eenige onderzoekingen over de stof van den Dialogus zijn sindsdien verschenen. Het zal aan De Vreese, die door zooveel ander werk in beslag genomen werd, aan tijd en gelegenheid ontbroken hebben, het tweede hoofdstuk om te werken en aan te vullen. Ik meende dat het een eerbiedige hulde aan zijn nagedachtenis zou zijn, den draad weer op te nemen, waar hij dien had laten vallen en het volksboek van Salomon ende Marcolphus, waaraan hij vele jaren met zooveel liefde gewerkt had, in zijn geest af te werken.
Van den tekst waren reeds 32 bladzijden afgedrukt; verder heeft De Vreese nagelaten de laatste revisie van blz. 33 en 34 van den tekst en verder de bijlagen I en III. Dit alles heb ik ongewijzigd gelaten. Wat ik heb toegevoegd is dus allereerst bijlage II, waarin de geschiedenis van de stof kort verhaald is, en verder enkele aanvullende opmerkingen onder bijlage III, die na het verschijnen van den Latijnschen tekst noodzakelijk bleken te zijn.
Moge deze uitgave de herinnering verlevendigen aan den Nederlandschen filoloog Willem de Vreese, voor wiens uitgebreide kennis der Middeleeuwsche letterkunde en voor wiens haast spreekwoordelijke acribie wij de hoogste bewondering hebben.
Leiden, 11 Februari 1941
JAN DE VRIES