J.H. Donner
Slecht nieuws voor iedereen
door Frank Ligtvoet
‘Ik heb zware evenwichtsstoornissen, mijn hoofd is bijna altijd duizelig, ik heb moeilijkheden met slikken, een lapje voor het ene oog, een doof oor en een leeuw van een spraakgebrek.’ Na zijn hersenbloeding, die hem goeddeels invalide maakte, zit de essayist en schaker J.H. Donner in een rolstoel, in een verzorgingshuis. Met één vinger kan hij zijn zaterdagse column voor nrc Handelsblad tikken. Teruglezen kan hij het geschrevene niet, omdat zijn ogen daarvoor te slecht zijn. De foto op de achterzijde van de tweede bundeling van zijn columns toont hem ongeschoren, ongekamd en met dat zwarte lapje voor zijn rechteroog.
Het is onjuist en bovendien onmogelijk de verscheidenheid van Donners stukjes onder een noemer te willen brengen - hij schrijft over zijn lotgevallen in het verzorgingshuis, over zijn familie, over het verschil tussen mannen en vrouwen, over Mulisch - maar een bespreking eist vereenvoudiging. De foto achterop Slecht nieuws voor iedereen biedt de mogelijkheid tot vereenvoudiging. Donner ziet er daarop uit òf als een eenogige zeerover òf als een eenogige excentrieke aristocraat. En beiden is hij in zijn stukjes.
Als zeerover laat hij de conventionele wereld achter zich en trekt zich niets aan van de waarden en normen die daar gelden. Het stukje ‘Citeren’ begint bij voorbeeld zo: ‘Enige tijd geleden schreef ik een stukje dat begon met een citaat dat ik aan Shakespeare toeschreef. Het was fout en ook niet van Shakespeare. Dat wist ik ook wel, maar ik had zo gauw niets anders bij de hand. Het kon wel, vond ik. Weten zij veel, dacht ik nog.’ Even tegendraads betuigt hij zijn sympathie aan beroemde vrouwenhaters als Weininger en Schopenhauer en veegt hij de vloer aan met de statistiek. Maar de toon van zijn stukjes is zo, dat je als landbewoner geen behoefte voelt die opinies te bestrijden. Er schuilt een heel specifiek soort iro[nie in,] de ironie van de man die met de vuist op tafel slaat, niet om zijn woorden kracht bij te zetten of om iemand van de waarheid te overtuigen, maar omdat het zo'n aardig gezicht is. Je krijgt de