Droom en Daad. Jaargang 4(1926)– [tijdschrift] Droom en Daad– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 189] [p. 189] Morgen door Tine de Liefde Nog diep in 't donzen dek gedoken, En mijn oogen half geloken, Zie ik mijn gebloemd gordijn, Hel-vlammend in den zonneschijn. Rozen rood en tulpen geel, Violen van diep-blauw fluweel, Van àlles bloeit op mijn gordijn: Een bloemenveld in zonneschijn. 'k Hoor de vogels jublend fluiten, 'k Weet daar staat de zomer buiten, Die wil met verrukte zinnen Bij mij binnen! Bij mij binnen! Steekt daarom met forsche hand Mijn gordijn in zonnebrand. De wind, die trommelt op de ruiten! Ja, ik kom, ik kom naar buiten, 'k Gooi de deuren wijd, wijd open! 'k Laat mij door den morgen doopen! Jublend klinkt de zonnelach! Dank, o, dank! voor dezen dag! Vorige Volgende