nist Burley, komt er slechter af, maar de ware held is de imaginaire Morton, een gematigde rebel, die de redelijke middenweg bewandelt tussen romantisch conservatisme en fanatiek democratisch radicalisme. Scott doet dat zelf ook, - waarbij bedacht moet worden dat hij zijn boek schreef toen de Franse Revolutie net haar Waterloo gevonden had, en het Britse schipperen meer dan ooit de hoogste politieke wijsheid leek.
Ook Alberts stelt een denkbeeldig personage tussen twee historische, Claverhouse en de calvinistische predikant Alexander Peden alias ouwe Sandie. Bij hem is het een vrouw: Isobel Gowdie. Zij is de dochter van een vrouw die als heks is verbrand: dat maakt haar zo weerloos en verdacht dat haar eigen tocht naar de brandstapel alleen een kwestie van tijd lijkt. Heksenvervolging komt als thema in Scotts roman niet voor, maar historisch heeft Alberts zeker gelijk, al zal het de meeste Nederlanders vreemd voorkomen, zo laat in de tijd. Hier denken we bij heksenverbrandingen aan de middeleeuwen of op zijn laatst aan de aanloop tot de tachtigjarige oorlog, maar elders in Europa, zeker ook in Schotland, ging het martelen en branden lustig door tot diep in de achttiende eeuw, zowel door katholieke hooglanders als door calvinistische laaglanders.
Peden de predikant en Claverhouse de officier spelen in dit verhaal van bijgeloof en wrede domheidsmacht de rol van gunstige uitzondering in beide kampen. Peden, menselijker dan zijn fanatieke ambtsbroeders, door voor het zieleheil van Isobels moeder te bidden in de kerk, zij het zonder toehoorders. Claverhouse door Isobel openlijk in bescherming te nemen. Isobel zelf beantwoordt hun edelmoedigheid met praktische bijstand waar dat in haar vermogen ligt, en in het geval van Claverhouse met duurzame liefde.
Om hem die liefde waardig te maken heeft Alberts zijn karakter een beetje bijgebogen. In De zilveren kogel is hij niet alleen een ridder zonder vrees maar ook zonder blaam. Als bestuurder is hij de zachtzinnigheid zelve, die zijn gevangenen correct behandelt en ze liever loslaat dan opknoopt. Dat hij in werkelijk zo verlicht oordeelde over heksen blijkt voor zover ik weet niet uit de historische bronnen. Wel is dat het geval bij een bestuurder met wie hij veel heeft samengewerkt, George Mackenzie van Rosehaugh. Deze jurist, die van de calvinisten een even bloedige reputatie kreeg toebedeeld als Claverhouse zelf, was inderdaad een van de eerste Schotten die zich krachtig tegen heksenprocessen heeft uitgesproken. Vandaar waar-