Bladvulling
De groote vogel
DAAR gaat een vogel in stille vlucht door de lucht. Wild is het weer en de boomen, die de herfstkleur dragen, doen niets dan waaien en het beweeg van hunne bladeren klinkt als klepperen van castagnetten.
Maar de groote vogel vliegt in kalme vlucht, de vleugels zijn sterk en welbewust overwint hij de onrust die alom tegenwoordig is.
Was toch de mensch aan hem gelijk en ging hij zóó door het leven, maar zelden, zelden is er die majesteit in zijn gedachten, wanneer er rond hem zijn de vreemde, och de wreede velden van het rumoerig dagelijksch leven.
TINE COOL