gierig informeren ze bij de waard wat ze precies naar binnen hebben gewerkt. De patron laat de fles zien: brandewijn waarin een levende adder is gestopt, zodat het gif van het stervende beest voor het aparte aroma zorgde. Dit is niet zomaar een anekdote (al zou ik zelf dat drankje ook wel eens willen proeven), zie de schorpioen uit het begin.
Veel fragmenten die op zich zelf weinig met hun omgeving te maken lijken te hebben, worden zo, via kleine details met elkaar verbonden.
Misschien dat we daarvoor op een volgende roman moeten wachten, want net als bij fragmenten in één boek, blijken kleine details de verschillende boeken met elkaar te verbinden. Michiels is in ons land het meest bekend door zijn vijfdelige Alfa-cyclus. Toen alleen nog het eerste deel daarvan, Het boek Alfa, uit was, wist hij al precies hoe die zou worden opgebouwd. Bovendien kondigde hij bij die gelegenheid al weer een nieuwe cyclus aan: ‘Journal Brut’. Vlaanderen, ook een land is het derde deel hieruit en achterin het boek kunnen we zien hoe de rest van deze tiendelige cyclus eruit gaat zien. Die samenhang is dus niet toevallig.
Het probleem in Vlaanderen, ook een land en eigenlijk in de hele cyclus, is de spanning tussen het ‘toen’ en het ‘nu’. Michiels heeft een eigen procédé ontwikkeld om die op te lossen. Ook als het om herinneringen gaat, noteert hij namelijk niet zonder meer wat hem te binnen schiet, om dat vervolgens glad te strijken en te stileren, zoals veel van zijn collega's dat plegen te doen. Eigenlijk probeert Michiels precies het tegenovergestelde: op papier krijgen wat er tijdens het schrijven aan associaties door de herinneringen wordt opgeroepen en vervolgens zowel de associaties als de herinneringen van commentaar te voorzien. Dit procédé maakt het journaal ‘ruw’: ‘journal brut’ betekent bij Michiels heel iets anders dan ongekuist, onopgesmukt of ‘geheim’ dagboek.
Zelf beschrijft hij het proces in het fragment ‘Ik herinner mij meer dan ik herinner’. Naast voorbeelden van hoe slecht zijn geheugen werkt (in tegenstelling tot dat van zijn moeder, zij is dan ook geen schrijver), beschrijft Michiels ook wat er in hem omging toen hij zijn oudste romans herlas en geeft hij enige concrete voorbeelden uit eerdere afleveringen van de ‘Journal-Brut’cyclus.
Een erg hoge dunk van het geheugen heeft hij niet: ‘Want meer dan een kaduuke kapstok om er het literaire netwerk aan op te hangen is voor mij (...) het geheugen inderdaad niet. En hoe miserabeler