De pen en de inkt
DE pen en de inkt hadden samen ruzie. Ze behoorden beiden aan een schrijver en waren daar trotsch op.
‘Kijk,’ zei de pen, ‘als ik mijn dans uitvoer over het heldere witte papier, dan laat ik teekens achter, die door de heele wereld gelezen worden.’
‘Och,’ zeide de inkt, ‘het is jouw dansen niet, dat de teekens maakt, maar mijn bloed, dat langzaam maar gestadig langs jou afdruipt.’
‘Wat! Jouw bloed is maar een donkere, vormlooze plas in den inktpot en slechts als het gekomen is in mijn lichaam vloeit het daar waar ik eerst over gegaan ben.’
‘Maar als je danste zonder door mijn bloed doortrokken en bezield te zijn, zou er geen enkel teeken op het papier verschijnen.’
Zoo hadden ze lang en hevig ruzie, totdat plotseling de schrijver binnenkwam. Hij greep de pen, doopte hem in de inkt en schreef...... en wat hij schreef was zóó mooi, dat de pen de oogen neersloeg, de inkt bloosde en ze niet meer kibbelen dorsten.
FRANSJE VERSCHAFFELT