de steppen en savannen waar onze
lotgevallen zich hadden toegedragen,
en groots om ons heen was het
planetarium van onze projecten.
Uit zo'n passage kan al enigszins worden opgemaakt hoe bijzonder eigen Ouwens' poëzie is. De versregel doet er eigenlijk niet zoveel toe, hij breekt af op een betrekkelijk willekeurig moment, maar dat doet toch weinig of niets af aan het poëtisch karakter van de tekst. Er zit een bevlogen, soms ronduit pathetische toon in deze poëzie, die op veel plaatsen herinnert aan bijbelse taal, aan de psalmen vooral. Zo eindigt een gedicht met de regel: ‘Het is als wind voorbijgegaan en als stof verwaaid.’ Een ander gedicht heeft de volgende vergelijkingen met een bijbels timbre:
Als windkrachten op ontoereikende
schalen is mij te boven gegaan
Als graaiende stormen over wouden zijn mijn handen geweest in mijn
Als stortregens na een broeiing door vervallen klaarte zijn mijn tranen
Behalve deze bevlogen toon heeft Ouwens' poëzie ook als eigenaardigheid een vertakkende en tot op het mysterieuze zich verfijnende verwoording. Er zijn niet veel dichters die zulke lange, ingewikkelde zinnen schrijven, zinnen die wel op een rivierdelta lijken. Deze zinsbouw vol preciseringen, vertragingen, abstraheringen, past perfect bij het soort bewustzijn dat zich hier over zichzelf wil uitspreken. Het zou ook onmogelijk op een makkelijker en soepeler manier kunnen, daarvoor zijn de aangesneden problemen veel te gecompliceerd.
Ouwens verstoort op een effectieve manier de ogenblikkelijke verstaanbaarheid, bouwt allerhande drempels in en ommuurt de beslotenheid van het gedicht zodanig dat alleen wie dat per se wil toegang zal krijgen tot zijn ‘Rijk Alleen’, zijn werk. Ook het vocabulaire dat hij kiest - woorden als ‘instantie’, ‘compareren’, ‘confisqueren’ - draagt daartoe bij. Ergens spreekt hij over ‘de gesloten economie van ons bewustzijn’, wat wel een treffend beeld is, ook voor zijn gedichten.
Het zal duidelijk zijn dat ik Ouwens als een van de meest bijzondere en belangrijke dichters beschouw van dit ogenblik. Zoals hij schrijft, met een intensiteit die haast gevaarlijk aandoet, zo schrijft