zoveelste verlosser zijn, zoals zijn naam al suggereert, hij weet in ieder geval wel door zijn boodschap (‘wat oosterse wijsheid, een snuifje christendom, een vleugje psychologie’) gefrustreerde randstedelingen zo te boeien dat een dertigtal met hem de Westerschelde oversteekt.
In Meander bestaat geen persoonlijk eigendom, geen huwelijk en geen ouderschap. Alles is er voor de ander, voor de andere Meanderthalers zoals de nieuwe gelovigen zich noemen. Het spreekt vanzelf dat zij een moestuin aanleggen, aan astrologie doen, het onderwijs aan hun kinderen zelf verzorgen, vlierbessenwijn en eikeltjeskoffie drinken, zuurdesembrood en zeewier nuttigen, windenergie en hooikisten het einde vinden, zaaien bij volle maart en thee drinken die dertig verschillende kruiden uit het hooggebergte van de Himalaya bevat.
Hun opvatting is dat, wanneer ‘je voornamelijk granen, rauwe wortels of yoghurt at (...) je niet alleen een gezonder, maar ook een beter mens (werd). Nog is de weg naar die toekomst vol bochten maar weldra zal de tijd rijp zijn en zal de westerse samenleving de kortste en enig juiste weg kiezen, zoals een rivier eensklaps vroeger noodzakelijk gevormde meanders afsnijdt.
Meander telt drie delen, onderverdeeld in hoofdstukken die, omdat de schrijfster ze geen titel gaf, door mij maar ‘De Opbouw’, ‘De Aftakeling’ en ‘De Ondergang’ genoemd worden. ‘De Opbouw’ verloopt uiteraard voorspoedig. ‘De Aftakeling’ komt helaas daar wel uit voort. Wat mij het meest opvalt in de orakeltaal die Jesse als Meester over zijn leerlingen uitstort, is dat hij zijn emoties rationeel verpakt. U mag het ook omdraaien maar waar het op neer komt is dat hij het leven ontkent door lusten als een last te ervaren, als een hinderpaal op weg naar de geestelijke zuiverheid. Het tragische voor hem is dat Meander nu juist aan die onderdrukte lusten ten onder zal gaan en aan de totale vrijheid die tot niets verplicht. Huwelijken verlopen dus, kinderen vereenzamen, het natuurlijke leven wordt aanbeden maar abortussen gestimuleerd. De consequenties van de vrijheid zijn desastreus.
Als Jesse in het openingsfragment met zijn trouwste discipel naar het Zeeuwse dorp wandelt, ervaren zij beiden veiligheid, vruchtbaarheid, gemoedsrust en ruimte. Vier jaar later is iedereen in zijn eigen schulp en stulp terug gekropen, is de leefgemeenschap verloe-