraren feilloos blootlegt. Men houdt hem voor iedereen zichtbaar de hand boven het hoofd. Uitgekookt als hij is, weet hij uit die situatie maximaal profijt te halen door voortdurend handig in te spelen op de angst van zijn docenten om te kort te schieten in begrip.
Dat begrip roept vooral allerlei vormen van hulpverlening en medelijden op, twee zaken waarvoor de verteller niet anders dan de grootst mogelijke weerzin voelt omdat ze onafhankelijkheid in de weg staan. En daar wil hij zich naartoe vechten. In huis klikt het al lang niet meer met de vader. Sinds die zijn vrouw is gaan bedriegen met een vriendin die qua uiterlijke verschijning een vergelijking met de ranzige chic van de buurt glansrijk kan doorstaan, heeft de man voor de zoon afgedaan. Niet alleen heeft hij zich daardoor geëncanailleerd met een ‘rampzalige kankerbuurt’, hij voegt zich met dit dubbelspel evenals zijn leraren in de rij van volwassenen die niet in hun eerste leugen zijn gestikt.
Slechts enkelen mogen op zijn sympathie rekenen, het zijn al dan niet toevallig voornamelijk vrouwen. Van hen is zijn moeder de belangrijkste. Als hij haar verliest door een dodelijke ziekte, staat niets meer een breuk met zijn vader in de weg. Dat die bij zijn vriendin gaat inwonen en hem alleen in huis achterlaat, vindt hij dan ook best. Geheel in overeenstemming met zijn leeftijd eindigt het verhaal in een sfeer van jongensachtige euforie, met het romantische idee van een nieuw begin. Maar de keerzijde van de levenspagina die in metaforische zin wordt omgeslagen, bevat al heel wat onuitwisbaar verleden.