Droom en Daad. Jaargang 2

[p. 73]

Haagsche jeugdkerk
door A.M.J. de Beus

VóóR in den Haag de Religieuse Jeugdgemeenschap werd opgericht, bestond daar reeds de Haagsche Jeugdkerk, zich stellende buiten iedere andere kerkelijke partij, maar met den grondslag van de Christelijke levensbeschouwing, welke op den bijbel is gegrond en welke zich aansluit bij de historische ontwikkeling van het Christendom, rekening houdend met de behoeften en eischen van den tegenwoordigen tijd.

Mijn eerste kennismaking met een Jeugdkerk was anderhalf jaar geleden in Haarlem, waar in een stampvol kerkje de predikant een vurig en sterk woord sprak.

Geen plaats was onbezet en achter in de kerk stonden de jongens op hun fietsen. Zelfs de consistorie-kamer, waarvan men de deur had opengelaten, was geheel gevuld. Wat een dankbaarheid moet hem, die door het jongensbestuur was uitgenoodigd den dienst te leiden, vervuld hebben, te mogen spreken tot die jonge menschen, die gekomen waren uit eigen beweging, met ware belangstelling en met geestdrift.

Welk een wonder in onze kille gemeenschap zulk een samenzijn te vinden, waar men vandaan gaat met een warm hart.

Welk een heerlijkheid is het, te weten, dat het de jonge menschen zijn, die hier de sfeer maken, deze ruimte tot een heilige plaats verheffen, zoodat het gesproken woord hier helder als glas is; als een operatiemes in de handen van een ervaren chirurg, en als balsem, dat de wonden heelt. Wat een werkelijkheid!

Ach, kom terug naar de werkelijkheid, hoor ik vele menschen roepen. Zoo is het leven niet; dat eischt voortdurende arbeid en egoïsme. Zoo kom je er niet in de maatschappij. Die vraagt iets anders dan de onbenulligheden van een Jeugdkerk en jullie idealisme, waarmee je je tijd verdoet. Het was beter je te oefenen en voor te bereiden, hoe je je het beste en vlugste een plaats in de maatschappij kunt veroveren.

Is dit werkelijkheid? Ja, dit is helaas ook werkelijkheid, maar alleen van hen, die de moed verloren in het leven, wien de liefde ontglipte en die met een schors van bitterheid hun hart, waarin nog wel een beetje van hun jeugdig idealisme schuilt, bedekken.

[p. 74]

Maar dan de werkelijkheid van die volle Jeugdkerken overal in ons land! Wie weerstaat die? Waar blijft hij, die het leven alleen ziet van de donkere zijde en er steeds verder in weg trapt? Misschien staat hij nog te mopperen en te pruttelen aan onze deur en misschien zal hij straks onze uitnoodiging wel aannemen binnen te treden om ons te vertellen van zijn moeilijkheden in het leven en om dan tezamen God te danken, dat Hij ons verkoos tot Zijn dienst.

Het leven zal moeilijk voor ons zijn, maar wij komen geen stap verder door te arbeiden zonder Hem. Laten wij dan aan Zijn uitnoodiging gehoor geven, dan kunnen wij de toekomst gerust tegemoet zien.

De diensten der Haagsche Jeugdkerk worden elken Zondagochtend van 10-11 uur in de Van Dijkzaal, Hooge Nieuwstraat No. 11, gehouden. Leider: Ds. P. Kuylman.