Het prunus padusboompje
door Tine Cool
SNEEUW, die maakt de wereld wijd en eenzaam en zoo verlaten.
Maar hoe zuiver dekt ze den grond en wanneer er maar weinig gevallen is, komt daar het gouden zand doorschemeren en als er damp is in de lucht en laat namiddag licht, neemt ze op van dat wazige dat boven haar is en dan is er geen eenzaamheid meer, maar rustige weldadigheid.
En wil ik wel buiten wezen en kijken naar het kleine Prunus-boompje, dat zoo zwart is en met rechte puntige ellebogen, met rechte hoeken afweert, afweert.
‘Klein vijandig boompje in de sneeuw, waarom wordt je niet milder nu? Hebben zij je zooveel kwaad gedaan, al de andere boomen die naast je staan? Kun jij het hen niet vergeven? Kijk, de sneeuw zal op je hoekige takken komen, weet je, het is goed een woning te zijn voor de zuiverheid die de sneeuw is. Je takken kan je niet meer anders maken, zij kunnen breken, wanneer je niet dragen wilt, maar de nieuwe loten, kan je toch zeker wel vriendelijker maken. Zou het niet?’